Vragen van het lid
Recourt
(PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie over particulieren die hun auto uitlenen en verliezen vanwege openstaande
verkeersboetes van een ander (ingezonden 10 december 2010).
Mededeling van staatssecretaris
Teeven
(Veiligheid en Justitie) (ontvangen 7 januari 2011).
Vraag 1
Kent u het bericht «Wet Mulder dupeert auto-uitlener» en de tv-uitzending Meldpunt over dit onderwerp?1
Vraag 2
Klopt het gestelde dat een particulier die te goeder trouw een auto uitleent aan iemand die openstaande verkeersboetes heeft,
het risico loopt dat die auto in beslag wordt genomen op grond van bepalingen in de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving
Verkeersvoorschriften (Wet Mulder)? Zo ja, wat heeft de wetgever precies met deze bepaling beoogd? Zo nee, wat is dan niet
waar aan wat daar wordt gesteld?
Vraag 3
Hoever gaat de verantwoordelijkheid van iemand die zijn auto uitleent om na te gaan of degene aan wie hij de auto uitleent,
verkeersboetes heeft openstaan?
Vraag 4
Heeft de wetgever bij de totstandkoming van de Wet Mulder bewust rekening gehouden met de gevolgen voor auto-uitleners, zoals
die in de tv-uitzending aan de orde kwamen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, deelt u dan de mening dat de Wet Mulder of
het uitvoering geven aan die wet aanpassing behoeft?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de volgende zinsnede uit artikel 28b Wet Mulder «een voertuig waarover degene aan wie de administratieve
sanctie is opgelegd, vermag te beschikken» er niet toe zou mogen leiden dat degene die het desbetreffende voertuig te goeder
trouw heeft uitgeleend, wordt geconfronteerd met de verdere gevolgen van het buitengebruik stellen van dat voertuig? Zo ja,
op welke wijze gaat u bewerkstelligen dat de auto-uitlener niet op deze wijze wordt gedupeerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat, aangezien de officier van Justitie op grond van artikel 28b Wet Mulders kan bepalen een voertuig buiten
gebruik te stellen of op grond van artikel 29 van die wet bevoegd is het voertuig naar een daartoe aangewezen plaats over
te brengen, de officier bij het gebruik maken van die bepalingen zou moeten meewegen in welke mate de eigenaar van het voertuig
aangerekend kan worden dat hij het voertuig heeft uitgeleend aan iemand die verkeersboetes heeft openstaan? Zo ja, op welke
wijze gebeurt dat of zou dat moeten gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat het voor de rechthebbende van een voertuig, niet zijnde de verkeerszondaar, onbillijk kan zijn om van
die rechthebbende te verwachten dat hij zowel de kosten van overbrenging en bewaring als ook de openstaande boetes moet betalen
alvorens hij zijn voertuig kan terugkrijgen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit veranderen? Zo nee, waarom niet? Is hierbij
van belang dat de mogelijkheid van verhaal van de rechthebbende van een voertuig op de verkeerszondaar illusoir moet worden
geacht omdat de bewaring nu juist is toegepast omdat de verkeerszondaar geen verhaal biedt?
Vraag 8
Kan de wettelijk vastgelegde mogelijkheid dat een rechthebbende, niet zijnde de verkeerszondaar, zijn voertuig vanwege verkeersboetes
van een ander verliest een inbreuk opleveren op het eigendomsrecht, zoals dat is vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek dan
wel in artikel 1 van het eerste protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)? Zo ja, in hoeverre is
die beperking gerechtvaardigd en welke jurisprudentie bestaat er op dit punt? Zo nee, welke conclusie verbindt u hieraan?
Is bij de beantwoording van deze vraag van belang of het voertuig is uitgeleend in de uitoefening van een bedrijf (bijvoorbeeld
een autoverhuurder) of als particulier? Is voorts bij de beantwoording van deze vraag van belang het geval dat het voertuig
voor ommekomst van de bewaartermijn van vier weken is verkocht of vernietigd omdat dit voertuig onvoldoende verhaal biedt?
Vraag 9
Deelt u de mening dat de dwangmiddelen buitengebruikstelling, overbrenging en inbewaringstelling van een voertuig, zoals bepaald
in de artikelen 28b en 29 van de wet Mulder, niet effectief zijn in de zin van het alsnog innen van de boetes als niet de
auto van de verkeerszondaar in beslag is genomen maar die van een derde die de auto heeft uitgeleend? Zo ja, welke conclusie
trekt u daaruit? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het onredelijk is om van de particuliere eigenaar van een auto te verwachten dat hij de kosten voor
het buitengebruikstelling, overbrenging en inbewaringstelling van een voertuig plus de boete van de overtreder op wiens naam
de boetes staan terugvordert, aangezien die eigenaar geen partij is of was bij het opleggen van de boete? Zo ja, welke conclusie
trekt u hier uit? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Hierbij bericht ik u dat de schriftelijke vragen van het lid Recourt (PvdA) over particulieren die hun auto uitlenen en verliezen
vanwege openstaande verkeersboetes van een ander (ingezonden 10 december 2010) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen
worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie ontvangen is.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
XNoot
1http://www.meldpunt.tv/?waxtrapp=wtwluEsHnHUVgBJNN#tpwpoFsHnHUVgBJNND , Omroep Max, 2 december 2010.