Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
over het rapport van de CTIVD over de AIVD en het gebrek aan privacy bij informatie-uitwisseling
(ingezonden 30 maart 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) mede namens
Minister van Defensie (ontvangen 11 april 2018).
Vraag 1, 2
Wanneer is het rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
(CTIVD) over de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) en het gebrek aan
privacy bij informatie-uitwisseling aan het departement ter hand gesteld?
Wanneer is de inhoud van het rapport voor het eerst met u en/of uw politiek assistent
gedeeld?
Antwoord 1, 2
De CTIVD heeft het rapport op 9 februari jl. aan mij en het departement aangeboden.
Vraag 3
Was het rapport vergezeld van een advies over het publicatietijdstip?
Antwoord 3
De CTIVD heeft het rapport aangeboden met het verzoek uiterlijk 23 maart 2018 het
rapport, alsmede mijn reactie, aan beide Kamers der Staten-Generaal te zenden conform
de gebruikelijke wettelijke termijn.
Vraag 4
Was u op de hoogte van de inhoud van het rapport ten tijde van de verschillende mediaoptredens
(Nieuwsuur etc) over referendum over de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
(Wiv)?
Vraag 5, 6
Waarom heeft u ervan afgezien op enigerlei wijze de Kamer dan wel het publiek te informeren
over de meest urgente bevinding in het rapport ten aanzien van onrechtmatig delen
van informatie met andere diensten, te meer nu dit een van de springende punten van
de criticasters van de nieuwe Wiv is? Waarom achtte u dit rapport niet relevant voor
de meningsvorming over deze wet?
Deelt u de mening dat dit rapport een ander licht werpt op de nieuwe Wiv? Zo ja, wat
betekent dat voor uw mening over die wet en uw reactie op de uitkomst van het referendum?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6
De CTIVD stelt jaarlijks meerdere toezichtsrapporten vast over diverse onderwerpen
met betrekking tot het werk van de diensten. Overeenkomstig artikel 79 van de Wet
op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 (Wiv2002) worden deze rapporten, inclusief
beleidsreactie, binnen zes weken aan beide Kamers der Staten-Generaal gestuurd. Hierbij
betracht ik altijd maximale transparantie voor zover dat gegeven het onderwerp mogelijk
is. De termijn van verzending aan de Kamer van rapporten is wettelijk vastgelegd.
De ervaring leert dat het bestuderen van deze rapporten en het opstellen van een passende
beleidsreactie altijd een grote inspanning vergt. Het is derhalve gebruikelijk dat
de hele termijn benut wordt.
Het rapport, inclusief beleidsreactie, heb ik kort na de deadline op woensdag 28 maart
naar de Kamer gestuurd. Ik heb mij ingespannen om maximale transparantie te bieden
en dit proces zo snel als mogelijk af te ronden.
Het rapport ziet op het handelen van de AIVD onder de huidige Wiv2002. Het klopt dat
de CTIVD op een punt, de wegingsnotities, alvast vooruitkijkt naar de nieuwe wet.
Juist op dit punt zorgt de nieuwe wet voor extra waarborgen en bovendien voldoet de
dienst op dit punt inmiddels aan de in de nieuwe wet gestelde criteria. Het rapport
werpt hiermee geen ander licht op de Wiv2017.
Vraag 7
Waarom heeft de CTIVD een dergelijk rapport niet eerder opgesteld? Hoe verhoudt dit
rapport zich met de eerdere uitspraken van de voorzitter van de CTIVD dat «de CTIVD
ziet de Wiv als een werkbare wet die niet volmaakt is, maar wel in balans»?
Antwoord 7
De CTIVD is onafhankelijk en bepaalt zelf wanneer en op welke onderwerpen zij onderzoek
verricht en een rapport opstelt en welke uitspraken zij doet.
Over de Wiv2017 heeft de CTIVD op 27 februari jl., dus na vaststelling van rapport
nr. 56, in haar eindbalans aangegeven dat de Wiv2017 in voldoende mate recht doet
aan de balans tussen enerzijds de noodzakelijke uitbreiding van de bevoegdheden, en
anderzijds de toereikende waarborgen. Het rapport werpt hiermee geen ander licht op
de Wiv2017.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de uitslag van het referendum
over de Wiv?