Wijziging van de Financiële verordening participatiebedrijf Zaanstad Purmerend 2023

Het bestuur van het participatiebedrijf Zaanstad Purmerend;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, in samenhang met artikel 35, zevende lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 13, vierde lid, van de Gemeenschappelijke regeling participatiebedrijf Zaanstad Purmerend;

 

besluit:

ARTIKEL I  

De Financiële verordening participatiebedrijf Zaanstad Purmerend 2023 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Onder vernummering van hoofdstuk 5 in hoofdstuk 6 en artikel 17 in artikel 21 wordt een nieuw hoofdstuk 5 ingevoegd dat komt te luiden:

 

Hoofdstuk 5: Rechtmatigheidsverantwoording

 

Artikel 17: Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    Het bestuur kan vaststellen op welke wijze het door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening wordt gerapporteerd aan het bestuur over afwijkingen (fouten en onduidelijkheden) wanneer deze gezamenlijk de verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van het participatiebedrijf, inclusief de dotaties aan de reserves, overschrijden.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 100.000 nader toegelicht.

Artikel 18: Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheer handelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het bestuur stelt jaarlijks uiterlijk op 31 december een normenkader rechtmatigheid vast voor het lopende begrotingsjaar. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheer handelingen kunnen voortvloeien.

Artikel 19: Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheer handelingen tot stand moeten zijn gekomen.

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het programmaniveau waarop de begroting door het bestuur is geautoriseerd. De analyse van de begrotingsrechtmatigheid vindt plaats op het totaal van de baten en het totaal van de lasten.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaalbedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd.

  • 5.

    Overschrijdingen op de lasten en investeringskredieten zijn te allen tijde onrechtmatig. Echter, wanneer de overschrijding voldoet aan een van deze criteria, is er sprake van een acceptabele onrechtmatigheid:

    • a.

      de overschrijding van lasten wordt geheel of grotendeels gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten en of een onttrekking uit een reserve;

    • b.

      er sprake is van een overschrijding van lasten bij een open einde (subsidie)regeling;

    • c.

      de overschrijding is geautoriseerd door middel van een tussentijdse rapportage.

  • Overschrijdingen die niet aan deze criteria voldoen, zijn niet-acceptabele overschrijdingen en deze worden toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

  • 6.

    Onderschrijdingen van de lasten, over- en onderschrijdingen van de baten en reserve mutaties die niet begroot waren, zijn onrechtmatig, maar tellen niet mee voor het eindoordeel indien ze tijdig zijn gemeld aan het bestuur. Kennisgeving in de jaarrekening wordt als tijdig beschouwd. Dit geldt ook voor onder-uitputting van investeringskredieten.

  • 7.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

Artikel 20: Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het participatiebedrijf bij financiële beheer handelingen.

  • 2.

    Het bestuur legt regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en eigendommen van het participatiebedrijf.

ARTIKEL II  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het participatiebedrijf Zaanstad Purmerend, d.d. 27 februari 2025

de voorzitter,

S. Onclin

de secretaris,

S.W. van Drooge

Naar boven