Vraag 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11
Doelde u met uw uitspraak tijdens het debat op 14 januari jl. over de aanslagen in
Parijs «op dit moment is het onze overtuiging dat de AIVD met de huidige bestaffing
en financiering in staat is om te doen wat hij en andere diensten moet doen», op de
inzet in de bestrijding van radicalisering en jihadisme of op de inzet van die dienst
in zijn algemeenheid?
Is er voldoende gespecialiseerde mankracht aanwezig bij de diensten om «terugkeerders»
en andere verdachte individuen te volgen? Welke definitie wordt gehanteerd van een
«terugkeerder»? Welke definitie wordt gehanteerd van «uitreizigers»? Welk percentage
van de terugkeerders en andere verdachte individuen wordt gevolgd?
In hoeverre heeft u concrete kennis en gegevens over de manier waarop de buitenlandse
diensten van andere EU-lidstaten «hun» terugkeerders al dan niet continu volgen? Wilt
u hier uitgebreid op ingaan?
Kunt u aangeven waar en op welke terreinen in binnen- en/of buitenland de inzet is
verminderd als gevolg van door het kabinet aangebrachte herprioritering binnen die
inzet?
Kunt u dit per land, onderwerp en aandachtsgebied specificeren? Zo niet, waarom niet?
Is die vermindering een gevolg van een afgenomen dreiging op die terreinen? Kunt u
dat per terrein specificeren? Zo niet, waarom niet?
Is, na de aankondiging van de bezuinigingen, een aantal medewerkers van de AIVD op
eigen initiatief vertrokken en zo ja, hoeveel mensen betreft dit? Gaat het ook om
medewerkers met een operationele functie, zoals internetanalisten en tolken? In hoeverre
heeft dit geleid tot vermindering van kwaliteit en is dat opgelost?
In het debat hebt u aangegeven dat extra middelen ter beschikking zullen komen als
dat nodig mocht zijn; kunt u aangeven wanneer naar uw oordeel sprake is van een zodanige
situatie? Zo niet, waarom niet? Geldt dit niet nu al voor bepaalde gebieden? Zo ja,
kunt u dit specificeren?
Welke effecten hebben de huidige extra maatregelen rond beveiliging van openbare gebouwen,
synagogen enz. voor de «gewone» politie-inzet? Waar komen de met die maatregelen gemoeide
capaciteit en gelden vandaan? Is het waar dat bijvoorbeeld de voor de ingangen van
de Tweede Kamer postende agenten uit «hun» wijkteams zijn gehaald? Zo ja, vindt u
dat verantwoord? Zo niet, waar komen capaciteit en middelen dan wél vandaan? Vindt
u de beveiliging overigens voldoende?
Wat is landelijk de procedure bij opschaling bij calamiteiten? Kunt u bijvoorbeeld
aangeven wat de huidige aanrijtijden van anti-terreureenheden zijn in geval van een
terroristische aanslag? Zijn die aanrijtijden afdoende, gelet op het dreigingsniveau
en mede gelet op protocollen met betrekking tot het geweldsspectrum? Kunt u dit zoveel
mogelijk specificeren?
Hoe beoordeelt u de samenwerking en informatie-uitwisseling bij de aanpak van jihadisme
tussen rijk, burgemeesters en politieorganisatie? Is de uitwisseling van operationele
informatie tussen deze «lagen» en tussen gemeenten onderling voldoende? Delen de burgemeesters
uw mening? Hoe is de financiering structureel geregeld?
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór 5 februari 12.00 uur a.s.?
Antwoord 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11
De schriftelijke vragen van de leden Roemer (SP), Van Haersma Buma (CDA), Wilders
(PVV), Pechtold (D66), Slob (ChristenUnie), Van Ojik (GroenLinks) en Van der Staaij
(SGP), vraagnummer 2015Z01183, zijn beantwoord middels brief «extra maatregelen terrorismebestrijding en n.a.v.
debat op 14 januari 2015 over de aanslagen in Parijs» (Kamerstuk 29 754, nr. 288).