Blad gemeenschappelijke regeling van Stroomopwaarts MVS
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stroomopwaarts MVS | Blad gemeenschappelijke regeling 2025, 935 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Stroomopwaarts MVS | Blad gemeenschappelijke regeling 2025, 935 | overige overheidsinformatie |
Regionaal Activiteitenplan Armoede en Schulden MVS 2025 – 2028
1 Terugblik activiteiten 2020 – 2024
Tozo1: Een inkomen voor kosten in het dagelijks levensonderhoud voor zelfstandig ondernemers die als gevolg van de coronacrisis onvoldoende of geen inkomsten konden genereren. |
|
Tonk2: Aanvullende ondersteuning voor huishoudens die als gevolg van de coronacrisis noodzakelijke lasten niet of niet geheel konden betalen. |
|
Vroegsignalering3: Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) waarbij gemeenten signalen over betalingsachterstanden van vaste lasten partners ontvangen en de inwoner pro-actief kunnen benaderen met een vrijblijvend hulpaanbod om grotere betalingsachterstanden te voorkomen. |
|
Toegang schuldhulpverlening4: Wijziging van de Wgs die gegevensuitwisseling mogelijk maakt voor het besluit toegang en plan van aanpak schuldhulpverlening. |
|
Meldpunt Kinderopvangtoeslagaffaire5: Als onderdeel van het Herstel Toeslagen is het meldpunt opgericht voor gedupeerden uit de Toeslagenaffaire. Gedupeerden kunnen op diverse vlakken ondersteuning krijgen. |
|
Energietoeslag 2022 en Energietoeslag 20236: Tweemaal een éénmalig bedrag van 1.300 euro ter compensatie van de gestegen energieprijzen. |
|
Individuele Studietoeslag vervangen voor Studietoeslag7: De verordening is ingetrokken en beleidsregels zijn vastgesteld. |
|
Leefgeld Oekraïne (Rooo)8: Het verstrekken van een inkomen aan ontheemden in de particuliere of gemeentelijke opvang. |
|
Toegang gemeentepolis uitgebreid met doelgroep Minnelijke en Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSN /WSNP): Inwoners met een hoger inkomen en een schuldhulpverleningstraject hebben ook toegang tot de gemeentepolis bij DSW. |
|
Collectief Schuldregelen9 en aansluiting Schuldenknooppunt: Hiermee wordt een snellere doorlooptijd van het treffen van schuldregelingen gerealiseerd. Schuldeisers worden gevraagd op gestandaardiseerde wijze gegevens te verstrekken en vooraf akkoord te gaan met de aangeboden regelingen, tenzij er redenen zijn dit niet te doen. |
|
Uitbreiding pakket van de gemeentepolis10: Het aantal vergoedingen in de gemeentepolis bij DSW zijn uitgebreid. Hierdoor hebben inwoners met een collectieve aanvullende verzekering bijvoorbeeld recht op meer behandelingen fysiotherapie. |
|
Kindpas in kindpakket uitgebreid met doelgroep 0 t/m 4 jaar: De pas bedraagt 75 euro voor kleding, schoenen en boeken. De pas voor deze leeftijd is in het leven geroepen om de doelgroep vroegtijdig in beeld te krijgen. |
|
Bijzondere Bijstand Energiekosten11: Aanvullende regeling op de energietoeslag voor inwoners die geconfronteerd worden met een hoge eindafrekening terwijl andere regelingen niet toereikend waren. |
|
Verkorting MSNP en WSNP12: De aflossingsduur van schuldregelingen is gehalveerd van 36 naar 18 maanden. Inwoners zijn na een kortere periode schuldenvrij. Begeleiding duurt zo kort als kan en zo lang als nodig is. Een schuldhulpverleningstraject kan daarom nog steeds 36 maanden duren. |
|
Jongeren Perspectief Fonds13 in Vlaardingen: Stroomopwaarts voert voor de gemeente Vlaardingen een drie-jarige pilot uit met het Jongeren Perspectief Fonds (JPF). Deze pilot is voor jongeren voor wie de reguliere aanpak schuldhulpverlening en de maatwerkaanpak jongeren niet passend is, bijvoorbeeld omdat er geen afloscapaciteit is. Binnen de JPF-aanpak werken jongeren aan een schuldenzorgvrij leven en aan hun toekomstperspectief. |
|
Vertrouwensexperimenten Vlaardingen14: Stroomopwaarts voert voor de gemeente Vlaardingen een vijftal experimenten uit om te bekijken of deze bijdragen aan het vertrouwen in de bijstand en uitstroom bevorderen. |
|
VoorzieningenWijzer15: Platform voor inwoners om te berekenen op welke voorzieningen zij recht hebben. Dit platform kijkt naar het recht zowel naar landelijke als lokale regelingen. Inwoners kunnen met één druk op de knop ook een adviesgesprek aanvragen. |
|
Alleenverdienersproblematiek – 1ste fase16: Bijzondere bijstand over 2022 tot en met 2024 verstrekken aan gezinnen die huur- en zorgtoeslag missen door een samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen. Deze activiteit loopt door in 2025. |
2 Regionale nota Armoede en Schulden MVS 2025 - 2028
De samenvatting van de visie uit de nota luidt: De MVS-gemeenten willen bereiken dat alle inwoners mee kunnen doen in de samenleving. Het bestrijden van armoede en schulden vraagt om een integrale aanpak van de landelijke en lokale overheid in samenwerking met maatschappelijke organisaties. Uitgangspunt is een passende en duurzame oplossing. Wij kijken naar welke aanpak voor de inwoner de beste kansen biedt om armoede of schulden te voorkomen, te verzachten of op te lossen. Wij vinden dat kinderen die opgroeien in armoede en/of schulden het verdienen om mee te doen en zich te ontwikkelen. Door meer in te zetten op preventie en vroegsignalering kunnen wij vroegtijdig inspelen op de situatie om ernstiger problemen te voorkomen. Inwoners met schulden willen wij zo goed mogelijk op weg helpen en wij willen de voor hen maximaal haalbare financiële zelfredzaamheid bereiken.
De ambitie voor de komende vier jaar in de nota luidt: Met het armoede- en schuldenbeleid willen wij eraan bijdragen dat alle inwoners kunnen rondkomen, meedoen en schuldenvrij zijn. Er is hulp bij rondkomen en het oplossen van financiële problemen. Iedereen maakt gebruik van de beschikbare financiële regelingen. Iedereen krijgt op tijd financiële hulp.
De kaders van het armoede- en schuldenbeleid zijn gebaseerd op onderstaande uitgangspunten. Deze zijn de basis voor de beleidsdoelstellingen en de aanpak.
2.4 Beleidsdoelstellingen en subdoelstellingen
De beleidsdoelstellingen over armoede en schulden in de MVS-gemeenten zijn:
Op basis van de externe evaluatie van Movisie, de aanbevelingen van het Kenniscentrum MS en de actualiteiten zijn de beleidsdoelstellingen in de nieuwe nota aangescherpt met vijf subdoelstellingen per beleidsdoelstelling. Deze subdoelstellingen geven voor de komende vier jaar aan waar de focus ligt.
In bijlage één is het overzicht van de subdoelstellingen per beleidsdoelstelling opgenomen.
De MVS-gemeenten hebben de uitvoering van Participatiewet gedelegeerd aan Stroomopwaarts. In deze wet zijn enkele regelingen opgenomen die inwoners naast de uitkering voor de algemene kosten in het bestaan financieel ondersteunen. De individuele bijzondere bijstand waarin de vergoeding van bijzondere en noodzakelijke kosten is geregeld vloeit bijvoorbeeld voort uit artikel 35 van deze wet. Niet alle regelingen vinden hun oorsprong in de Participatiewet. Zo zijn er ook regelingen die de maatschappelijke participatie van kinderen die opgroeien in armoede stimuleren. Hiervoor voegt de Rijksoverheid (het Rijk) sinds 2017 structureel budget aan het gemeentefonds toe.
Het uitgangspunt van het armoedebeleid is altijd harmonisering. Stroomopwaarts probeert voor alle inwoners van de MVS-gemeenten dezelfde voorwaarden in de activiteiten te organiseren. Dit draagt bij aan duidelijkheid voor de inwoners en de uitvoering. In minimale gevallen wordt hier door een gemeente vanaf geweken.
Hieronder zijn de activiteiten in het kader van het regionale armoedebeleid per beleidsdoelstelling opgesomd. De individuele bijzondere bijstand valt niet onder een beleidsdoelstelling, maar is wel een verplichting. Om deze reden valt deze als enige activiteit in het basispakket van het armoedebeleid. De gedetailleerde uitwerking van de activiteiten onder de beleidsdoelstellingen is terug te vinden in de tweede bijlage. Daar zijn ook eventuele afwijkingen terug te vinden.
Individuele Bijzondere Bijstand
Alleenverdienersproblematiek 1ste fase
Kindpakket: verstrekkingen voor schoolactiviteiten
Kindpakket: verstrekkingen voor buitenschoolse activiteiten
Voor de gemeenten Vlaardingen en Schiedam voert Stroomopwaarts naast het regionaal armoedebeleid aanvullend maatwerk uit. Deels op basis van de Participatiewet. Deels is de grondslag belegd in verordeningen, welke zijn vastgesteld door de gemeenteraden. Dit maatwerkpakket is ook uitgewerkt in de tweede bijlage.
Kindtoeslag Individuele Inkomenstoeslag Schiedam
Eigen bijdrage Peuteropvang vanaf 2 jaar Vlaardingen
Eigen bijdrage Peuteropvang vanaf 2,5 jaar Schiedam
De MVS-gemeenten hebben de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gedelegeerd aan Stroomopwaarts. Schuldhulpverlening is meer dan alleen het oplossen van schulden. Het bestaat ook uit preventie, vroegsignalering en nazorg. Stroomopwaarts is lid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). We voeren de schuldhulpverlening uit op basis van de processen en richtlijnen van de NVVK. Landelijk zijn er bestuurlijke afspraken gemaakt voor een basisniveau in de schuldhulpverlening, zodat het voor inwoners niet uitmaakt in welke gemeente zij wonen en zij altijd toegang hebben tot een landelijk gelijk niveau van schuldhulpverlening; de basisdienstverlening. Tijdens deze planperiode zullen de verschillende elementen van de basisdienstverlening verder worden geïmplementeerd. Deze elementen zijn verwerkt in de basis en de verschillende activiteiten die worden ingezet.
Soms is schuldhulpverlening niet of nog niet mogelijk of heeft een inwoner tijdens of na het schuldregelen nog andere ondersteuning nodig voor het creëren van financiële stabiliteit. In die gevallen kan budgetbeheer of beschermingsbewind worden ingezet. Als de inwoner hier niet voldoende draagkracht voor heeft kan voor deze kosten bijzondere bijstand worden aangevraagd bij Stroomopwaarts.
Verschillende vrijwilligersorganisaties zijn actief in de MVS-gemeenten. Zij helpen inwoners met bijvoorbeeld de administratie en ondersteunen indien gewenst de inwoners bij het indienen en doorlopen van een aanvraag voor het traject schuldhulpverlening.
Ook voor het schuldenbeleid is het uitgangspunt harmonisering. Stroomopwaarts voert de schuldhulpverlening in alle drie de gemeenten op dezelfde manier uit. Dit draagt bij duidelijkheid voor de inwoners en de uitvoering.
Hieronder zijn de activiteiten in het kader van het regionale schuldenbeleid per beleidsdoelstelling opgesomd. De individuele bijzondere bijstand voor de kosten van beschermingsbewind en budgetbeheer valt niet onder een beleidsdoelstelling, maar is wel een verplichting. Om deze reden valt deze activiteit, net als de reguliere wettelijke schuldhulpverlening, in het basispakket. De activiteiten onder de beleidsdoelstellingen zullen in de derde bijlage verder worden toegelicht.
Verstrekkingen vanuit de bijzondere bijstand voor kosten beschermingsbewind en budgetbeheer
Schuldhulpverlening inclusief preventie, vroegsignalering en nazorg
Inzet van ervaringsdeskundigen bij schuldhulpverlening
Geldplannen van Startpunt geldzaken
Vroegsignalering, tijdelijke uitbreiding (2 jaar) met één fte, gestart op 6 november 2023
Voorkomen huisuitzettingen en afsluiting van gas, energie en water
Verstevigen begeleiding en nazorg
Voorlichting van jongeren met behulp van peer educators
Maatwerkaanpak schulden voor jongeren
Budgetbeheer light/doorbetaling vaste lasten
Voorlichting van werkgevers/ondernemers
Schuldhulpverlening in de wijkteams
Nederlandse Schuldhulp Route (NSR)
Convenant met beschermingsbewindvoerders in het kader van het Adviesrecht bij schuldenbewind
Naast het regionale pakket aan activiteiten is er ook maatwerk per gemeente mogelijk. In de gemeente Vlaardingen loopt een pilot met het Jongeren Perspectief Fonds. Deze pilot heeft een looptijd van drie jaar, van 2024 tot en met 2026. Deze pilot draagt bij aan de doelstelling “Activerend armoede- en schuldenbeleid, met extra aandacht voor kinderen en jongeren”.
De financiële kaders waarbinnen de activiteiten vallen, zijn afhankelijk van het landelijk beleid. Het Rijk verstrekt middelen aan het gemeentefonds om de taken op het gebied van armoede en schulden uit te voeren. Deze middelen zijn niet altijd voldoende om alles uit te voeren wat Stroomopwaarts wil doen en nodig acht om armoede en schulden te voorkomen, te bestrijden en te verzachten. Wij streven er daarom altijd naar de beschikbare middelen zo effectief mogelijk in te zetten. De gemeenten gaven voor dit activiteitenplan aan Stroomopwaarts de opdracht om “met lef” te begroten. Dit betekent om niet meer budget uit te trekken dan vermoedelijk benodigd.
Uit de evaluaties van voorgaande nota en activiteitenplan bleek dat we met ons armoede- en schuldenbeleid op de goede weg zijn. De aanpak van armoede en schulden vraagt om continuïteit. Continuïteit is namelijk een doorslaggevende randvoorwaarde voor effectiviteit van interventies17 . De wens is daarom om de succesvolle activiteiten voort te kunnen zetten. Om te bekijken of dit binnen het gegeven financiële kader past zijn de activiteiten uit het voorafgaande activiteitenplan met het bereik van 2023 tweemaal geïndexeerd naar 2025. Uit deze indexactie blijkt dat we deze activiteiten vanaf 2025 kunnen voortzetten binnen de programmabegroting van de drie gemeenten. Er blijft dan een kleine budgettaire ruimte over in de reeds vastgestelde begroting van 2025. Deze ruimte zet Stroomopwaarts in voor:
Het uitvoeren van de bestuurlijke afspraken Basisdienstverlening schuldhulpverlening. Alle schuldhulpverleningsorganisaties en gemeenten moeten een toegankelijk hulpaanbod hebben, dat uit minimaal dezelfde elementen bestaat. Voor eventuele aanpassingen in dit hulpaanbod is er vanuit het Rijk geen apart budget vrijgemaakt.
Met bovenstaande invulling van de gereserveerde financiële middelen is “met lef” begroot. Indien de huidige financiële kaders ontoereikend zijn, zal Stroomopwaarts dit tijdig kenbaar maken aan de gemeenten. De gemeenten worden hiermee in staat gesteld om met de gemeenteraad hierop de vervolgacties te bespreken. De uitwerking van de kosten binnen dit financiële kader staat in de vierde bijlage.
Ontwikkelingen eisen dat wij flexibel omgaan met de activiteiten. Dit activiteitenplan geeft een overzicht van de in te zetten activiteiten voor de periode 2025 - 2028. Tegelijkertijd blijven wij oog houden voor de ontwikkelingen op het gebied van armoede en schulden. Op dit moment voorziet Stroomopwaarts een aantal ontwikkelingen die invloed hebben of kunnen hebben op de activiteiten in 2025 en daarop volgende jaren in deze planperiode. Deze ontwikkelingen zijn beschreven in bijlage vijf bij dit plan. Dit betekent dat er gedurende de looptijd van dit plan sprake kan zijn van een aanpassing in de invulling of samenstelling van de verschillende activiteiten.
Het is voor een sterk armoede- en schuldenbeleid van belang dat alle activiteiten in de regio op elkaar zijn afgestemd. Samenwerking is om die reden één van de uitgangspunten van de nota. Hiervoor dienen Stroomopwaarts, de gemeenten en samenwerkingspartners geregeld bij elkaar te komen. In deze bijeenkomsten wordt ieders aanbod en behoefte besproken. Dit bevordert het overzicht van activiteiten, geeft een gezicht aan de personen in de organisaties en stimuleert een laagdrempelige doorverwijzing. Tevens voorkomen wij hiermee dat organisaties dubbele werkzaamheden uitvoeren. In overleg met de gemeenten bekijkt Stroomopwaarts hoe aan de genoemde bijeenkomsten vorm gegeven wordt.
Bij de vaststelling van de nota in de gemeenteraad van de gemeente Maassluis is een toezegging gedaan. Het gaat om de volgende toezegging:
Er komt een aanbod voor een themabijeenkomst of werkbezoek over armoede en schulden met ruimte voor verdieping. 18
Bij de vaststelling van de nota in de gemeenteraden van de gemeenten Vlaardingen en Schiedam zijn een aantal onderzoeksmoties aangenomen. De onderzoeken worden gezamenlijk met de gemeenten opgepakt, omdat de uitkomsten ook betrekking hebben op de lokale uitvoering. Tussen het aannemen van moties en het vaststellen van dit activiteitenplan zit onvoldoende tijd om de onderzoeken af te ronden. Om deze reden zijn de uitkomsten van deze moties nog niet opgenomen in dit activiteitenplan. Bij afronding van de onderzoeken zullen resultaten met de gemeenteraden worden gedeeld. Het gaat om de volgende moties:
Werkende armen bereiken 19
Werkende armen tegemoetkomen 20
Geef kinderen een stem 21
Werkende armen bereiken 22
Huisdieren in het armoedebeleid23 (Deze motie wordt lokaal opgepakt door de wethouder Dierenwelzijn en Natuur)
Proactieve dienstverlening 24
Meetbare doelstellingen maatschappelijk effect (Effect indicator) |
Meetbare doelstellingen activiteiten (Kritieke Prestatie indicator) |
Norm 2023 25 |
||
Problemen met rondkomen en problematische schulden worden voorkomen of komen vroegtijdig in beeld. |
Percentage van de doelgroep “huishoudens met een laag inkomen langer dan 4 jaar” dat individuele inkomenstoeslag ontvangt is >= 50% per jaar (Bron: CBS en SOW) |
|||
Het aantal toekenningen studietoeslag is >= 25 per jaar (Bron: SOW) |
||||
Percentage huishoudens met geregistreerde problematische schulden daalt |
Percentage van de meldingen vroegsignalering dat leidt tot succesvol contact met de inwoner is >= het landelijk niveau (Bron: Divosa Monitor Vroegsignalering) |
|||
Problemen met rondkomen en problematische schulden worden voorkomen of komen vroegtijdig in beeld. |
Percentage huishoudens met geregistreerde problematische schulden daalt |
Percentage van dit bereik dat leidt tot enige vorm van hulpacceptatie is >= 25% per jaar (Bron: Divosa Monitor Vroegsignalering) |
||
Percentage van dit bereik dat leidt tot hulpacceptatie bij Stroomopwaarts is >=25% (Bron: SOW) |
||||
Aantal geslaagde schuldhulpverlenings-trajecten: schone lei en/of goedgekeurde en uitbetaalde saneringskredieten is >= 300 per jaar (Bron: SOW) |
||||
Aantal deelnemers die de Budgetcursus Omgaan met Geld afronden is >= 60 per jaar (Bron: SOW) |
||||
Aantal geraadpleegde geldplannen Startpunt Geldzaken is >= 375 per jaar (Bron: Startpunt Geldzaken) |
||||
Aantal klassen MBO en bovenbouw middelbare school waarin lessen m.b.v. peer educators worden gegeven is >= 20 per schooljaar26 (Bron: SOW) |
||||
Problemen met rondkomen en problematische schulden worden voorkomen of komen vroegtijdig in beeld. |
Percentage huishoudens met geregistreerde problematische schulden daalt |
Percentage klanten dat na afronden van een traject schuldhulpverlening binnen 6 maanden een aanbod voor nazorg krijgt is >= 80% per jaar (Bron: SOW) |
SOW: nvh27 |
|
Aantal meldingen vroegsignalering binnen 6 maanden na afronden van een traject schuldhulpverlening is < 5% per jaar (Bron: DDAS) |
SOW: nvh28 |
Meetbare doelstellingen maatschappelijk effect (Effect indicator) |
Meetbare doelstellingen activiteiten (Kritieke Prestatie indicator) |
Norm 2023 29 |
||
Activerend armoede en schuldenbeleid, met extra aandacht voor kinderen en jongeren |
Alle (inwoners met) kinderen en alle jongeren hebben voldoende financiële middelen en mogelijkheden om mee te doen. |
Percentage bereik van het kindpakket schoolactiviteiten bij Stichting Leergeld is >= 95% per jaar |
M: 122%31 |
|
Percentage bereik van het kindpakket buitenschoolse activiteiten bij Jeugdfonds Sport en Cultuur is >= 52% per jaar |
||||
Het aantal toekenningen van de peuteropvangregeling voor gemeente Vlaardingen is >= 50 per jaar30 |
||||
Activerend armoede en schuldenbeleid, met extra aandacht voor kinderen en jongeren |
Alle (inwoners met) kinderen en alle jongeren hebben voldoende financiële middelen en mogelijkheden om mee te doen. |
Het aantal toekenningen van de peuteropvangregeling voor gemeente Schiedam is 25 >= per jaar |
||
Percentage bereik van de CAV (inclusief minderjarige kinderen) is >= het landelijk niveau |
||||
Het absolute aantal jongeren dat gebruik maakt van schuldhulpverlening stijgt. |
Het aantal jongeren tot 27 dat zich meldt voor schuldhulpverlening stijgt met 5% in de planperiode |
Meetbare doelstellingen maatschappelijk effect (Effect indicator) |
Meetbare doelstellingen activiteiten (Kritieke Prestatie indicator) |
Norm 2023 32 |
||
Alle inwoners ontvangen tijdig passende hulp bij rondkomen of bij het oplossen van problematische schulden. |
Percentage huishoudens dat gebruik maakt van een of meer armoede- of schuldenvoorzieningen stijgt. |
Het percentage huishoudens dat start met een check van de VoorzieningenWijzer >= 7% per jaar |
M: nvh33 |
|
Het aantal gestarte checks van de VoorzieningenWijzer dat volledig wordt afgerond is >= 65% per jaar |
M: 51,7%34 |
|||
Alle inwoners ontvangen tijdig passende hulp bij rondkomen of bij het oplossen van problematische schulden. |
Aantal aanmeldgesprekken schuldhulpverlening is >=1100 per jaar |
|||
Aantal intakegesprekken schuldhulpverlening is >= 500 per jaar |
||||
Aantal partners die zijn aangesloten bij het Convenant samenwerking Stroomopwaarts MVS en beschermingsbewind-voerders uitbreiden naar een dekking van >= 65% in 2028 |
||||
Deelname aan een landelijke campagne van de NSR is >= 2 keer per jaar |
||||
Aantal online bezoeken Geldfit als stap naar financiële zekerheid is >= 37.500 per jaar |
M: 5.49235 |
Bijlage 1: Beleidsdoelstellingen en subdoelstellingen
Hieronder volgt een overzicht van de beleidsdoelstellingen en subdoelstellingen. Voor de uitwerking van de subdoelstellingen wordt verwezen naar de Regionale Nota Armoede en Schulden MVS 2025 -2028.
1. Verstevigen van preventie, vroegsignalering en nazorg
Wij zetten extra in op preventie bij levensgebeurtenissen
Wij zetten breed in op voorlichting
Wij zetten meer in op vroegsignalering door te experimenteren
Wij blijven ondersteunen na het vinden van werk
Wij verstevigen verder de begeleiding en nazorg in de schuldhulpverlening
2. Activerend armoede en schuldenbeleid, met extra aandacht voor kinderen en jongeren
Wij investeren in kwetsbare doelgroepen om gelijke kansen te creëren
Wij stimuleren participatie door in te zetten op gezondheid
Wij dragen bij aan gelijke kansen binnen en buiten school
Wij bieden en stimuleren financiële educatie en ondersteuning aan jongeren
Wij geven het goede voorbeeld als schuldeiser door sociale incasso toe te passen
3. Laagdrempelige en vindbare voorzieningen en dienstverlening
Wij bereiken de doelgroep zodat iedereen weet waar hij recht op heeft
Wij nemen drempels bij het aanvragen van hulp- en dienstverlening weg
Onze hulp- en dienstverlening sluit aan op de behoefte en mogelijkheden
Onze hulp- en dienstverlening staat dicht bij de inwoner
Bijlage 2: Uitwerking Activiteiten Armoede
Bijlage 3: Uitwerking Activiteiten Schulden
De onderstaande tabel beschrijft de uitwerking van de kosten van de activiteiten in het kader van het thema Armoede. Deze kosten zijn berekend voor het jaar 2025 en vallen binnen de begroting. Met uitzondering van de alleenverdienersproblematiek 1ste fase, de vrijwilligerspremie en het vrij reizen in de gemeente Schiedam worden deze bedragen jaarlijks geïndexeerd.
Terugvordering36 |
|||
Individuele inkomenstoeslag37 |
|||
Alleenverdienersproblematiek 1ste fase38 |
|||
Activerend armoede- en schuldenbeleid, met extra aandacht voor kinderen en jongeren |
|||
334.98739 |
|||
309.50740 |
|||
62.81341 |
|||
Gedurende de looptijd van dit plan kunnen onverwachte ontwikkelingen een rol spelen. Dit vraagt om flexibiliteit. Er kan als gevolg van ontwikkelingen sprake zijn van een aanpassing in de invulling van de verschillende activiteiten. Op dit moment spelen een aantal ontwikkelingen die mogelijk of met enige zekerheid invloed hebben op de activiteiten in 2025 en de daarop volgende jaren. Deze ontwikkelingen worden, op alfabetische volgorde, hieronder beschreven.
Alleenverdienersproblematiek Tweede Fase
Over de periode 2022 tot en met 2024 verstrekken de MVS-gemeenten Individuele Bijzondere Bijstand aan gezinnen die huur- en zorgtoeslag missen door een samenloop van fiscaliteit, sociale zekerheid en toeslagen. Dit noemen wij de eerste fase van de alleenverdienersproblematiek. De compensatie van de alleenverdienersproblematiek is echter door het Rijk tot 2028 bij de gemeenten belegd. Voor de periode van 2025 tot 2028 is er per 1 januari 2025 een wijziging van de Participatiewet van kracht45 . De zogenoemde tweede fase. In deze fase maakt het Rijk het mogelijk om middels een ambtshalve verstrekking een forfaitair bedrag van 1000 euro per getroffen huishouden te verstrekken. De beschikbare budgetten voor de tweede fase zijn nog niet bekend gemaakt. Het is wel bekend dat deze worden toegevoegd aan het gemeentefonds via de meicirculaire 2025. Er worden middels het Inlichtingenbureau nieuwe lijsten van de Belastingdienst gedeeld. De Vereniging Nederlands Gemeenten (VNG) stelt nog een handreiking en modelbeleidsregels op.
Basisdienstverlening schuldhulpverlening
Het doel van de bestuurlijke afspraken basisdienstverlening schuldhulpverlening van maart 202446 is dat alle schuldhulpverleningsorganisaties en gemeenten een toegankelijker hulpaanbod hebben. Dat hulpaanbod moet uit minimaal dezelfde elementen bestaan. Enkele elementen zijn al standaardpraktijk, sommige elementen moeten nog ontwikkeld worden en andere moeten nog onderzocht worden op effectiviteit of er is een wetswijziging voor nodig. De invoering van de elementen is landelijk verdeeld in 3 fasen. De eerste fase bevat elementen die direct inzetbaar zijn voor gemeenten of die al zijn ingezet. De tweede fase omvat elementen die binnen een jaar beschikbaar komen. Bijvoorbeeld Data Delen Armoede en Schulden (DDAS) of een intake instrument schuldhulpverlening. En de laatste fase voor de lange termijn omvat elementen waar nog niet mee aan de slag kan worden gegaan, omdat de NVVK, VNG en gemeenten hierover nog met elkaar in gesprek zijn. Bijvoorbeeld een landelijk aanmeldpunt schuldhulpverlening. Voor de basisdienstverlening zijn geen aparte middelen beschikbaar gesteld. Het valt onder de noemer verbeteren dienstverlening, waarvoor vanuit de Aanpak geldzorgen, armoede en schulden vanaf 2023 e.v. structureel 40 miljoen euro extra beschikbaar is gesteld. Deze middelen zijn in 2022 reeds ingezet voor structurele inzet vroegsignalering, SchuldenlabMVS en een extra fte schuldhulpverlening. Het is nog niet duidelijk of er financiële middelen nodig zijn voor de basisdienstverlening voor de middellange en lange termijn.
IBO problematische schulden - Naar een beter werkende schuldenketen
Drie ministeries hebben in 2024 interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) naar de schuldenketen gedaan. Onderzocht is hoe wij het hardnekkige maatschappelijke vraagstuk van (problematische) schulden beter kunnen aanpakken. Het IBO-advies is belangrijk voor de uitgangspunten van het Rijksbeleid en de financiering van de schuldhulpverlening. Het heeft invloed op landelijk en lokaal beleid. Het rapport maakt een brede analyse en gaat in op het ontstaan van schulden, de manier van invordering en de aanpak om schulden op te lossen. Het Kabinet is 11 oktober 2024 met een reactie gekomen op het IBO47 . Het basispakket in maatregelen dat wordt voorgesteld in het IBO is het uitgangspunt. De eerste bijlage bij de kamerbrief geeft een overzicht van het IBO-basispakket en welke middelen (aanvullend) beschikbaar worden gesteld. Deze maatregelen worden de komende tijd verder uitgewerkt en getoetst op doelmatigheid, uitvoerbaarheid en juridische haalbaarheid. De kosten van individuele maatregelen kunnen hoger of lager uitvallen. Het is nog onduidelijk welke gevolgen dit voor gemeenten gaat hebben. Dit kan leiden tot extra inzet schuldhulpverlening. Een van de punten is betere vroegsignalering met structurele financiering. Er komt een verbeterplan vroegsignalering. Het kabinet stelt aan de hand van dit verbeterplan m.i.v. 2025 structureel 20 miljoen extra per jaar beschikbaar voor het verbeteren van vroegsignalering. In het verbeterplan wordt ook de wetsevaluatie vroegsignalering meegenomen. Deze evaluatie wordt begin 2025 verwacht.
Nieuwe methode om armoede te berekenen en werkende armen
Op 17 oktober 2024 presenteerden het Sociaal Cultureel Planbureau, het Centraal Bureau voor de Statistiek en het Nibud een nieuwe methode48 om armoede te berekenen. In de nieuwe methode spelen naast het inkomen ook de daadwerkelijke uitgaven en het vermogen een rol. Hiermee komen de armoedecijfers lager uit dan in het meest recente onderzoek van het Kenniscentrum MS. De armoedecijfers in de MVS-gemeenten blijven wel hoger dan het landelijk gemiddelde. De doelgroep bestaat door de nieuwe methode niet meer uit voornamelijk inwoners op bijstandsniveau. Het is juist de groep werkenden die door de nieuwe methode vaker als arm wordt aangemerkt. Het is voor de MVS-gemeenten nog te vroeg om te zeggen welke invloed de nieuwe methode heeft op het gemeentelijk beleid, budgetten en monitoring. De VNG heeft hier ook nog geen reactie op gegeven. Zo is bijvoorbeeld onduidelijk of gemeenten nog bijstandsnormen als inkomensgrenzen kunnen blijven gebruiken. De nieuwe methode met controle op inkomen, uitgaven en vermogen lijkt zeer bewerkelijk. Bij de behandeling van de nota merkt Stroomopwaarts wel op dat er vanuit de diverse raden veel aandacht is voor werkende armen.
Het Rijk, UWV, de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en gemeenten vinden dat regelingen om armoede of schulden te voorkomen, verzachten en bestrijden nog onvoldoende door iedereen gevonden worden. Daarom heeft het Rijk het wetsvoorstel Proactieve Dienstverlening SZW49 ontworpen en in 2024 ter consultatie aangeboden. Bij de inwerkingtreding van dit voorstel kunnen UWV, de SVB en gemeenten door data-deling onderzoeken wie een onbenut recht op een uitkering of voorziening zou kunnen hebben. Vervolgens kunnen deze instanties deze mensen hierover persoonlijk informeren. Om de uitkering of voorziening te krijgen, moeten inwoners nog wel zelf een aanvraag bij UWV, de SVB of de gemeente doen. De hoop van het Rijk is dat proactieve dienstverlening leidt tot een stijging van het gebruik van uitkeringen en voorzieningen door inwoners die hier recht op hebben. Ook is de verwachting dat inwoners hierdoor meer persoonlijke overheidsdienstverlening ervaren. Bij inzet van proactieve dienstverlening kan het voorkomen dat inwoners worden benaderd die hier geen prijs op stellen, bijvoorbeeld omdat zij bewust geen gebruik van een voorziening maken. Zij kunnen aangeven dat zij niet benaderd willen worden. Het voorstel bevat daartoe een opt-out mogelijkheid. De wet moet in 2026 in werking treden.
Zwembadregeling Jeugdfonds Sport en Cultuur (JFS&C)
Binnen de MVS-gemeenten kennen wij de zwembadregeling met diploma A-garantie. Deze is ondergebracht bij het JFS&C. Het gaat hier om 25% tot 30% van de sportaanvragen. Er is in deze regeling sprake van een gelijkwaardige cofinanciering met het Fonds SV e.o. Voor de regeling zijn er financiële afspraken met de diverse zwemscholen in de regio. De regeling houdt in dat een kind waarvan de ouders een laag inkomen of aantoonbare schulden hebben het diploma A kan behalen zonder tijdslimiet of aanvullende kosten. De huidige regeling is tijdens het huidige activiteitenplan één keer aangevuld met de vergoeding van de administratie- en diplomakosten. En bij het explosief stijgen van de gasprijzen is de bijdrage éénmalig geïndexeerd. Vanuit meerdere zwemscholen heeft het JFS&C al het signaal gekregen dat de huidige prijsafspraken niet houdbaar zijn. De verstrekking ligt namelijk nu op 570 euro, maar de gemiddelde diplomakosten op 750 euro. De verstrekking is in afstemming met het JFS&C en het Fonds SV e.o in de overeenkomst per 1 januari 2025 niet verhoogd. Maar in 2025 zullen er wel gesprekken plaatsvinden om een meer toekomstbestendige regeling te organiseren.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2025-935.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.