Vragen van het lid Rebel (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de opmars van e-sigaretten (ingezonden 29 oktober 2013).

Antwoord van Staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 december 2013) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2013–2014, nr. 533

Vraag 1

Bent u bekend met het artikel «Uitvinder van elektrische sigaret investeert in mediacampagne»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de opmars van e-sigaretten in het licht van de op 8 oktober jl. door het Europees Parlement aangenomen tabaksrichtlijn, waarin e-sigaretten weliswaar worden gereguleerd, maar in tegenstelling tot het voorstel van de Europese Commissie niet worden aangemerkt als medische producten? Deelt u de mening dat het zeer teleurstellend is dat e-sigaretten niet onder de Europese geneesmiddelenrichtlijn worden geschaard? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2

Het Europees Parlement heeft zich op 8 oktober 2013 tegen regulering van e-sigaretten onder de Europese geneesmiddelenrichtlijn uitgesproken. Dit wijkt af van de algemene oriëntatie waarin door de Lidstaten van de EU wordt gepleit voor regulering van nicotinehoudende producten boven een bepaalde sterkte onder de Europese Geneesmiddelenrichtlijn. Volgens de Lidstaten biedt regulering onder het geneesmiddelenregime goede garanties dat e-sigaretten op een veilige manier kunnen worden gebruikt bij het stoppen met roken; in meerdere Lidstaten gebeurt dit al op deze manier. Positief is in elk geval dat ook het Europees Parlement eisen wil stellen aan de e-sigaret, eisen onder meer gericht op veilig gebruik, reclame en informatie richting consument. Dit sluit aan bij de lijn die ik zelf heb ingezet. Voor mij is het belangrijk dat er goede garanties komen dat het product veilig gebruikt kan worden. In welk wettelijk kader dit geregeld wordt, is daarbij voor mij niet doorslaggevend.

Op dit moment vinden onderhandelingen plaats tussen het Europese Parlement en de Raad over de uiteindelijke tekst (triloog). Op de uiteindelijke uitkomst van de onderhandelingen kan ik niet vooruit lopen. Mijn verwachting is echter dat op korte termijn een akkoord over deze richtlijn, inclusief het artikel over de e-sigaret, wordt bereikt.

Vraag 3

Deelt u de mening dat moet worden voorkomen dat e-sigaretten rookgedrag normaliseren? Zo ja, wat gaat u hieraan doen, en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

We weten nog onvoldoende over het normaliseren van het rookgedrag door het gebruik van de e-sigaret. Ik deel de mening dat dit een onwenselijke ontwikkeling zou zijn.

Vraag 4

Bent u ervan op de hoogte dat Philip Morris 160 lobbyisten heeft ingezet om bij het Europees Parlement de belangen van de tabaksindustrie te behartigen? Wat is uw rol geweest bij de Europese besluitvorming rond de tabaksrichtlijn?

Antwoord 4

De berichten over de lobbystrategie van Philip Morris heb ik gelezen en hierover heb ik mijn zorgen uitgesproken, meest recentelijk tijdens de behandeling van de wijziging van de Tabakswet in de Tweede Kamer. Verder heb ik, om de behandeling van de richtlijn door het Europees Parlement te bespoedigen, met een aantal Europese collega’s een verklaring ondertekend met een oproep aan het Europees Parlement. Daarnaast heb ik actief contact gezocht met Europarlementariërs. Ook in dit stadium van het traject, waarin wordt onderhandeld tussen de Raad en het Europees Parlement, stelt Nederland zich in de Raadswerkgroepen steeds zeer constructief op.

Vraag 5

Bent u bereid, vooruitlopend op de uitkomsten van het onderhandelingsproces tussen de Europese Raad, de Europese Commissie en het Europees Parlement (de zogenoemde triloog), te zoeken naar wettelijke mogelijkheden die het gebruik van e-sigaretten in ons land aan banden leggen? Zo ja, overweegt u in aanvulling op de door u reeds aangekondigde Algemene maatregel van bestuur (AMvB) onder de Warenwet ook e-sigaretten onder de Geneesmiddelenwet te brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ik kijk ook naar andere wettelijke mogelijkheden om de e-sigaret te reguleren. Hierover zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk informeren. Daarnaast ben ik voornemens een minimumleeftijd in te stellen voor de verkoop van e-sigaretten.

Vraag 6

Bent u voorts bereid de mogelijk schadelijke additieven in e-sigaretten binnen zes maanden in kaart brengen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Het RIVM en de NVWA hebben de veiligheid van de e-sigaret onderzocht2. Over het resultaat van dit onderzoek heb ik op 28 november uw Kamer ingelicht3. Hierin is aandacht besteed aan mogelijke additieven en schadelijke componenten. Daarnaast heb ik het RIVM gevraagd nader onderzoek te doen naar de niveaus van schadelijke stoffen in de uitgeademde lucht en of deze een risico kunnen vormen voor de gezondheid van omstanders. Verder heb ik in Brussel gepleit voor een verplichte ingrediëntenrapportage ten aanzien van de e-sigaret, zoals deze voor tabaksproducten ook al geldt op grond van de huidige Tabaksproductenrichtlijn.

Vraag 7

Bent u bekend met de artikelen «E-cigarettes and the marketing push that surprised everyone»4, «Electronic cigarettes for smoking cessation: a randomized controlled trial»5 en «Use of electronic cigarettes among state tobacco cessation quitline callers»?6

Antwoord 7

Ja.

Vraag 8

Hoe beoordeelt u de conclusies van de genoemde onderzoeken?

Antwoord 8

Het artikel van McKee7 gaat in op de recente toename in marketingactiviteiten voor e-sigaretten en interesse van de tabaksindustrie in de e-sigaret. De e-sigaret zou tabaksfabrikanten de mogelijkheid kunnen bieden om nieuwe generaties beter te bereiken. Daarnaast zou het product rokers de kans kunnen geven om hun nicotineverslaving te onderhouden op plekken met een rookverbod. Ook zou getracht worden om het product sociaal acceptabel te maken. In de studie van Bullen et al.8 zijn verschillende hulpmiddelen voor het stoppen met roken onderzocht, waaronder één merk en type e-sigaret met nicotine. Deze e-sigaret presteerde niet statistisch significant beter dan een nicotinepleister of een e-sigaret zonder nicotine. Ten slotte wordt in de studie van Vickerman et al.9 gekeken naar het gebruik van e-sigaretten door rokers die een stoppoging doen. Van deze deelnemers had ongeveer 30% ooit e-sigaretten gebruikt en minder dan 10% had dit geregeld dan wel dagelijks tijdens de studieduur gedaan. Daarnaast had 5,2% van de deelnemers die daadwerkelijk gestopt waren, in de laatste maand e-sigaretten gebruikt.

Er verschijnen zeer regelmatig artikelen over de e-sigaret in de wetenschappelijke literatuur. Deze artikelen dragen bij aan onze kennis over de e-sigaret. Om conclusies te kunnen trekken over de vraagstukken die in deze artikelen aan de orde komen, moeten de resultaten van meer studies worden meegenomen. Het RIVM en de NVWA hebben zoals reeds in het antwoord op vraag 6 is aangegeven recent dergelijk onderzoek gedaan naar de e-sigaret en in dit onderzoek wordt weergegeven welke conclusies op grond van de huidige stand van de wetenschap kunnen worden getrokken.

Vraag 9

Wat is uw reactie op de gewiekste marketingstrategie van tabaksgiganten om producenten van e-sigaretten op te kopen, om op die manier concurrentie in de kiem te smoren en e-sigaretten beter op de vraag naar echte sigaretten te laten aansluiten?

Antwoord 9

Zoals ook in het artikel van McKee wordt beschreven neemt de interesse van tabaksfabrikanten in e-sigaretten toe. McKee is van mening dat de e-sigaret tabaksfabrikanten de mogelijkheid kan bieden om nieuwe generaties beter te bereiken. Zoals ik heb aangegeven in antwoord op vraag 3 vind ik het onwenselijk als de toename in het gebruik van de e-sigaret zou kunnen leiden tot een toename van het roken onder jongeren.


X Noot
1

Uitvinder van elektrische sigaret investeert in mediacampagne. Het Financieele Dagblad, 16 oktober 2013.

X Noot
2

Houd navulverpakking e-sigaret met nicotine uit buurt van kinderen. Nieuwsbericht NVWA; 28 november 2013. Beschikbaar via: http://www.vwa.nl/actueel/nieuws/nieuwsbericht/2041661/houd-navulverpakking-e-sigaret-met-nicotine-uit-buurt-van-kinderen

X Noot
3

Brief van Staatssecretaris Van Rijn aan de Tweede Kamer over het onderzoek van NVWA en RIVM naar de e-sigaret; 28 november 2013.

X Noot
4

McKee, M., E-cigarettes and the marketing push that surprised everyone. British Medical Journal, 26 september 2013.

X Noot
5

Bullen C., Howe C., Laugesen M., McRobbie H. et al. Electronic cigarettes for smoking cessation: a randomized controlled trial. Lancet, 7 september 2013.

X Noot
6

Vickerman K., Carpenter K., Altman T., Nash, C. & S. Zbikowski. Use of electronic cigarettes among state tobacco cessation quitline callers. Nicotine and Tobacco Research.

X Noot
7

McKee, M., E-cigarettes and the marketing push that surprised everyone. British Medical Journal, 26 september 2013.

X Noot
8

Bullen C., Howe C., Laugesen M., McRobbie H. et al. Electronic cigarettes for smoking cessation: a randomized controlled trial. Lancet, 7 september 2013.

X Noot
9

Vickerman K., Carpenter K., Altman T., Nash, C. & S. Zbikowski. Use of electronic cigarettes among state tobacco cessation quitline callers. Nicotine and Tobacco Research.

Naar boven