Vragen van de leden Kuzu en Öztürk (beiden Groep Kuzu/Öztürk) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Veiligheid en Justitie over het bericht dat dat de Kinderombudsman wordt bedreigd vanwege haar mening over Zwarte Piet (ingezonden 6 oktober 2016).

Antwoord van Minister Van der Steur (Veiligheid en Justitie), mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 3 november 2016).

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Kinderombudsman Margrite Kalverboer bedreigd»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat de Kinderombudsman naar aanleiding van haar standpunt over Zwarte Piet meerdere malen met de dood is bedreigd?

Antwoord 2

Het kabinet betreurt de bedreigingen die de Kinderombudsman naar aanleiding van haar standpunt over Zwarte Piet heeft ontvangen. Het kabinet betreurt en verafschuwt iedere vorm van bedreiging.

Vraag 3

Wat gaat u doen om de veiligheid van de Kinderombudsman te garanderen?

Antwoord 3

Het is van belang dat de Kinderombudsman ongestoord haar functie kan uitoefenen. Indien dreiging en risico daartoe aanleiding geven, worden er de noodzakelijke beveiligingsmaatregelen genomen. Ik kan echter geen informatie verstrekken over inhoud van eventuele beveiligingsmaatregelen. Inzicht geven in het niveau van maatregelen kan leiden tot extra veiligheidsrisico’s voor betrokkenen. Daarom doe ik nooit uitspraken over al dan niet genomen beveiligingsmaatregelen.

Vraag 4

Bent u zich ervan bewust dat de bedreigingen en verwensingen die de Kinderombudsman ontvangt helaas ook op regelmatige wijze geuit worden aan het adres van vele andere personen in onze samenleving die kritiek of aanmerkingen hebben op Zwarte Piet? Zo ja, wat vindt u hiervan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Ja. Zie verder het antwoord op vraag 2.

Vraag 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15

Hoe bent u voornemens om uw verantwoordelijkheid te nemen en de discussie over Zwarte Piet te de-escaleren en daarbij ieders fysieke en sociale veiligheid te bevorderen?

Waarom neemt de Kinderombudsman wél een standpunt in over Zwarte Piet, maar blijft u dit onderwerp voor u uit schuiven door geen stelling te nemen?

Bent u bereid om een kabinetsstandpunt in te nemen over de kwestie Zwarte Piet? Zo ja, hoe luidt dit standpunt? Zo nee, waarom niet?

Wat gaat u doen met het feit dat de Kinderombudsman klachten krijgt waarin wordt aangegeven dat Zwarte Piet een racistische karikatuur is, een voedingsbodem is voor discriminatie en racisme, en door kinderen als kwetsend wordt ervaren?

Wat vindt u ervan dat de Kinderombudsman stelt dat representatief wetenschappelijk onderzoek over (de gevolgen van) Zwarte Piet ontbreekt en bent u bereid een onderzoek hiernaar uit te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kan de Kamer de uitkomsten verwachten?

Wat gaat u doen met het feit dat verschillende kinderen volgens de Kinderombudsman gedurende het hele jaar discriminatie ervaren op grond van hun huidskleur, maar dat dit rond Sinterklaastijd erger wordt?

Wat gaat u doen met het feit dat verschillende kinderen aan de Kinderombudsman vertellen dat er met pepernoten naar ze is gegooid door hun huidskleur, dat ze Zwarte Piet worden genoemd, dat zij Zwarte Piet associëren met slavernij en dat zij last hebben van hoe de discussie over Zwarte Piet wordt gevoerd?

Deelt u de mening van de Kinderombudsman dat het aannemelijk is dat kinderen worden gepest en gediscrimineerd met verwijzingen naar Zwarte Piet? Zo ja, wat zegt dit over Zwarte Piet volgens u? Zo nee, waarom niet?

Deelt u de conclusie dat Zwarte Piet in strijd is met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind? Zo ja, welke gevolgen heeft dit voor het beleid? Zo nee, waarom niet?

Gaat u iets doen met de aanbeveling om Zwarte Piet te ontdoen van discriminerende en stereotyperende kenmerken? Zo ja, wat? Zo nee, waarom niet?

Bent u bereid om een regierol op u te nemen in het aanmoedigen van ouders, scholen, particuliere en publieke jeugdorganisaties en instellingen, en op jeugdigen gerichte media om hen ertoe te bewegen om ervoor te zorgen dat álle kinderen plezier kunnen hebben aan het Sinterklaasfeest? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15

Het Sinterklaasfeest is een eeuwenoude traditie die wordt vormgegeven door de samenleving en die is blijven bestaan door te veranderen. Het decentrale karakter van het Sinterklaasfeest met honderden lokale intochtcomités, scholen en vele vrijwilligers maakt dat er op veel verschillende plekken een maatschappelijk debat plaatsvindt.

De regering erkent dat in de vertolking van Zwarte Piet negatieve stereotyperingen een rol kunnen spelen. Deze kunnen onbedoeld vooroordelen en discriminatie in de hand werken en mensen kwetsen. Tegelijkertijd acht de regering het van belang te benadrukken dat dit mensen die het kinderfeest altijd met veel vreugde vieren niet tot racist maakt.

Het kabinet is van mening dat een verbod op Zwarte Piet van staatswege niet de uitweg is, maar dat de overheid een rol kan spelen om een respectvolle dialoog te faciliteren zodat er vanuit de maatschappij initiatieven ontstaan om Zwarte Piet een figuur te laten zijn die iedereen recht doet. Het Sinterklaasfeest moet een feest voor alle kinderen zijn en daarom is het kabinet er voorstander van dat het feest met de tijd meegaat.

De Minister van SZW heeft verschillende Ronde Tafels georganiseerd waarin voor- en tegenstanders met elkaar in gesprek zijn gegaan. Na afloop van het laatste overleg hebben voor- en tegenstanders aan tafel zich gezamenlijk uitgesproken tegen iedere vorm van bedreiging, geweld, polarisatie en agressie en er naar te streven het een feest voor alle kinderen te laten zijn.

Wat betreft de bevordering van ieders fysieke veiligheid blijft het uitgangspunt, zoals reeds aangegeven in het antwoord op vraag 3, dat indien dreiging en risico daartoe aanleiding geven, de noodzakelijke beveiligingsmaatregelen zullen worden genomen.

Uit onderzoek van 2015 van het centrum voor Gezinsstudies van de Universiteit Leiden bleek dat kinderen Zwarte Piet meer met een clown associëren dan met mensen met een donkere huidskleur. De onderzoekspopulatie bevatte echter nagenoeg geen kinderen met een donkere huiskleur. Daarom wil de Universiteit Leiden een nieuw onderzoek opzetten om te bezien of kinderen van 5 tot 7 jaar met een donkere huidskleur wonend in de Randstad Zwarte Piet associëren met mensen met een donkere huidskleur of met een fictief figuur.

Naar boven