Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1321
Vragen van het lid Heerts (PvdA) aan de minister van
Justitie over het aantal kinderen waarvan de DNA in de DNA-bank zit. (Ingezonden 10 december 2009)
1
Kent u het bericht «Duizenden kinderen in DNA-databanken»?1
2
Kloppen de cijfers van het aantal kinderen in de DNA-databanken, te weten
12.000? Zo nee, wat zijn dan de juiste cijfers?
3
Is het waar dat kinderen ook voor delicten, zoals een vechtpartijtje of
fikkie stoken, in de databanken worden opgenomen? Zo ja, is dit in lijn met
het beleid ten aanzien van het opslaan van gegevens van verdachten? Wordt
bij het louter opleggen van een taakstraf ook DNA afgenomen en opgeslagen
in de DNA-databanken? Zo nee, wat zijn grofweg de strafrechtelijke achtergronden
van de kinderen die in de DNA-databanken zitten?
4
Is het waar dat aan kinderen voor een zelfde delict vaker een ander soort
straf wordt opgelegd dan aan volwassenen, bijvoorbeeld een taakstraf in plaats
van een boete? Zo ja, heeft dit gevolgen voor het al dan niet afnemen van
DNA-materiaal?
5
Worden de DNA-gegevens van de kinderen net zolang in de DNA-databanken
bewaard als de DNA-gegevens van volwassenen? Zo nee, hoelang blijven die gegevens
in de databanken?
6
Is ooit overwogen om de DNA-gegevens van kinderen als zij 18 jaar worden
uit de DNA-databank te verwijderen dan wel op dat moment te overwegen of die
gegevens nog in die databank moeten blijven? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat
was de uitkomst?
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 21 januari 2010) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2009–2010, nr. 1129
2
Nee, een aantal van 4.808 minderjarigen is opgenomen in de DNA-databanken.
De peildatum voor dit aantal is 23 september 2009.
3
Alleen de jeugdigen die door de rechter zijn veroordeeld voor ernstige
delicten en jeugdige veelplegers komen in aanmerking in de regel voor opname
in de DNA-databank.
Wanneer de taakstraf door de officier van justitie wordt opgelegd, volgt
geen opname in de DNA-databank. Na een veroordeling door de rechter kan dat
wel, maar de officier van justitie zal bij jeugdigen altijd een afweging maken
of hij een bevel om DNA af te staan noodzakelijk acht, gezien de aard en ernst
van het delict, recidive en omstandigheden van de jeugdige.
4
In het jeugdstrafrecht staat gedragsbeïnvloeding centraal. Daarom
zal uit pedagogische overwegingen eerder een taakstraf gegeven worden dan
een geldboete. Zoals in het antwoord op vraag 3 is uiteengezet, betekent dit
niet automatisch een opname in de DNA-databank.
5
Ja, voor het bewaren van de DNA-profielen van minderjarige verdachten
en veroordeelden gelden dezelfde termijnen als voor het bewaren van de DNA-profielen
van meerderjarige verdachten en veroordeelden.
6
Bij het bepalen van de bewaartermijnen is destijds niet overwogen om de
DNA-profielen van de minderjarige verdachten en veroordeelden te laten vernietigen
op het moment dat zij achttien jaar worden. Voor minderjarigen geldt, evenals
voor meerderjarigen, dat het van belang is dat door hen gepleegde misdrijven
op efficiënte wijze kunnen worden opgehelderd en dat zij ervan worden
weerhouden nieuwe strafbare feiten te plegen, ook na hun achttiende jaar.
Het opnemen van hun DNA-profiel in de DNA-databank kan daarbij behulpzaam
zijn. De kans op recidive neemt bovendien niet af door het enkele feit dat
zij meerderjarig worden.
XNoot
1 Nu.nl, 8 december 2009