Vragen van de leden El Fassed (GroenLinks), Verhoeven (D66), Voordewind (CU), Eijsink (PvdA), Jasper van Dijk (SP) en Koppejan (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over het schip de Chariot dat naar verluidt munitie vervoerde met bestemming Syrië (ingezonden 23 januari 2012).

Antwoord van minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 8 februari 2012).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichtgeving rond het schip de Chariot dat naar verluidt munitie vervoerde met bestemming Syrie?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Bent u bereid de Cypriotische regering om opheldering te vragen over de gang van zaken rond het transport dat enige tijd in Limassol lag aangemeerd? Wilt u daarbij vragen:

  • hoe de Cypriotische regering heeft geoordeeld ten aanzien van de toen reeds bekende eindbestemming?

  • welke voorwaarden aan de kapitein van het schip, dan wel aan de eigenaar van de lading zijn gesteld?

  • op welke manier contact is geweest met de Russische autoriteiten en met Europese collega's met betrekking tot de handhaving van het EU wapenembargo tegen Syrië?

  • hoe de Cypriotische wet- en regelgeving ten aanzien van de doorvoer van wapens is vormgegeven?

Antwoord 2

De doorvoer van wapens of munitie via een EU-lidstaat naar Syrië is in strijd met het EU wapenembargo tegen Syrië van 9 mei 2011. Mede op Nederlands initiatief is Cyprus hierover in EU context aangesproken.

Vraag 3

Bent u bereid richting de Russische regering uw zorg uit te spreken, temeer daar de leverancier naar verluidt het staatsbedrijf Rosoboronexport zou zijn?

Antwoord 3

Ik zal mij ervoor inspannen dat de EU richting de Russische regering zorg uitspreekt en de Russische regering verzoekt wapenleveranties aan Syrië stop te zetten.

Vraag 4

Kunt u aangeven welke status doorvoer heeft bij de naleving van wapenembargo's, meer in het bijzonder met betrekking tot dit transport?

Antwoord 4

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoe Nederland in een vergelijkbare situatie zou hebben opgetreden? Zou voor Nederland een rol hebben gespeeld dat geen overslag zou hebben plaatsgevonden (transit vs. transhipment)? Hoe waardeert u dit, in het licht van uitspraken van deze regering dat NAVO-bondgenoten en EU-landen op dezelfde wijze toetsen aan het Gemeenschappelijk Standpunt?

Antwoord 5

Export en doorvoer van wapens en munitie naar Syrië is sinds 9 mei 2011 verboden onder het EU wapenembargo. Het onderscheid tussen doorvoer met of zonder overlading is hier irrelevant. Op basis van het embargo zouden de Nederlandse autoriteiten elke aanvraag afwijzen voor doorvoer van militaire goederen via Nederland naar Syrië. Nederland verwacht dat alle EU-lidstaten zich houden aan EU wet- en regelgeving, inclusief door de EU ingestelde wapenembargo’s.

Vraag 6

Bent u van mening dat het van belang is binnen Europa tot meer harmonisering te komen met betrekking tot wapendoorvoer en zo ja, bent u bereid al dan niet aan de hand van dit specifieke voorbeeld dit onderwerp binnen de COARM2 te agenderen?

Antwoord 6

Zowel in de COARM als in RELEX – de werkgroep die sanctieregelgeving opstelt – benadrukt Nederland dat controle op doorvoer vanuit de EU in alle lidstaten in ieder geval zo effectief dient te zijn dat geen Europese of internationale wapenembargo’s worden overtreden.

Vraag 7

Bent u bereid u in internationaal verband in te zetten voor mogelijkheden tot strafrechtelijke vervolging van de kapitein en/of eigenaar van het schip en de lading in verband met het naar verluidt schenden van afspraken met Cyprus, dan wel het inschakelen van Europol/Interpol?

Antwoord 7

Het is primair aan de vlaggenstaat (Saint Vincent and the Grenadines) of de havenstaat (Cyprus) om waar mogelijk actie te ondernemen. De vlaggenstaat is in dit geval niet gebonden aan het EU wapenembargo tegen Syrië. Het is daarom in eerste instantie aan Cyprus te besluiten welk vervolg aan deze zaak te geven en te beoordelen of strafrechtelijke vervolging geboden is.

Naar boven