Vragen van de leden Gerbrands en Van Klaveren (beiden PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de vergoeding van anti-homotherapie (ingezonden 19 januari 2012).

Antwoord van minister Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 februari 2012).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht «Verzekeraars en medici tegen christelijke homotherapie»?1

Antwoord 1

Zorg die voor vergoeding uit de zorgverzekering in aanmerking komt, moet gericht zijn op behandeling van een ziekte of een stoornis. Bovendien moet de behandeling voldoen aan de stand van wetenschap en praktijk en dus bewezen effectief zijn. Ook moet het om een zorgvorm gaan die de betreffende beroepsbeoefenaren plegen te bieden. Homoseksualiteit of een homoseksuele geaardheid is geen ziekte en geen stoornis. Daarnaast is de reactie vanuit de beroepsgroepen klinisch-psychologen en artsen een bevestiging van het feit dat een therapie gericht op het «genezen» van homoseksualiteit geen zorg is die deze beroepsgroepen plegen te bieden. Dit alles maakt dat een therapie gericht op het «genezen» van homoseksualiteit of van een homoseksuele geaardheid niet behoort tot het pakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het is zorgverzekeraars niet toegestaan zorg te vergoeden die niet behoort tot het pakket.

Uit het inspectiebezoek dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) aan de betreffende instelling heeft gebracht blijkt echter dat er geen sprake is van het verlenen van een dergelijke therapie.

Vraag 2

Deelt u de opvatting dat homoseksualiteit geen ziekte is?

Antwoord 2

Ja.

Vraag 3

Klopt het dat zorgverzekeraars verplicht zijn deze anti-homotherapie te vergoeden, omdat de zorgorganisatie die deze therapie aanbiedt een erkende instelling is?

Antwoord 3

Neen. Uitsluitend behandelingen die deel uitmaken van het pakket van de Zorgverzekeringswet moeten de zorgverzekeraars vergoeden indien een verzekerde op die behandeling is aangewezen. Dit geldt ook voor toegelaten instellingen.

Vraag 4

Betekent een dergelijke erkenning van een zorginstelling dat er straffeloos onzintherapieën kunnen worden aangeboden?

Antwoord 4

Nee, zie mijn antwoorden op de vragen 1 en 3. Overigens blijkt uit het inspectiebezoek dat de IGZ aan bedoelde instelling heeft gebracht geen sprake te zijn van onzintherapieën.

Vraag 5

Deelt u de mening dat alleen wetenschappelijk bewezen behandelingen vanuit het basispakket vergoed dienen te worden?

Antwoord 5

Ja, dat is het uitgangspunt voor het pakket van de Zorgverzekeringswet. Zie het antwoord op vraag 1.

Vraag 6

Hoe gaat u ervoor zorgen dat deze verwerpelijke anti-homotherapie direct uit het basispakket verdwijnt?

Antwoord 6

Zie het antwoord op vraag 1. Therapie gericht op het «genezen» van homoseksualiteit behoort niet tot het basispakket. Bovendien blijkt in dit geval geen sprake te zijn van anti-homotherapie. Als bij de IGZ alsnog melding wordt gedaan over zo’n «behandeling» dan zal de IGZ dat direct natrekken en hieraan indien nodig maatregelen verbinden.

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Voortman (GroenLinks), ingezonden 19 januari 2012 (vraagnummer 2012Z00707) en Hennis-Plasschaert (VVD), ingezonden 19 januari 2012 (vraagnummer 2012Z00709).


X Noot
1

Trouw, 17 januari 2012.

Naar boven