Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Staatssecretaris van Financiën over de afwikkeling van de CAF-11 gedupeerden (ingezonden 6 februari 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst), mede namens de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen en Douane) (ontvangen 27 februari 2020).

Vraag 1

Is al bekend of er gecompenseerde ouders zijn die een beroep doen op de regeling voor individuele compensatie in verband met hogere schade door de onterechte stopzetting van kinderopvangtoeslag in de Combiteam Aanpak Facilitators (CAF) 11-groep? Zo ja, hoeveel?

Antwoord 1

Ik ga ervan uit dat u doelt op CAF 11 ouders die na de brief van december 2019 met daarin het voorlopige individuele compensatiebedrag, contact hebben opgenomen met Toeslagen, omdat zij menen recht te hebben op een hoger bedrag als gevolg van de stopzetting van hun kinderopvangtoeslag. Tot en met 20 februari jl. zijn door of namens 77 ouders documenten aangeleverd voor eventuele aanvullende compensatie. Van 40 ouders hiervan zijn documenten aangeleverd door één advocaat die namens deze ouders optreedt.

Vraag 2

Worden de ouders bijgestaan door andere gemachtigden en/of advocaten dan de advocaat in de CAF 11-zaak die al bekend is?

Antwoord 2

Ja, er zijn verschillende advocaten en/of gemachtigden die CAF 11 ouders vertegenwoordigen.

Vraag 3

Zijn regelingen tot stand gekomen met gedupeerden zonder gemachtigde? Zo ja hoeveel gedupeerden zijn op deze wijze zonder gemachtigde afgewikkeld?

Antwoord 3

Ik ga ervan uit dat hiermee bedoeld wordt of er eventuele afspraken door Toeslagen gemaakt zijn met CAF 11 ouders waarbij geen gemachtigde aanwezig was. Er zijn geen regelingen getroffen; niet met individuele CAF 11 ouders die niet worden bijgestaan door een gemachtigde, noch met gemachtigden die wel optreden namens gedupeerde ouders.

Vraag 4

Is het helemaal zeker dat de ouders die zich meld(d)en voor extra compensatie voor eind februari 2020 afgehandeld zijn, zoals vermeld in uw brief van 4 februari jl?1

Antwoord 4

In de brief aan de Nationale ombudsman die als bijlage is toegevoegd aan de in de vraagstelling genoemde brief aan de Tweede Kamer is aangegeven dat de afhandeling van de individuele dossiers inzake CAF 11 in februari 2020 wordt afgerond. Deze toezegging wordt niet gehaald. Ik streef naar spoedige afronding maar wil hier ook het eindadvies van de Adviescommissie uitvoering toeslagen en het rapport van de ADR bij betrekken. Omdat beide rapporten niet voor eind februari gepubliceerd worden, zal de afhandeling van de compensatieverzoeken langer op zich laten wachten. Ik zal uw Kamer en de ouders van de voortgang op de hoogte houden.

Vraag 5

Kunt u aangeven wat de reden – met respect voor de persoonlijke informatie – is dat een aantal ouders tóch niet in aanmerking komen voor de compensatieregeling?2 3

Antwoord 5

De ouders die geen recht hebben op compensatie conform het eerste advies van de Adviescommissie uitvoering toeslagen, zijn allen beoordeeld door een commissie van drie onafhankelijke deskundigen. Aan deze ouders is aangegeven dat er bij de volgende situaties geen recht is op compensatie als:

  • er geen onderzoek in het kader van het CAF 11 is geweest voor de jaren 2012, 2013 en 2014, dat heeft geleid tot een verlaging van de kinderopvangtoeslag;

  • er evident geen recht is op kinderopvangtoeslag, bijvoorbeeld omdat het kind te oud was voor de kinderopvang of omdat er geen gebruik is gemaakt van kinderopvang;

  • ook na (herhaalde) verzoeken geen informatie is aangeleverd die het recht op kinderopvangtoeslag moet vaststellen, er geen contact met Toeslagen is opgenomen en er ook geen bezwaarschrift is ingediend.

Elke ouder heeft hierbij in een brief ook de omschrijving ontvangen waarom hij/zij specifiek geen recht heeft op de compensatie.4 Daarbij is aangegeven dat de ouder kan reageren op deze brief met zijn/haar eigen zienswijze. Op dit moment hebben we geen reactie van deze ouders ontvangen.

Vraag 6, 7

Hoe vindt de beoordeling door de onafhankelijke Commissie van onafhankelijke deskundigen CAF/toeslagen (verder: De Commissie) precies plaats? Is het mogelijk om haar vastgestelde werkwijze naar de Kamer te sturen?

Welke informatie staat De Commissie ter beschikking en wie levert die aan?

Antwoord 6, 7

Binnen Toeslagen heeft een beoordeling van dossiers plaatsgevonden, die niet voor compensatie in aanmerking lijken te komen. Deze dossiers zijn aan de hierboven genoemde Commissie ter beoordeling voorgelegd. Vervolgens zijn twee bijeenkomsten belegd, waarbij de dossiers zijn besproken. Naar aanleiding van vragen van de Commissie over de inhoud van de dossiers, heeft Toeslagen aanvullende gegevens verstrekt. De Commissie heeft de beoordeling van de dossiers uitgewerkt in een advies aan Toeslagen. Dit advies is door Toeslagen opgevolgd.

Vraag 8

Waarom rapporteert De Commissie, conform artikel 2 lid 2 van het instellingsbesluit, over haar bevindingen aan Belastingdienst/Toeslagen, terwijl zij juist toetst of Belastingdienst/Toeslagen terecht het standpunt heeft ingenomen dat een ouder geen recht heeft op compensatie op basis van de Compensatieregeling CAF 11?

Antwoord 8

De Belastingdienst/Toeslagen is belast met de uitvoering van de Compensatieregeling CAF 11. Het is daarmee aan de Belastingdienst/Toeslagen – als verantwoordelijk bestuursorgaan – om te beslissen of een ouder recht heeft op compensatie. In de Compensatieregeling CAF 11 is uitdrukkelijk opgenomen dat de Commissie van onafhankelijke deskundigen zal worden geraadpleegd indien de Belastingdienst/Toeslagen voornemens is een verzoek tot compensatie af te wijzen. In lijn hiermee rapporteert de Commissie van onafhankelijke deskundigen haar bevindingen over dit voornemen aan de Belastingdienst/Toeslagen (als zijnde het bestuursorgaan dat de beslissing neemt). Het oordeel van deze Commissie zal hierbij (beleidsmatig) steeds door de Belastingdienst/Toeslagen worden gevolgd. De facto komt dit neer op een onafhankelijke toetsing door de Commissie van onafhankelijke deskundigen van de voorgenomen beslissing van de Belastingdienst/Toeslagen om geen compensatie te verstrekken. De commissie van drie onafhankelijke deskundigen is op 9 en 16 december formeel bij elkaar gekomen, hiervan zijn verslagen gemaakt. Onderstaand treft u de inleiding en samenvatting van de verslagen van de commissie van haar bijeenkomsten. De in deze verslag verder voorkomende beoordelingen van individuele gevallen met namen, BSN’s en bedragen laat ik hierbij achterwege.

CAF 11 – Commissie van wijzen

Beknopt verslag bijeenkomst 9 december 2019

Overeenkomstig onderdeel 5.3.1 van het Interim-advies «Omzien in verwondering» is een onafhankelijke Commissie van wijzen (hierna: de commissie) geraadpleegd over de gevallen waarin de Belastingdienst/Toeslagen (B/T) voornemens was om geen recht op compensatie toe te kennen. De commissie bestaat uit prof.mr.dr. M.B.A. van Hout, mr.dr. L.J.A. Pieterse en mr. C. Schaap.

Volgens het Interim-advies is voor compensatie geen plaats wanneer sprake is van een ernstige onregelmatigheid. Dat doet zich in ieder geval voor in de volgende gevallen:

  • uit het dossier blijkt dat er evident geen recht op kinderopvangtoeslag (KOT) bestond in het onderzochte toeslagjaar, en

  • ouders hebben ook na (herhaalde) verzoeken om informatie niets van zich laten horen, zijn niet op ingeplande afspraken verschenen en hebben later ook geen bezwaar ingediend tegen correctie- of terugvorderingsbesluiten.

Op 9 december 2019 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden ten kantore van de B/T. Daarbij heeft de commissie mondeling verklaard de geheimhoudingsplicht in acht te nemen.

Aldaar zijn toen aan de commissie 25 gevallen voorgelegd waarin B/T voornemens was geen compensatie te verstrekken dan wel daarover twijfelde, voorzien van een toelichting.

De bevindingen van B/T zijn ter plaatse geverifieerd en waar nodig nader onderzocht aan de hand van de gegevens in de elektronische dossiers van de betrokken ouders.

In 14 gevallen heeft de commissie het voorlopig oordeel van B/T om geen compensatie te verlenen overgenomen.

In 1 geval bleek dat compensatie achterwege kon blijven omdat inmiddels het bezwaar van de ouders volledig gegrond was verklaard.

De commissie adviseert om in 10 van de voorgelegde gevallen wel compensatie te verlenen.

  • In 9 van die gevallen gaat het om zaken in categorie 2 (geen enkele reactie) waarin is gebleken dat ofwel brieven aan de ouders onjuist waren geadresseerd, ofwel niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de ouders ten tijde van de postbezorging op het postadres woonden. Dat laatste speelde met name in gevallen dat de ouders rond die tijdstippen waren geregistreerd als «VOW» (vertrokken onbekend waarheen).

In 1 geval was achteraf onduidelijk op welke grond de KOT over de maand januari 2013 was gecorrigeerd naar nihil.

CAF 11 – Commissie van wijzen

Beknopt verslag bijeenkomst 16 december 2019

Op 16 december 2019 heeft een tweede bijeenkomst in het kader van de CAF 11-compensatie plaatsgevonden ten kantore van de B/T. Aan de commissie zijn nog 12 gevallen voorgelegd waarin B/T voornemens was geen compensatie te verstrekken, voorzien van een toelichting.

Deze 12 gevallen met korte toelichting zijn voorafgaand aan de bijeenkomst aan de commissieleden toegezonden ter bestudering.

Rens Pieterse en Cees Schaap waren op 16 december 2019 ten kantore aanwezig.

De bevindingen van B/T zijn toen ter plaatse geverifieerd en waar nodig nader onderzocht aan de hand van de gegevens in de elektronische dossiers van de betrokken ouders. Aan het einde van deze bijeenkomst zijn alle zaken en bevindingen telefonisch besproken met Diana van Hout.

De problematiek spitste zich toe op de vraag of compensatie moest worden geboden in gevallen waarin toeslagouders waren aangeschreven dat zij tot het CAF 11-dossier behoorden, terwijl correcties van KOT over de jaren 2012, 2013 en/of 2014 niet voortvloeiden uit het CAF 11-onderzoek.

Op dit punt heeft de commissie het volgende standpunt ingenomen.

De brieven aan de ouders van 16 november 2019 luiden stellig en zonder voorbehoud: «U bent een van de betrokken ouders in het CAF 11-dossier. (...) De Adviescommissie heeft het advies gegeven om de ouders waarvan de kinderopvang is verlaagd of stopgezet, voor een of meerdere jaren in de periode 2012 t/m 2014, te compenseren. (...) U krijgt compensatie voor het totale bedrag dat als gevolg van het onderzoek over de jaren 2012, 2013 en 2014 is gecorrigeerd.»

Voor de betrokken ouders is niet bekend of de door B/T in die jaren aangebrachte neerwaartse correcties voortvloeiden uit een onderzoek door B/T dat intern was aangeduid als «CAF 11», dan wel uit een onderzoek zonder die aanduiding. Op grond van de brief van 16 november 2019 mogen de aangeschreven ouders aannemen dat hun correcties voor 2012 t/m 2014 voortvloeiden uit het CAF 11-onderzoek en dat zij in beginsel voor de in die brief vermelde compensatie in aanmerking zouden komen.

De commissie benadrukt dat het vorenstaande enkel geldt voor ouders die de CAF 11-brief hebben gekregen en bij wie over de jaren 2012, 2013 en 2014 correcties zijn aangebracht die vergelijkbaar zijn met de correcties in de CAF 11-dossiers.

Van de op 16 december 2019 voorgelegde 12 gevallen (ik nummer ze 1 t/m 12) heeft de commissie in 5 gevallen besloten dat wél (gedeeltelijk) compensatie moet worden verleend.

Vraag 9

Zijn er nog mensen die zich gemeld hebben en die tot de CAF 11-zaak behoren en die eerder niet in beeld waren?

Antwoord 9

Nee, dat is niet geval.

Vraag 10

Zijn er al matches gemaakt tussen de 4.900 mensen die zich gemeld hebben en de verzamelde bsn's uit de 75 evaluaties over CAF? Zo ja, hoeveel zijn er gevonden en hoe worden zij geïnformeerd?5

Antwoord 10

Er zijn op dit moment 136 mensen van de 4.900 die zich zelf gemeld hebben, die voorkomen in een van de 75 CAF-zaken waar een evaluatie van is gevonden. Dit aantal zal nog veranderen, aangezien er met regelmaat nieuwe meldingen worden geregistreerd. Deze mensen worden door Toeslagen geïnformeerd over de wijze waarop hun melding wordt geregistreerd. Na het verschijnen van het eindrapport van de commissie Advies Uitvoering Toeslagen en het rapport van de ADR, worden zij geïnformeerd over de wijze waarop afhandeling van hun verzoek zal plaatsvinden.

Het aantal van 4.900 waar uw Kamer aan refereert betreft het aantal meldingen waarbinnen een aantal dubbelingen voorkomen. Dit zijn mensen die zich rechtstreeks bij de Belastingdienst, of via het Meldpunt van de SP en bij BOinK gemeld hebben. Van de laatste twee bronnen zijn alle ouders met BSN geregistreerd wanneer we beschikten over een telefoonnummer. We zijn nog op zoek naar de laatste BSN’s en contactgegevens van enkele melders.

Vraag 11

Kunt u aangeven uit hoeveel verschillende databronnen onderdelen van de dossiers komen die worden samengesteld voor de ouders die hun dossier opvragen?

Antwoord 11

De onderdelen uit de dossiers komen uit een groot aantal verschillende databronnen. Met name bij dossiers die zien op oude toeslagjaren, de periode 2006 -2010, komt de informatie uit een grote diversiteit aan bronnen. Een deel van de informatie uit de hierboven genoemde jaren, zit in gearchiveerde bestanden die niet altijd digitaal beschikbaar zijn. Omdat ik grote waarde hecht aan het samenstellen van complete dossiers voor de ouders die het betreft en dit een grote mate van nauwkeurigheid vereist, zijn deze werkzaamheden tijdrovend en complex. Desondanks zal ik een maximale inspanning betrachten om deze werkzaamheden goed te laten verlopen.

Vraag 12

Kunt u aangeven in welke bronbestanden de Auditdienst Rijk (ADR) precies onderzoek doet? Is die selectie gemaakt door Belastingdienst/Toeslagen?

Antwoord 12

De ADR heeft bij haar onderzoek de volgende (bron) bestanden gebruikt:

  • De Analytical Base Table (ABT); Een verzameltabel van gegevens omtrent CAF-zaken waarvoor gebruik is gemaakt van gegevens uit het ToeslagenVerstrekkingenSysteem (TVS), beroepenregister, Klachtbehandeling Burgers en Bedrijven (KBB), betaal- en inningendata, toezichtlijst, AB-lijst, landelijk register kinderopvang en casusdocumentatie.

De ABT is door dataspecialisten van Datafundamenten & Analytics (DF&A) en van het team Data Analyse Toeslagen (DAT) opgesteld om te kunnen antwoorden op vragen van onder andere de Auditdienst Rijk (ADR) en de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen (AUT)

  • ToeslagenVerstrekkingenSysteem (TVS)

  • Invordering Nederland Lokaal (INL)

  • Digitaal Archief Systeem (DAS)

  • Q-schijf (verzamelplaats voor alle documenten met betrekking tot CAF)

De ADR heeft bij het onderzoek de mogelijkheid alle bestanden in te zien die de ADR relevant acht voor het juist en volledig uitvoeren van het onderzoek.

Vraag 13

Is de conclusie juist op basis van de verstrekte lijst van CAF-onderzoeken, dat het CAF-team en/of de werkwijze nog tot 2019 heeft bestaan? Kunt u uw antwoord toelichten?6

Antwoord 13

Ja. De Belastingdienst/Toeslagen doet onderzoeken naar mogelijk misbruik en/of oneigenlijk gebruik van toeslagen. Bij sommige van deze onderzoeken is het CAF-team betrokken. Dit team werkt breed voor de hele Belastingdienst om mogelijk misbruik door facilitators in zowel fiscale als toeslag zaken te bestrijden. In het huidige CAF-team is niemand vanuit Toeslagen afgevaardigd, wel is er binnen Toeslagen een aanspreekpunt voor het CAF-team. In de brief van 15 november jl. heeft de toenmalige staatsecretaris aangekondigd Belastingdienst breed het fraudebeleid te herzien, inclusief de CAF-werkwijze.7

Vraag 14

Waarom zijn er in de toegestuurde lijst toch nog witgelakte regels? Wat is daar de verklaring voor?

Antwoord 14

De lijst bevat namen die verwijzen naar kinderopvangorganisaties of individuele medewerkers van de Belastingdienst, deze namen zijn onleesbaar gemaakt.

Vraag 15, 16, 17

Kunt u aangeven waarom deze lijst bij een Wob-verzoek in 2016 geweigerd is en ook nog in Bijlage 2.1 bij de Wob-stukken van 15 november 2019?8 9

Waarom is nog zo recent besloten dat deze lijst niet openbaar beschikbaar kon zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?

Erkent u dat het in het licht dat de vorige Staatssecretaris «het hele beeld in één keer wilde schetsen» toch nog erg verwonderlijk is dat juist de veelvoudig opgevraagde gehele lijst van CAF-zaken werd onttrokken aan de Wob? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord 15, 16, 17

Het document bestond niet toen de twee Wob-verzoeken werden ingediend. Bij brief van 17 december 2019 is deze lijst als bijlage naar de Tweede Kamer gestuurd.10 Dit was op verzoek van het lid Leijten bij het debat op 4 december jl. naar aanleiding van twitterberichten met daarin verslagen van het MT Toeslagen.11 In dit verslag d.d. 12 juni 2019 was mede opgenomen:

«De opzet van de projectorganisatie is inmiddels ingehaald door de actuele ontwikkelingen. Er is een taskforce (o.l.v. – .......... – teamleider Handhavingsregie) gestart die ten behoeve van de Staatssecretaris, de commissie Donner en de Audit Dienst Rijk een overzicht maakt van alle dossiers binnen CAF 11 en andere CAF zaken die binnen toeslagen hebben gespeeld. Een groep medewerkers in Utrecht is hiervoor de komende weken vrijgemaakt.»

De lijst is dus pas na het verzoek van het lid Leijten op 4 december jl. samengesteld en aan de Tweede Kamer gestuurd. De Wob is van toepassing op documenten die feitelijk voorhanden zijn op het moment van het Wob-verzoek. Om die reden kon de lijst ook geen onderdeel uit maken van het pakket met beoordeelde documenten die zijn genoemd op de inventarislijst bij het Wob-besluit van 15 november 2019. Het Wob-verzoek van 2016 had betrekking op organisatorische aspecten rond het CAF, niet op informatie met betrekking tot kinderopvanginstellingen en -toeslagen.

Vraag 18

Klopt het dat personen die een toeslagschuld hebben bij de Belastingdienst niet in aanmerking komen voor een btw-nummer, omdat zij een risico zijn? Zo ja, op welke manier wordt een toeslagschuld als voorspelling voor mogelijke risico’s met btw-afdracht onderbouwd?12

Antwoord 18

Als voldaan wordt aan voorwaarden ondernemerschap (artikel 7 Wet op de Omzetbelasting 1968) moet een OB-nummer worden toegewezen. Het hebben van een schuld Toeslagen is geen afwijzingsgrond voor het toekennen van een OB-nummer. Op de in de vraag geschetste individuele situatie, zoals in de voetnoot bij de vraag wordt verwezen, kan ik in verband met de geheimhouding niet ingaan.


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 596.

X Noot
2

Bijlage 2019D52284 bij Kamerstuk 31 066, nr. 574.

X Noot
3

Kamerstuk 31 066, nr. 575.

X Noot
4

Zie hiervoor ook de voorbeeldbrieven die als bijlagen zijn bijgevoegd bij de brief van 17 december jl., Kamerstuk 31 066, nr. 574.

X Noot
5

Bijlage bij Kamerstuk 31 066, nr. 547.

X Noot
6

Bijlage 2019D52286 bij Kamerstuk 31 066, nr. 574.

X Noot
7

Kamerstuk 31 066, nr. 538.

X Noot
10

Kamerstuk 31 066, nr. 574.

X Noot
12

Persoonlijke situatie, onderhands meegestuurd aan bewindspersoon

Naar boven