Vragen van het lid Van Beukering-Huijbregts (D66) aan de Staatssecretarissen van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over de tijdelijke Bbz-compensatieregeling (ingezonden 8 januari 2021).

Mededeling van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 9 februari 2021).

Vraag 1

Hoeveel gedupeerde ondernemers hebben een beroep gedaan op de tijdelijke compensatieregeling besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) die afliep op 1 juli 2020 en komt dit aantal overeen met het verwachtte aantal aanvragen?

Vraag 2

Hoeveel middelen waren begroot voor deze regeling en is het bedrag volledig benut?

Vraag 3

Is u bekend dat de groep gedupeerde Bbz-ondernemers uit de periode 2010–2014 niet in aanmerking komt voor de compensatieregeling Bbz?

Vraag 4

Is deze groep op een andere wijze gecompenseerd of ondersteund?

Vraag 5

Zijn er andere regelingen waar deze gedupeerde ondernemers een beroep op kunnen doen?

Vraag 6

Op welke wijze hebben gemeenten deze groep ondernemers ondersteund?

Vraag 7

In hoeverre bent u van mening dat deze groep gedupeerde ondernemers net als andere gedupeerde ondernemers in aanmerking had moeten komen voor de tijdelijke compensatieregeling en/of andere ondersteuning en kunt u die positie toelichten?

Vraag 8

Bent u bereid om te onderzoeken of en hoeveel gedupeerden gebruik zouden willen maken van de compensatieregeling als de regeling wordt uitgebreid voor deze groep?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van het lid Beukering-Huijbregts (D66) over de compensatieregeling Bbz niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is omdat voor de beantwoording nog een aantal zaken wordt uitgezocht en dit nog niet is afgerond.

Naar boven