Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Justitie en Veiligheid over de uitspraak van de Raad van State dat omstreden varkenshouder met beroepsverbod in Duitsland zijn varkensstal in Nederland gewoon uit mag breiden (ingezonden 25 maart 2019).

Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 april 2019).

Vraag 1

Kent u de uitspraak 201803729/1/A1 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State? Verbindt u gevolgen aan de uitspraak?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het niet goed te praten is dat een veehouder met een beroepsverbod in Duitsland vanwege ernstige dierenwelzijnsschendingen, en bovendien in Nederland meerdere ernstige dierenwelzijns- en milieuovertredingen op zijn naam, alle ruimte krijgt van het Rijk en van decentrale overheden om door te gaan met zijn bedrijven en ze ook nog eens uit te breiden?

Vraag 3

Kunt u zich uw antwoorden op de Kamervragen van het lid Ouwehand (2018) herinneren en dat u antwoordde de plannen voor de herbouw van de megavarkensstal in Erichem niet te willen beoordelen, omdat decentrale overheden volgens u het bevoegd gezag zijn?2

Vraag 4

Deelt u de mening dat u aan zet bent wanneer de huidige wet- en regelgeving onvoldoende juridische mogelijkheden biedt om de omstreden varkenshouder te stoppen? Zo ja, kunt u toelichten wat u gaat doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat er, aangezien de betreffende veehouder jaar na jaar de muizengaatjes van de wet blijft opzoeken en ze dikwijls overtreedt, in 2017 nog 20.000 varkens liet verbranden omdat hij zijn stal niet brandveilig had gemaakt en bovendien decentrale overheden honderdduizenden euro’s aan juridische procedures kost, meer voor nodig is om iemand als de betreffende veehouder te stoppen dan slechts bestuursrechtelijke handhaving gericht op herstel en strafrechtelijk opgelegde boetes? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Herinnert u zich dat zowel u als uw voorgangers hebben aangegeven de mate van overtredingen van deze varkenshouder zorgwekkend te vinden, en derhalve hebben toegezegd de betreffende veehouder regelmatig te blijven inspecteren?

Vraag 7

Kunt u aangeven hoe vaak de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) vanaf de periode augustus 2018 tot op heden op inspectie is geweest bij deze veehouder, welke overtredingen er sindsdien zijn geconstateerd en of dit geleid heeft tot (disciplinaire) maatregelen? Zo ja welke? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8

Kunt u een totaaloverzicht verschaffen van de afgelopen tien jaar met daarin het aantal inspecties door de NVWA bij de betreffende veehouder, de overtredingen die werden geconstateerd en de (disciplinaire) maatregelen die werden opgelegd? Kunt u de (cumulatieve) ernst van de overtredingen duiden?

Vraag 9

Kunt u aangeven of het openbaar ministerie op dit moment genoeg juridische mogelijkheden heeft om een veehouder met een dergelijke geschiedenis op basis van de optelsom van zijn overtredingen een beroeps- of houdverbod op te leggen? Zo nee, waarom niet en bent u bereid hier wat aan te doen? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Staat u nog steeds achter uw uitspraak dat Nederland zich in moet zetten voor een gelijk speelveld in Europa op het gebied van dierenwelzijn?3

Vraag 11

Deelt u de mening dat er geen sprake is van een gelijk speelveld wanneer een varkenshouder met een beroepsverbod in Duitsland vervolgens in Nederland mag doorgaan en uitbreiden? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, waarom niet?

Vraag 12

Kunt u toelichten hoe u de aangenomen motie-Van Kooten-Arissen/Futselaar (Kamerstuk 28 286, nr. 931), waarin u verzocht wordt te komen tot het gebruik van zwarte lijsten voor houders van dieren die een beroepsverbod hebben gekregen, ten uitvoer gaat brengen?

Vraag 13

Kunt u conform uw toezegging de Kamer informeren wat uw eerste verkenning bij gelijkgestemde lidstaten opgeleverd heeft en wat uw inschatting is van de haalbaarheid en planning van het initiatief?4

Vraag 14

Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?

Mededeling

De beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Van Kooten-Arissen over de uitspraak van de Raad van State dat een varkenshouder met een beroepsverbod in Duitsland zijn varkensstal in Nederland mag uitbreiden (uw kenmerk 2019Z05741) vergt vanwege interdepartementale afstemming meer tijd en kunnen helaas niet binnen de gebruikelijke termijn beantwoord worden. Bij de beantwoording van deze vragen wordt het verzoek van de leden Van Kooten-Arissen en Futselaar om een brief over een Europese zwarte lijst meegenomen. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden doen toekomen.


X Noot
2

Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 455, p. 1

X Noot
3

Beleidsbrief Dierenwelzijn, 4 oktober 2018, 28 286, nr. 991.

X Noot
4

Moties en toezeggingen, 9 november 2018, 35 000 XIV, nr. 61.

Naar boven