Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «GLB-steun voor kalverhouders» (ingezonden 10 december 2021).

Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 27 januari 2022).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «GLB-steun voor kalverhouders»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat in 2014 de gekoppelde steunmaatregel voor de kalverhouderij is gestopt en door uw voorganger een compensatieregeling is toegezegd om over een periode van zes jaar 10 miljoen euro jaarlijks te investeren in het verduurzamen van de kalverhouderij?

Antwoord 2

In 2014 heeft voormalig Staatssecretaris Dijksma in reactie op de afname van de directe betalingen voor de vleeskalverhouderij € 60 mln. aan Europese middelen toegezegd ter verduurzaming van de kalversector. In haar brief (Kamerstuk 28 625, nr. 194) heeft zij aangegeven de verduurzaming van de sector te willen ondersteunen door het bevorderen en stimuleren van systeeminnovaties in de kalfsvleesketen, niet alleen gericht op verbetering en doorontwikkeling van de huidige houderijsystemen, maar ook op een transitie naar nieuwe houderijconcepten.

Vraag 3

Hoeveel van de beloofde middelen zijn in de afgelopen zes jaar gerealiseerd?

Antwoord 3

Er zijn 3 regelingen, te weten een kwaliteitsregeling en twee investeringsregelingen, opengesteld waarmee de eerste € 50 miljoen is beschikt.

Kwaliteitsregeling

1796 kalverhouders hebben een beschikking ontvangen voor deelname aan het kwaliteitssysteem Vitaal Kalf. Inmiddels is € 20.657.066,– subsidie uitgekeerd.

Ik houd rekening met een onderbesteding van ongeveer € 3 mln.

Investeringsregelingen

175 kalverhouders hebben een subsidieverlening ontvangen voor de investeringsregeling welzijnsvriendelijke stalvloeren voor vleeskalveren ter waarde van € 13.885.000,–. 161 kalverhouders hebben een subsidieverlening ontvangen voor de investeringsregeling ammoniakreductie die in stallen voor vleeskalveren ter waarde van € 7.500.000,–.

Vanwege een verwachtte onderbenutting hebben al deze kalverhouders op 5 maart 2021 een brief ontvangen waarin werd aangegeven dat ze verlenging konden aanvragen (openstelling 2018) of hun beschikking konden teruggeven als zij niet langer van plan waren het project waarvoor zijn subsidie hadden aangevraagd daadwerkelijk uit te voeren. Bij voldoende teruggegeven beschikkingen zou, met de vrijvallende budgettaire reservering, een extra openstelling worden georganiseerd. 100 kalverhouders hebben verlenging aangevraagd (58 welzijnsvloeren, 42 ammoniakreductie), 11 kalverhouders hebben hun beschikking (€ 484.637,–) teruggegeven en 10 kalverhouders hebben hun beschikking (€ 786.100,–) laten verlopen zonder de beschikking terug te geven of een uitstelverzoek in te dienen. Door het beperkte aantal teruggegeven beschikkingen was er onvoldoende budget om de regeling, rekening houdend met de uitvoeringskosten, voor een derde maal open te stellen. We hebben contact opgenomen met de betreffende 11 kalverhouders waarna een deel van hen alsnog verlenging heeft aangevraagd. Voor alle subsidieverleningen die in het voorjaar 2022 dreigen te verlopen (openstelling 2018 en 2019) kunnen kalverhouders nu verlenging aanvragen.

Tot op heden is € 4.136.199,– uitgekeerd voor de subsidieregeling welzijnsvloeren en € 1.172.458,– voor de subsidieverlening ammoniakreductie. Er zijn op dit moment 13 uitstelverzoeken in behandeling.

Vraag 4

Deelt u de mening van Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) dat de kalverhouderij nog circa € 30 miljoen tegoed heeft van het Ministerie van LNV? En dat de beschikbare gelden mede door onzeker overheidsbeleid nog niet besteed zijn, omdat handelingsperspectief voor ondernemers ontbrak? Zo nee, welk bedrag heeft de sector nog tegoed? Zo ja, hoe gaat u deze belofte inwilligen?

Antwoord 4

Nee, die mening deel ik niet. Alle middelen van de eerste vijf jaar (€ 50 mln.) zijn beschikt. Voor de laatste € 10 mln. zal binnenkort een nieuwe subsidieregeling worden opengesteld. In een brief van 18 mei 2021 (Kamerstuk 28 973 nr. 242) over de Scenariostudie Kalverketen heeft mijn ambtsvoorganger aangegeven dat deze laatste € 10 mln. beschikbaar komen aan initiatieven die duurzamere alternatieven voor de huidige kalverketen ontwikkelen en testen. Ik zal uw Kamer informeren over de contouren van de subsidieregeling en de randvoorwaarden daarbij, wanneer daar meer over bekend is.

Overigens geldt voor alle Europese subsidies uit de tweede pijler van het GLB (ELFPO) een termijn waarbinnen het budget besteed moet worden. De bestedingstermijn van de kalverregelingen is twee of drie jaar zoals vastgelegd in de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies. Vanwege de coronacrisis hebben alle kalverhouders die bij de eerste openstelling (najaar 2018) een positieve beschikking hebben ontvangen en daartoe een verzoek hebben gedaan een generiek uitstel van één jaar ontvangen. Voor de tweede openstelling (najaar 2019) kunnen veehouders op individuele basis een verzoek voor uitstel indienen. Ook kalverhouders die eerder uitstel hebben ontvangen, kunnen opnieuw een verzoek indienen.

Vraag 5

Kunt u toezeggen dat de beloofde middelen op het boerenerf van kalverhouders terecht komen zoals door uw voorganger toegezegd en niet op een andere wijze voor bijvoorbeeld onderzoek worden aangewend of terugvloeien naar de staatskas?

Antwoord 5

Zoals ik in het antwoord op vraag 2 heb aangegeven, zijn deze middelen bedoeld voor de verduurzaming van de vleeskalverketen. Van dit budget is geen onderzoek gedaan. Als Europese middelen uit het GLB niet worden uitgegeven, vloeien deze terug naar de Europese Unie, niet naar de algemene (nationale) middelen.

Vraag 6

Bent u bereid om de subsidie voor duurzaamheidsinvesteringen voor welzijnsvriendelijke vloeren en ammoniakemissiereductie met een jaar te verlengen?

Antwoord 6

Dat ben ik niet voornemens. Kalverhouders die een beschikking hebben voor de bestaande kalverregelingen kunnen op individuele basis uitstel aanvragen van de voorwaarde van de subsidieregeling om de installatie en betaling van de welzijnsvriendelijke vloer/ammoniak reducerende investering binnen twee respectievelijk drie jaar na de datum waarop de subsidie aan een kalverhouder is toegekend, gedaan te hebben. Een uitstelaanvraag moet met goede redenen omkleed zijn. Er dient sprake te zijn van overmacht of onvoorziene omstandigheden.

Vraag 7

Bent u bereid om met de sector in overleg te gaan om te spreken over de niet bestede middelen en een goede besteding te vinden voor de resterende zesde tranche, welke in lijn ligt met de intenties van de afspraak met de Staatssecretaris in 2014?

Antwoord 7

Ik ben al geruime tijd met de sector in gesprek over de niet-bestede middelen. Zoals ik in vraag 4 heb uitgelegd voldoe ik bij de uitvoering van dit beleid aan de toezegging van Staatssecretaris Dijksma in 2014.


X Noot
1

LTO Nederland, 1 november 2021, «GLB-steun voor kalverhouders», (https://www.lto.nl/glb-steun-voor-kalverhouders/)

Naar boven