Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

645

Vragen van het lid Van Velzen (SP) aan de ministers van Justitie en van Buitenlandse Zaken over Nederlandse gedetineerden in Peru. (Ingezonden 24 oktober 2007)

1

Is het u bekend dat gedetineerden in Peru in bepaalde gevallen de mogelijkheid hebben na het uitzitten van 1/3e van hun tijd voorwaardelijk in vrijheid gesteld te worden (de zogenaamde semi-libertad)? Is het u ook bekend dat Nederlandse gedetineerden onder deze regeling, die bedoeld is om weer in de Peruaanse samenleving te integreren, vervroegd worden vrijgelaten? Zijn er andere landen die dergelijke regelingen toepassen op buitenlandse gedetineerden?1

2

Is het u bekend dat Nederlandse gedetineerden door deze maatregel weliswaar vervroegd in vrijheid worden gesteld, maar toch het land niet mogen verlaten? Deelt u de mening dat het weinig nut heeft een Nederlandse (ex)delinquent te laten integreren in de Peruaanse samenleving?

3

Deelt u het oordeel dat het lastig is voor een buitenlandse ex-delinquent om in een land waar grote werkeloosheid heerst, werk te vinden? Deelt u de mening dat daardoor de kans op recidive toeneemt? Zo ja, bent u bereid in overleg te treden met de Peruaanse regering over deze voorwaardelijke invrijheidsstelling, ten einde tot een afspraak te komen dat Nederlandse gedetineerden die in aanmerking komen voor deze regeling na het uitzitten van 1/3e van hun gevangenisstraf naar Nederland kunnen gaan om hier, eventueel onder reclasseringsbegeleiding, te reïntegreren in de samenleving?

4

Bent u tevens bereid om namens de Nederlandse regering met de Peruaanse regering te overleggen over de mogelijkheid het Verdrag inzake de Overbrenging van Gevonniste Personen uit 1983 te tekenen zodat er mogelijkheden gecreëerd worden om Nederlandse gedetineerden hun straf in een Nederlandse gevangenis te laten ondergaan?

5

Is het u bekend dat er vanuit verscheidene Europese ambassades in Peru overlegd wordt met de directie van de Instituto Nacional Penitenciario, het onderdeel van het Peruaanse Ministerie van Justitie dat verantwoordelijk is voor het gevangeniswezen, over de omstandigheden in de gevangenissen? Voert de Nederlandse ambassade ook dergelijke gesprekken en kunt u meedelen of daarbij ook de situatie van de buitenlanders die voorwaardelijk vrij komen aan de orde is en of op dat punt enige vooruitgang is geboekt?

Antwoord

Antwoord van minister Verhagen (Buitenlandse Zaken), mede namens de minister van Justitie. (Ontvangen 13 november 2007)

1

Ja, het is mij bekend dat personen die in Peru veroordeeld zijn voor een drugsdelict een verzoek bij de rechtbank kunnen indienen om in aanmerking te kunnen komen voor in voorwaardelijke vrijheidstelling (semi-libertad). Het is mij eveneens bekend dat Nederlandse gedetineerden soms van deze regeling gebruik maken. Dergelijke regelingen zijn mij ook bekend in de Dominicaanse Republiek, Venezuela en Argentinië.

2

Ja, het is mij bekend dat een van de voorwaarden van de semi-libertad status is dat gevangenen Peru niet mogen verlaten. De Peruaanse wet maakt geen onderscheid tussen Peruaanse en buitenlandse gevangenen, hoewel de semi-libertad bedoeld is voor re-integratie van Peruaanse gevangenen. Re-integratie in Peru voor buitenlandse gedetineerden zonder sociaal en financieel vangnet van familie en vrienden is bijzonder moeilijk. Om die reden houdt de ambassade Nederlandse gedetineerden in Peru die gebruik willen maken van de regeling voor dat het leven in semi-libertad in Peru erg moeilijk is.

3

De kans op verdere marginalisering is inderdaad groot, zeker als een gedetineerde geen financiële steun krijgt van familie of vrienden. Gedetineerden behouden echter wel tijdens de semi-libertad de gift van dertig euro per maand.

Mede op verzoek van Nederland zijn medio 2007 de Peruaanse autoriteiten in EU-verband benaderd met het verzoek tot een oplossing te komen voor de semi-libertadproblematiek van Europese gedetineerden. Tot op heden is hierop echter nog geen antwoord van de Peruaanse autoriteiten ontvangen.

4

De minister van Justitie zal in november 2007 een brief aan de Kamer sturen over het WOTS-beleid ten aanzien landen waarmee Nederland momenteel nog geen WOTS-verdrag heeft, zoals Peru.

5

Ja, dat is mij bekend. De Nederlandse ambassade neemt deel aan dit overleg dat mede op haar verzoek is geïnitieerd. In het overleg komen onder andere de omstandigheden in de gevangenissen, de medische voorzieningen en de bezoekfaciliteiten van ambassademedewerkers aan de orde. Ook de problematiek van buitenlandse gedetineerden in semi-libertad is onderwerp van gesprek.


XNoot
1

 http://www.reclassering.nl/PDF/GearresteerdPeru.pdf

XNoot
2

 http://www.ikonrtv.nl/daw/index.asp item «Groeten uit de Hel»

XNoot
*

 I.v.m. het intrekken van vraag 6 door de indiener.

Naar boven