Vragen van het lid Geurts (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken over het mogelijke einde van de toelating van een actieve stof die onmisbaar is voor de bewaring en export van uien (ingezonden 30 november 2016).

Antwoord van Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) (ontvangen 1 februari 2017). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 761.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Uiensector schrikt van mogelijk verlies van maleïne hydrazide (MH)»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u zich ervan bewust dat het intrekken van de toelating van maleïne hydrazide (MH) grote economische gevolgen heeft voor de Nederlandse uien- en aardappelsector?

Antwoord 2

Ja. Het is mij bekend dat de sector zeer afhankelijk is van middelen op basis van de werkzame stof maleïne hydrazide.

Vraag 3

Bent u ermee bekend dat de Europese Commissie overweegt de toelating van MH niet te verlengen? Zo ja, kunt u aangeven waarom de Europese Commissie dit overweegt?

Antwoord 3

Elke werkzame stof – dus ook maleïne hydrazide – wordt op Europees niveau periodiek (ongeveer elke tien jaar) herbeoordeeld conform het nieuwste Europese toetsingskader. Een herbeoordeling kan leiden tot het verlengen van de goedkeuring als aan alle voorwaarden (géén schadelijke effecten op mens en dier en géén onaanvaardbare effecten op het milieu) wordt voldaan of tot het niet verlengen van de goedkeuring als niet aan alle voorwaarden wordt voldaan. Aangezien het proces van de Europese herbeoordeling nog loopt, wil ik niet vooruitlopen op de uitkomst daarvan.

Vraag 4

Kunt u bevestigen dat over de toelating van MH wordt gesproken bij de vergadering op 6 en 7 december 2016 tussen de Europese Commissie en de nationale autoriteiten in het Permanent Comité voor planten, dieren, Voedsel en Diervoeders (PCVD), onderdeel «Phytopharmaceuticals legislation»?

Antwoord 4

Er is tijdens de vergadering op 6 en 7 december 2016 van het «Standing Committee on Plants, Animals, Food and Feed» gesproken over de fase in het proces, waarin de werkzame stof maleïne hydrazide zich bevindt.

Vraag 5, 6

Gaat u zich er bij bovengenoemd overleg en daarna voor inspannen om ervoor te zorgen dat de tijd wordt gegeven om de vragen gesteld door de European Food Safety Authority (EFSA) over de toelating te beantwoorden, door een tijdelijke verlenging van MH van minimaal een jaar? Zo nee, waarom niet?

Welke mogelijkheden ziet u om MH voor de Nederlandse uien- en aardappelsector de komende jaren beschikbaar te houden?

Antwoord 5, 6

Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 3.

Naar boven