Vragen van het lid Wilders (PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat oud-minister Opstelten het minder Marokkanen-proces heeft beïnvloed (ingezonden 3 juli 2019).

Mededeling van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 24 juli 2019).

Vraag 1

Op welke datum en door wie bent u ingelicht over het bestaan van het overleg op 25 september 2014?

Vraag 2

Betrof het overleg van 25 september 2014 een periodiek overleg? Zo nee, wat voor overleg betrof het?

Vraag 3

Hoe verklaart u dat u «niet bekend bent met wat er is besproken» tijdens het officiële overleg op 25 september 2014 terwijl u wel kunt aangeven dat dit overleg is gevoerd naar aanleiding van het ambtsbericht van september 2014 en de bijbehorende nota en dat het overleg heeft plaatsgevonden tussen oud-minister Opstelten en de oud-voorzitter van het College van procureurs-generaal en zij daar werden bijgestaan door hun ambtenaren?

Vraag 4

Op wiens initiatief heeft het overleg van 25 september 2014 plaatsgevonden?

Vraag 5

Kunt u aangeven wie exact aanwezig waren bij dit overleg waarvan u in antwoord op vraag 4 van eerder gestelde Kamervragen aangeeft dat «navraag bij betrokkenen leert dat er geen verslag is gemaakt van dit overleg»? Zo nee, waarom niet?1

Vraag 6

Is aan de betrokkenen alleen gevraagd of een verslag is gemaakt van dit overleg? Zo nee, wat is er nog meer gevraagd en wat was het antwoord van de betrokkenen?

Vraag 7

Is de betrokkenen ook gevraagd wat er is besproken tijdens dit overleg? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Betekent de disclaimer bij de tijdlijn die u aan de Kamer heeft gezonden: «Tijdlijn momenten voor zover mij op dit moment bekend zijn» dat er nog meer stukken zijn?2

Vraag 9

Wat was het doel van de ambtelijke contacten tussen het Openbaar Ministerie (OM) en het voormalig departement van Veiligheid en Justitie (VenJ) ter voorbereiding op een eventueel debat in de Tweede Kamer op 24-25 maart 2014, enkele dagen na de uitspraken en nog voor het periodiek overleg van 2 april 2014? Welke informatie heeft het departement verkregen naar aanleiding van die ambtelijke contacten?

Vraag 10

Waarom was er contact over «voortgang en planning» tussen het departement en het OM in de periode 30 juni–1 juli 2014?

Vraag 11

Waar bestond het contact over «voortgang en planning» tussen het departement en het OM in de periode 30 juni–1 juli 2014 uit?

Vraag 12

Kunt u uitsluiten dat er tijdens het contact over «voortgang en planning» tussen het departement en het OM in de periode 30 juni–1 juli 2014 contact is geweest over het concept ambtsbericht van 25 juni 2014 en de totstandkoming van het concept ambtsbericht van 8 augustus 2014?

Vraag 13

Is het concept ambtsbericht van 25 juni 2014 door het OM naar het voormalig departement van VenJ gezonden of ingezien?

Vraag 14

Is het concept ambtsbericht van 25 juni 2014 ooit besproken met de voormalig Minister van VenJ of ambtenaren van het departement?

Vraag 15

Is er op basis van dit concept ambtsbericht van 25 juni 2014 een (concept) ambtelijk advies gemaakt?

Vraag 16

Wijkt het concept ambtsbericht van 25 juni 2014 af van het concept ambtsbericht van 8 augustus 2014 en ambtsbericht van 10 september 2014? En zo ja, in welk opzicht?

Vraag 17

Kunt u verklaren waarom dit concept ambtsbericht van 25 juni 2014 slechts naar twee leden van het College van procureurs-generaal, te weten de heren Bolhaar en Van den Burg is gezonden in plaats van naar het gehele College?

Vraag 18

Kunt u verklaren waarom dit ambtsbericht, aldus de beslissing op Wob-verzoek van 1 december 2016 met kenmerk 800337, «altijd een concept is gebleven»?

Vraag 19

Kunt u uitsluiten dat enige uitlating, enig verzoek of enige opmerking formeel dan wel informeel van de zijde van de voormalig Minister van VenJ dan wel zijn ambtenaren in de richting van de heer Bolhaar, dan wel zijn ambtenaren, invloed hebben gehad op de totstandkoming van een nieuw (concept) ambtsbericht?

Vraag 20

Is het concept ambtsbericht van 8 augustus 2014 door het OM naar het voormalig departement van VenJ gezonden of ingezien?

Vraag 21

Is het concept ambtsbericht van 8 augustus 2014 ooit besproken met de voormalig Minister van VenJ of ambtenaren van het departement?

Vraag 22

Is op basis van dit concept ambtsbericht van 8 augustus 2014 een (concept) ambtelijk advies gemaakt?

Vraag 23

Kunt u uitsluiten dat enige uitlating, enig verzoek of enige opmerking formeel dan wel informeel van de zijde van de voormalig Minister van VenJ dan wel zijn ambtenaren in de richting van de heer Bolhaar, dan wel zijn ambtenaren, invloed hebben gehad op de totstandkoming van het (concept) ambtsbericht van 8 augustus 2014?

Vraag 24

Waarom heeft u pas op 26 juni 2019 melding gemaakt van de beslissing op het Wob-verzoek van 1 december 2016?

Vraag 25

Heeft de heer Riedstra, als ondertekenaar van de beslissing op het Wob-verzoek van 1 december 2016, inhoudelijke kennis van de documenten waarvan de beslissing melding maakt?

Vraag 26

Is voormalig Staatssecretaris Teeven op enig moment betrokken geweest bij de kwestie Wilders?

Vraag 27

Heeft u de secretaris-generaal, de heer Riedstra, opdracht gegeven om getuigen bijstand en informatie aan te bieden voor de getuigenverhoren? Zo nee, deed hij dit dan in opdracht van iemand anders of op eigen initiatief?

Vraag 28

Bent u bereid om bij de heer Riedstra en de heer Bruinsma na te gaan hoe de afweging wie welk dossier/welke stukken te verstrekken tot stand is gekomen?

Vraag 29

Heeft het departement kennis genomen van de adviezen van het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie (LECD) en het Wetenschappelijk Bureau van het OM (WBOM) over de kwestie Wilders? Zo ja, wanneer?

Vraag 30

Kunt u een uitputtende tijdslijn naar de Kamer sturen, voorzien van datum per contact/document en aangeven wie de verzender/ontvanger/opsteller is geweest vanaf het moment van de uitspraken op 12/19 maart 2014 t/m heden over welk aspect dan ook van de kwestie Wilders? Met daarin in ieder geval, voor zover van toepassing, melding makend van:

  • Alle (concept) ambtsberichten gemaakt door het OM over de kwestie Wilders

  • Alle aanbiedingsnotities behorende bij deze ambtsberichten

  • Alle ambtelijke nota’s

  • Alle ambtelijke memo’s

  • Alle nota’s/memo’s van het OM

  • Alle persberichten van het OM

  • Alle notities

  • Alles gespreksverslagen

  • Alle agenda’s

  • Alle periodieke overleggen waar de kwestie Wilders (welk onderdeel dan ook) is besproken

  • Alle overlegvergaderingen waar het hele College van procureurs-generaal overlegt met de Minister van VenJ/JenV, waar de kwestie Wilders aan de orde is geweest

  • Alle overige overleggen waar de kwestie Wilders werd besproken

  • Alle (e-mail)correspondentie tussen OM en departement VenJ/JenV over de kwestie Wilders

  • Alle (e-mail)correspondentie tussen departement VenJ/JenV met (medewerkers van het) College van procureurs-generaal

  • Alle (email)correspondentie tussen het departement VenJ/JenV en de Eenheid Den Haag belast met aangifteproces

  • Alle (e-mail) correspondentie tussen het departement VenJ/JenV met de zaaksofficieren

  • Alle e-mail(correspondentie) tussen het departement VenJ/JenV met de AG’s

  • Alle (e-mail)correspondentie tussen de landsadvocaat met de advocaat-generaal/Officier van Justitie/departement VenJ/JenV

  • Alle ministerraden/onderraden waar de kwestie Wilders aan de orde is geweest

  • Alle ministerstaf vergaderingen waar de kwestie Wilders aan de orde is geweest

Vraag 31

Kunt u garanderen dat er geen juridische consequenties zullen volgen voor de anonieme klokkenluider in deze zaak die niet meer durft te getuigen naar aanleiding van de WODC-affaire?

Mededeling

Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Wilders (PVV) van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht dat oud-minister Opstelten het minder Marokkanen-proces heeft beïnvloed (ingezonden 3 juli 2019) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.

Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


X Noot
1

Aanhangsel van de Handelingen 2018–2019, nr. 3189

X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen 2018–2019, nr. 3187

Naar boven