Vragen van de leden Kuiken (PvdA) en Van Dam (CDA) aan de Minister van Veiligheid en Justitie over gerechtelijke secties die noodgedwongen in België worden uitgevoerd (ingezonden 20 oktober 2017).

Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 november 2017).

Vraag 1

Kent u het bericht «Gerechtelijke secties vermoedelijke slachtoffers misdaden overgedragen naar België»?1

Antwoord 1

Ja

Vraag 2

Hoe beoordeelt u het feit dat een dergelijke noodgreep nodig is door het overlijden van een forensisch patholoog?

Antwoord 2

Ik beoordeel het als een goede oplossing van het NFI om een constructieve samenwerking met Belgische deskundigen aan te gaan. Er is sprake van een acute en tijdelijke situatie die op deze wijze professioneel is ondervangen.

Vraag 3

Is er overwogen om tijdelijk extra expertise voor het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in te huren om het personeelstekort op te vangen?

Antwoord 3

Eén van de overwogen oplossingen voor het tijdelijke en acute capaciteitsprobleem bij het NFI was inderdaad om de Nederlandse pathologen in te schakelen. Met één van hen zijn ook gesprekken gevoerd. Na een gedegen afweging is uiteindelijk gekozen voor samenwerking met het Universitair Ziekenhuis in Antwerpen. Het Universitair Ziekenhuis Antwerpen heeft de benodigde expertise, ervaring en capaciteit om deze werkzaamheden voor het NFI uit te voeren. De afspraken zijn in lijn met het beleid ten aanzien van tijdelijk uitbesteden van forensisch onderzoek als geschetst door de Commissie Winsemius.

Vraag 4

Klopt het dat er al jarenlang is gewaarschuwd dat het NFI dit risico zou lopen door een gebrek aan personeel? Zo ja, waarom is hier dan niet eerder actie op ondernomen?

Antwoord 4

Nee, tot voor kort voldeed de bij het NFI beschikbare bezetting in relatie tot het aantal gevraagde secties. Het team forensische pathologie bestond begin dit jaar uit vier tekenbevoegde forensisch pathologen en twee klinisch pathologen in opleiding tot forensisch patholoog. Op het plotseling overlijden van een tekenbevoegde patholoog was het NFI niet voorbereid.

Vraag 5

Deelt u de opvatting dat samenwerking met externe deskundigen goed is voor de contra-expertise, innovatie en het voorkomen van tunnelvisie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze krijgt die samenwerking nu structureel vorm?

Antwoord 5

Ja, samenwerking met externe deskundigen biedt tal van voordelen. De forensisch pathologen binnen het NFI werken ook al structureel samen met forensisch radiologen buiten het NFI en hebben goede contacten met academische pathologiegroepen. Eén van de NFI-pathologen is ook bijzonder hoogleraar forensisch pathologie aan de Universiteit Maastricht.

Vraag 6

Hebben secties in België consequenties voor de duur die met een sectie is gemoeid en vind de sectie in België onder dezelfde condities plaats (met name ten aanzien van de mate waarin (delen van) organen worden achter gehouden) als in Nederland?

Antwoord 6

Het NFI zal met het Universitair Ziekenhuis Antwerpen duidelijke afspraken maken over de secties in België, waarmee er geen verschil is met de situatie als deze secties door het NFI zelf zouden worden uitgevoerd.

Vraag 7

Deelt u de mening dat het gelukkiger was geweest indien u op voorhand de Kamer over het voornemen om secties buiten Nederland te verrichten had geïnformeerd?

Antwoord 7

Nee, de gemaakte afspraken zijn in lijn met het beleid ten aanzien van het tijdelijk uitbesteden van onderzoeken, zoals geschetst door de Commissie Winsemius in 2013.

Vraag 8

Op welke wijze worden nabestaanden in voorkomende gevallen geïnformeerd over het feit dat een stoffelijk overschot ten behoeve van sectie naar het buitenland wordt vervoerd?

Antwoord 8

De politie informeert de nabestaanden hierover.


X Noot
1

Argos 14 oktober 2017 en Een Vandaag 19 oktober 2017

Naar boven