Vragen van de leden Jadnanansing en Kuiken (beiden PvdA) aan de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over problemen bij de opleiding tot ambulancebroeder (ingezonden 5 juli 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 1 oktober 2012). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2011–2012, nr. 3059.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht «Studie medisch hulpverlener op losse schroeven»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe kan het dat een sector om een bepaalde opleiding vraagt en vervolgens geen stageplaatsen kan of wil aanbieden?

Antwoord 2

De ziekenhuizen hebben bij de ontwikkeling van de opleiding medisch hulpverlener aangegeven dat zij behoefte hebben aan deze opleiding en zijn enthousiast over de opleiding medisch hulpverlener.

De sector geeft aan dat de nieuw opgeleiden nog wel plaats moeten vinden op de werkvloer. Nu het aantal aanmeldingen van studenten voor deze opleiding de verwachtingen overtreft, is het ingewikkelder geworden. Het aantal aangeboden stageplaatsen is daarmee onvoldoende voor het aantal studenten. De hogescholen en het werkveld hebben elk jaar overleg over het aantal toe te laten studenten. Afgelopen jaar is de instroom van het aantal studenten van 90 plaatsen naar 75 plaatsen teruggebracht.

Voor de ambulancesector en de spoedeisende hulp in de ziekenhuizen is daarbij het vraagstuk van de juridische inbedding van de afgestudeerden van de opleiding medisch hulpverlener rond de bevoegdheden in de voorbehouden handelingen relevant. Daarover wordt met het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de hogescholen, de ziekenhuizen en de ambulancesector gesproken, met als doel op zo kort mogelijke termijn doch in ieder geval (ruim) voordat de studenten zijn afgestudeerd en de arbeidsmarkt betreden, zij een volwaardig eigenstandig beroep in de zorg kunnen uitoefenen. Hierbij is, voor zover mogelijk, een breed gedragen advies vanuit de sector noodzakelijk.

Vraag 3

Deelt u de mening dat de student nu de dupe wordt en het tekort aan medisch hulpverleners niet slinkt en dat deze situatie ongewenst is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen om dit probleem voor de student zo snel mogelijk op te lossen?

Antwoord 3

Ja, die mening deel ik. Onzekerheid voor studenten over de toekomst van de beroepsuitoefening is altijd ongewenst, ook in het geval van de opleiding medisch hulpverlener. Ik heb in de beantwoording van vraag 2 aangegeven dat het ministerie in gesprek is met het veld over de noodzaak en mogelijkheden van juridische inbedding van de afgestudeerden op de arbeidsmarkt. Om zorg te dragen voor voldoende stageplaatsen is de opleiding medisch hulpverlener vanaf het collegejaar 2012–2013 opgenomen in het Stagefonds. Het Stagefonds maakt het mogelijk dat zorginstellingen die stageplaatsen realiseren voor deze studenten een bijdrage krijgen voor de kosten van de stagebegeleiding. Ik ga er vanuit dat de opname in het Stagefonds zijn vruchten zal afwerpen wat betreft het positief beschikbaar stellen van stageplaatsen. Gelet op het feit dat de opleiding pas recent is opgenomen in het fonds zijn op dit moment hierover nog geen resultaten bekend.

De ziekenhuizen hebben tevens initiatief genomen om in samenwerking met de hogescholen zowel de inbedding als overige organisatorische problemen gezamenlijk op te pakken. Zo wordt het beroepsbeeld nader gespecificeerd en wordt binnen de zorginstellingen nader naar passende stages gezocht.


X Noot
1

de Volkskrant, 5 juli 2012.

Naar boven