Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
1786
Vragen van het lid Teeven (VVD) aan de minister van Justitie
over dertig aangiften van slachtoffers/ gedupeerden bij de regiopolitie
Twente tegen het handelen van een neuroloog van het streekziekenhuis Twente
en de handelswijze van het OM te Almelo. (Ingezonden 14 januari
2009)
1
Weet u dat begin 2007 door 30 gedupeerden/slachtoffers aangifte is gedaan
wegens letsel door schuld/onverantwoord medisch handelen door een neuroloog
in Twente? Waarom heeft het Openbaar Ministerie te Almelo, in tegenstelling
tot hetgeen was toegezegd aan de vertegenwoordiger van de aangevers/gedupeerden,
geen uitsluitsel gegeven over het al dan niet vervolgen van deze verdachte?1
2
Acht u het feit dat de zaak en de berichtgeving aan de aangevers/gedupeerden
geen prioriteit had niet in schrille tegenstelling tot de mededelingen over
de bejegening van slachtoffers, zoals die door u worden gedaan aan de Kamer?
3
Acht u het toelaatbaar dat een zaak als onderhavige tegen deze neuroloog
geen prioriteit heeft bij het OM te Almelo, dit in het licht van uw beleid
inzake slachtoffers?
4
Wanneer wordt er door het OM te Almelo een beslissing genomen over het
al dan niet vervolgen van de betreffende neuroloog en hoe worden de aangevers/gedupeerden
geïnformeerd?
5
Acht u het wenselijk dat door deze zeer onredelijke en lange termijnoverschrijding
een klacht op grond van artikel 12 Sv over eventuele niet-vervolging bij het
Hof Arnhem wellicht niet ontvankelijk wordt verklaard?
6
Bent u voornemens de hoofden van de arrondissementsparketten erop te wijzen
dat het tijdig informeren van slachtoffers over het eventueel niet verder
vervolgen van verdachten een kerntaak van het OM is?
Antwoord
Antwoord van minister Hirsch Ballin (Justitie) (ontvangen 5 maart 2009) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 1385
1
Uit mij door het College van procureurs-generaal verstrekte inlichtingen
maak ik op dat er bij het parket Almelo begin 2007 geen aangifte is gedaan.
Wel heeft een letselschadespecialist op 23 februari 2007 een brief gestuurd
aan het parket, waarin hij aandacht heeft gevraagd voor het handelen van deze
neuroloog in een streekziekenhuis in Twente. Ook heeft hij gevraagd om een
gedachtewisseling over de haalbaarheid van een eventueel strafrechtelijk onderzoek
en vervolging. Naar aanleiding daarvan heeft op 24 april 2007 een gesprek
plaatsgevonden tussen de letselschadespecialist en de officier van justitie.
De officier van justitie heeft toegezegd de mogelijkheden en de haalbaarheid
van een strafrechtelijk onderzoek te bezien. Daarna is er geen contact meer
geweest tussen het openbaar ministerie en de letselschadespecialist tot de
ontvangst van een volgende brief van de letselschadespecialist van 17 november
2008. Na een vervolgbrief van 5 januari 2009 is de letselschadespecialist
bij brief van 15 januari 2009 uitgenodigd schriftelijk aangifte te doen. Met
het College van procureurs-generaal betreur ik het dat het openbaar ministerie
tot januari van dit jaar geen actie heeft ondernomen.
2
Zorgvuldige bejegening van slachtoffers is inderdaad een belangrijk onderdeel
van het slachtofferbeleid. In onderhavige situatie was er echter nog geen
sprake van een aangifte of een concrete strafzaak. De regels van het openbaar
ministerie over de informatieverstrekking aan slachtoffers (vastgelegd in
de Aanwijzing slachtofferzorg) zijn in dit geval dan ook niet van toepassing.
Dat neemt echter niet weg dat ook in situaties als de onderhavige een zorgvuldige
bejegening plaats moet vinden.
3
Zie het antwoord op vraag 1.
4
De hoofdofficier van justitie heeft de letselschadespecialist op 15 januari
2009 bericht erop toe te zien dat deze kwestie vanaf dat moment met de grootst
mogelijke voortvarendheid wordt behandeld. Op 26 januari 2009 heeft de letselschadespecialist
namens 6 mogelijke gedupeerden aangifte gedaan. Deze aangiften zijn momenteel
in onderzoek. Nog niet bekend is wanneer het openbaar ministerie een beslissing
kan nemen over het al dan niet vervolgen van de betreffende neuroloog. De
aangevers zullen met inachtneming van de Aanwijzing slachtofferzorg worden
geïnformeerd. Inmiddels heeft er op 12 februari jl. een gesprek plaatsgevonden
tussen de behandelend officier van justitie en de zes gedupeerden. In dat
gesprek heeft de officier van justitie een toelichting gegeven op het onderzoek.
Ook heeft hij aangegeven dat op vordering van het openbaar ministerie op 9
februari jl. door de rechter-commissaris een gerechtelijk vooronderzoek is
geopend tegen de neuroloog.
5
Van een beslissing tot niet (verder) vervolgen is op dit moment geen sprake.
Het onderzoek loopt en na afronding daarvan zal een beslissing worden genomen
over (verdere) vervolging van daarvoor in aanmerking komende personen.
6
In eerdere correspondentie met uw Kamer heb ik aangegeven hoe belangrijk
ik het slachtofferbeleid vind. Het tijdig informeren van slachtoffers is één
van de facetten waar een fatsoenlijke overheid bij de bejegening van haar
burgers rekening mee moet houden.
Dat geldt dus ook voor het Openbaar Ministerie bij de behandeling van
strafzaken. Het openbaar ministerie onderschrijft het belang van een zorgvuldige
slachtofferbejegening en ik zie geen noodzaak hier nogmaals op te wijzen.
XNoot
1 Tubantia, 12 januari 2009 en Radio Oost, 12 januari 2009.