Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden
3
Vragen van de leden Rehwinkel (PvdA), De Vries (PvdA), Hermans (VVD), Schaap (VVD), Schuurman (ChristenUnie), Holdijk (SGP) en Engels (D66) op 10 oktober 2007 medegedeeld aan de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties inzake salarisafdrachten aan politieke partijen.
1
Is het waar dat u rechtstreekse salarisafdrachten aan politieke partijen
wilt verbieden en eventueel de wet hiertoe wilt wijzigen, omdat naar uw mening
sprake is van het «gebruik van overheidsgeld voor een ander doel dan
waarvoor het is bestemd»?1
2
Is momenteel, via de ondertekening van een zgn. akte van cessie, sprake
van de rechtstreekse storting van schadeloosstelling van leden van de Staten-Generaal
aan politieke partijen, waarna de partijen deze (gedeeltelijk) overmaken aan
de betreffende kamerleden?
3
Zo ja, hoe verhoudt dit zich tot het beginsel van het vrije mandaat, waarbij
volksvertegenwoordigers (ook) financieel niet afhankelijk van politieke partijen
zijn?
4
Bent u – met verschillende staatsrechtgeleerden en politicologen –
van mening dat dergelijke aktes van cessie nietig zijn vanwege strijd met
de Grondwet of anderszins onwenselijk, omdat de zgn. zuiveringseed wordt geschonden?
5
Heeft de afdracht van salarissen aan politieke partijen fiscale gevolgen,
die u ongewenst acht?
6
Is u bekend dat de burgemeester van Maastricht en commissaris van de Koningin
van Utrecht geweigerd hebben om cessieovereenkomsten aan te gaan?
7
Bent u bereid om rechtstreekse storting van schadeloosstelling of vergoeding
van leden van de Staten-Generaal aan politieke partijen onmiddellijk stop
te (doen) zetten, zodat in Eerste noch Tweede Kamer het beginsel van het vrije
mandaat ter discussie kan staan?
Antwoord
Antwoorden van mevrouw Ter Horst (minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties) (Ontvangen 13 november 2007).
1
Politieke ambtsdragers ontvangen vergoedingen en bezoldigingen voor hun
werkzaamheden. Voor dit doel worden de overheidsmiddelen beschikbaar gesteld.
Politieke ambtsdragers moeten volledig onafhankelijk kunnen functioneren en
dienen vrijelijk te kunnen beschikken over de vergoedingen en bezoldigingen
waarop zij wettelijk aanspraak hebben. De overheid moet niet gehouden zijn
de bezoldiging direct aan de politieke partij te betalen. Voor politieke partijen
is er de Wet subsidiering politieke partijen die beoogt op uitputtende wijze
de overheidssubsidie te regelen. Door de directe afdrachten wordt er materieel
in een extra subsidie voorzien. Dit is gebruik van overheidsmiddelen voor
een ander doel dan waarvoor het is bestemd. De subsidiering van politieke
partijen en het vergoedingenstelsel van politieke ambtsdragers zijn twee wettelijke
regimes die doelbewust onafhankelijk naast elkaar bestaan.
2
De betaling van de schadeloosstelling van leden van de Staten-Generaal
geschiedt door de loonadministraties van de beide Kamers. Naar ik heb begrepen
is er daarbij ook sprake van betalingen direct aan de partij op basis van
aktes van cessie.
3
Zoals ik bij antwoord 1 reeds heb aangegeven moeten volksvertegenwoordigers
volledig onafhankelijk kunnen functioneren en niet afhankelijk zijn van een
politieke partij voor hun inkomen.
4
Deze opvattingen zijn mij bekend. Men kan de stelling innemen dat de cessies
op genoemde gronden niet afdwingbaar zijn. Het is echter aan de rechter om
daarover te oordelen. Het waarborgen van de onafhankelijkheid van volksvertegenwoordigers
en andere politieke ambtsdragers is voor mij echter ook een belangrijke overweging
om te bezien hoe wettelijk geregeld kan worden dat overheden uitsluitend aan
de ambtsdragers in persoon betalen.
5
Nee. De overheden betalen, ook indien zij aan de partij overmaken, de
bezoldigingen en vergoedingen netto uit. Dat betekent dat er afdracht van
loonbelasting geschiedt. Ondanks het feit dat aan de partij wordt betaald,
wordt de vergoeding wel aangemerkt als persoonlijk inkomen van de betrokken
politieke ambtsdrager. De overheden zijn dus ook verplicht de verschuldigde
loonbelasting in te houden. De afdrachtenregeling biedt de politieke ambtsdragers
een mogelijkheid van giftenaftrek. Zij kunnen de afdrachten bij hun belastingaangifte
binnen de fiscale kaders als gift aftrekken. Dit met een maximum van 10%
van hun inkomen. De minister van Financiën heeft mij laten weten dat
er geen strijd is met de belastingregels.
6
Het is mij bekend dat er gemeenten en provincies zijn die geen gehoor
willen geven aan de aktes van cessie tot betaling aan de politieke partij.
Gelet op mijn opvattingen over de onwenselijkheid van directe betaling aan
de politieke partij heb ik uiteraard begrip voor overheden die geen gehoor
willen geven aan de cessies.
7
Zoals aangegeven wil ik bezien hoe wettelijk geregeld kan worden dat in
de toekomst overheden uitsluitend aan de ambtsdragers in persoon betalen.
Het is daarnaast aan de beide Kamers der Staten-Generaal om te besluiten of
zij in de huidige situatie gehoor willen blijven geven aan de cessieovereenkomsten
waar het Kamerleden betreft.
XNoot
1 De Volkskrant, 22 september 2007.