Vragen van het lid Bouwmeester (PvdA) en Bruins Slot (CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over toename openstaande rekeningen in de zorg (ingezonden 24 december 2013).

Antwoord van Minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 5 februari 2014).

Vraag 1

Kent u het bericht waaruit blijkt dat er steeds meer onverzekerde mensen hun ziekenhuisrekening niet betalen?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat iedereen de basiszorg moet krijgen die nodig is, maar dat dan ook iedereen verzekerd moet zijn of zijn rekening dient te betalen, omdat anders de solidariteit van het stelsel wordt aangetast?

Antwoord 2

Ja. Ik deel deze mening. Wel merk ik op dat in onze maatschappij ook het uitgangspunt geldt dat indien mensen acuut medische zorg nodig hebben, onverzekerd zijn en de rekening niet zelf kunnen betalen, deze zorg toch niet wordt onthouden.

Vraag 3

Klopt het dat er sprake is van een leemte in de regelgeving, waardoor onverzekerde EU-burgers niet effectief aangepakt kunnen worden om zich te verzekeren, dan wel hun rekening te betalen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

Antwoord 3

Voor het antwoord op deze vraag is het noodzakelijk onderscheid te maken naar de verblijfstitel. Op grond van Europese regelgeving hebben personen met de nationaliteit van een EU- of EER-lidstaat of Zwitserland het recht om in een ander EU-land te kunnen verblijven. Voor een verblijf van minder dan drie maanden mogen geen voorwaarden worden gesteld en hoeft betrokkene alleen in het bezit te zijn van een identiteitsbewijs. Dit betekent dat «toeristen» uit deze landen hier vrij kunnen verblijven, ook als zij niet beschikken over een dekking tegen ziektekosten2.

Als deze personen langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven moeten zij aantonen dat zij in hun levensonderhoud kunnen voorzien en een zorgverzekering hebben. Voor verblijf langer dan drie, respectievelijk vier maanden is inschrijving bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), respectievelijk in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) verplicht. Werknemers uit vrijwel alle landen van de EU of de Europese Economische Ruimte (EER) kunnen in Nederland werken zonder vergunning. 3

Indien EU-ingezetenen in Nederland wonen of gaan werken, wordt op hen de Nederlandse wetgeving van toepassing, en ontstaat uit dien hoofde AWBZ-verzekering en Zvw-verzekeringsplicht.

Op grond van de nationale wetgeving is een persoon verzekerd ingevolge de volksverzekeringen, waaronder de AWBZ, en verzekeringsplichtig ingevolge de Zorgverzekeringswet, als hij ingezetene is van Nederland of als niet-ingezetene in Nederland werkt. Alleen dan mag en moet hij een Nederlandse zorgverzekering sluiten.

Effectieve aanpak van de groep onverzekerde verzekeringsplichtigen is mogelijk door opsporing. Daarvoor verwijs ik naar het antwoord bij de volgende vraag.

Voor zover het gaat om effectief aanpakken van het betalen van rekeningen kunnen ziekenhuizen zelf ook stappen zetten. Dit is wettelijk afdoende geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Van een aantal ziekenhuizen is bijvoorbeeld bekend dat deze voor niet-acute zorg een voorschot vragen van de betreffende persoon.

Vraag 4

Heeft het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) ook een taak om deze groep onverzekerde EU-burgers op te sporen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?

Antwoord 4

Ja. Ingevolge de Wet opsporing en verzekering onverzekerden zorgverzekering (Ovoz) kunnen onverzekerde verzekeringsplichtigen worden opgespoord indien zij bekend zijn in de gemeentelijke basisadministratie. Opsporing gebeurt immers aan de hand van het burgerservicenummer.

Met ingang van 6 januari 2014 is de Wet basisregistratie personen in werking getreden. De basisregistratie personen (bpr) wordt gevormd uit de gemeentelijke basisregistratie (GBA) en de (nieuw opgezette) registratie niet-ingezetenen (RNI). In de RNI worden onder meer personen opgenomen die niet of korter dan 4 maanden in Nederland wonen en een relatie hebben met Nederlandse overheidsinstellingen, zoals mensen die tijdelijk in Nederland werken of in het buitenland pensioen ontvangen. Vanaf genoemde datum kunnen niet-ingezetenen bij achttien gemeenten in Nederland terecht voor inschrijving in de RNI. Ook wordt de RNI gevuld door de Belastingdienst, de Sociale Verzekeringsbank, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en het College voor Zorgverzekeringen, met gegevens van personen die buiten Nederland verblijven en een inkomensverhouding met Nederland hebben. Iemand die is ingeschreven in de GBA of RNI krijgt ook een burgerservicenummer. Op den duur kunnen dus ook verzekeringsplichtige niet-ingezetenen beter worden opgespoord dan op basis van de huidige bestandsvergelijking.

Opsporing van EU-onderdanen die zich niet inschrijven of hebben ingeschreven in de GBA of RNI, omdat het op grond van de regelgeving niet nodig is of omdat zij dit hebben nagelaten, is op grond van de Wet Ovoz niet mogelijk omdat deze mensen geen burgerservicenummer hebben. Als het gaat om mensen die hier korten dan drie maanden verblijven, zoals toeristen, is dit ook ondoenlijk en ongewenst.

Het kabinet heeft al eerder aangegeven de met het vrije verkeer van personen uit nieuwe EU-lidstaten samenhangende problematiek op diverse manieren aan te pakken, bijvoorbeeld door betere voorlichting en door betere handhaving van de registratieplicht. Ik verwijs kortheidshalve naar de brief van 13 september 2013 van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Kamerstukken II, 29 407, nr. 175). Het beleid is om mensen zonder burgerservicenummer uit EU-landen op te sporen, bijvoorbeeld via gegevensuitwisseling tussen de Inspectie SZW en gemeenten, en hen alsnog in te schrijven in GBA of RNI.

Vraag 5

Bent u bereid het CVZ onderzoek te laten doen naar de aard, omvang en oorzaak van het niet afsluiten van een verzekering door niet verzekerde EU-burgers, en het niet betalen van rekeningen voor zorgkosten? Bent u bereid het CVZ te vragen welke maatregelen genomen moeten worden om wanbetaling tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 5

Ik vind onderzoek naar de aard, omvang en oorzaak van het niet afsluiten van een verzekering door niet verzekerde EU-burgers geen taak voor het CVZ, noch een taak voor de Nederlandse overheid als zodanig. Private ondernemingen, waaronder ziekenhuizen, moeten in staat zijn om te beoordelen welke maatregelen nodig zijn om wanbetaling van onbetaalde rekeningen zoveel mogelijk te voorkomen. Het voorkomen en tegengaan van wanbetaling behoort tot de normale bedrijfsvoering van de onderneming.

Recent heb ik de NVZ en NFV gevraagd of zij in kaart willen brengen welke opbrengsten ziekenhuizen missen door onverzekerden, om welke aantallen onverzekerden het gaat, om zo een beeld te krijgen van de stand van zaken.


X Noot
1

Miljoenenschade door onverzekerde Oost-Europeanen (RTL Nieuws, 20 december 2013), via http://www.rtlnieuws.nl/nieuws/binnenland/onverzekerde-oost-europeanen#

X Noot
2

De meeste MOE-landen kennen overigens een ingezetenenstelsel, zodat iemand die kort in Nederland verblijft en acuut zorg nodig heeft, in beginsel verzekerd is in het woonland. In Europese regelgeving is voorzien in betaling van de kosten in deze situaties. Uit informatie van CVZ blijkt, dat er geen betalingsproblemen met deze landen zijn.

X Noot
3

Tot 1 januari jl. dienden werkgevers van werknemers uit Bulgarije en Roemenië een tewerkstellingsvergunning te hebben. Staatsburgers van Kroatië mogen tot uiterlijk 1 juli 2020 niet als werknemer werken in Nederland zonder dat hun werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning. Kroatië is sinds 1 juli 2013 lid van de EU.

Naar boven