Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over spanningen tussen het Malinese regime en Bert Koenders als hoofd van de VN-vredesmacht in Mali (ingezonden 30 januari 2014).

Antwoord van Minister Timmermans (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 28 februari 2014)

Vraag 1

Wat is uw oordeel over het bericht «Positie van Bert Koenders in gevaar»?1

Antwoord 1

Het bericht is gebaseerd op een eerder bericht in Le Nouvel Observateur van 16 januari jl. dat vervolgens door een deel van de Malinese pers is overgenomen. Het betreft geen citaten uit een persbericht van de Malinese overheid, zoals BNR veronderstelt. De berichtgeving suggereert een slechte werkrelatie tussen de heer Koenders en de Malinese president Keïta. Voor zover het kabinet bekend, is hiervan geen sprake.

Vraag 2

Is het waar dat de president van Mali de heer Koenders beschuldigt van partijdigheid inzake de bemiddeling tussen strijdende partijen? Zo ja, in welk opzicht zou sprake zijn van partijdigheid?

Antwoord 2

Le Nouvel Observateur baseert zich op een anonieme bron, die claimt dat president Keïta zich kritisch heeft uitgelaten. Voor zover het kabinet bekend, is hiervan geen sprake. De heer Koenders heeft als hoofd van de VN-missie MINUSMA een mandaat van de VNVR om te bemiddelen in het conflict tussen de partijen in Mali. Hij spreekt daartoe regelmatig met alle bij Mali betrokken actoren, inclusief president Keïta, en andere leden van de Malinese regering, alsmede vertegenwoordigers van de strijdende partijen.

Vraag 3

Hoe oordeelt u over de opmerking van VN-deskundige Dick Leurdijk met betrekking tot de bemiddeling van de heer Koenders: «Als hij [Koenders] dat niet naar behoren doet, dan zal de secretaris-generaal van de VN zich moeten beraden op Koenders» positie»?

Antwoord 3

Deze woorden komen voor rekening van de heer Leurdijk.

Vraag 4

Deelt u de mening van de heer Leurdijk dat, als de berichtgeving omtrent de spanningen tussen de Malinese president enerzijds en de heer Koenders c.s. anderzijds op waarheid berust, de grondslag onder de aanwezigheid van de top van de internationale gemeenschap in Mali wegvalt? Zo ja, welke gevolgen trekt u daaruit?

Antwoord 4

Zie het antwoord op vraag 3.

Vraag 5

Hoe staat het met het verzoeningsproces tussen de strijdende partijen in Mali? Welke vorderingen worden geboekt?

Antwoord 5

Het verzoeningsproces in Mali verloopt langzaam. Verzoening hangt voor een deel af van het onderhandelingsproces met rebellenbewegingen dat momenteel in een impasse zit. De eis van president Keïta aan de rebellen om eenzijdig te ontwapenen alvorens hij bereid is te onderhandelen speelt hierbij een rol. De heer Koenders is als hoofd van MINUSMA actief op zoek naar oplossingen om het proces weer op gang te brengen.

Gezien de complexiteit van het conflict, de veelheid aan actoren, de onderliggende oorzaken en lange geschiedenis van tegenstellingen in Mali en de bredere regio voorziet het kabinet geen snelle oplossingen. Het is van belang dat de internationale gemeenschap zichtbaar betrokken blijft en druk blijft uitoefenen op alle betrokkenen om tot een onderhandelingsresultaat te komen.

Vraag 6

Welke stappen worden (door u) ondernomen in reactie op deze berichten?

Antwoord 6

Zoals in bovenstaande antwoorden aangegeven, ziet het kabinet geen noodzaak tot stappen in reactie op de genoemde berichten.

Naar boven