Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied | Blad gemeenschappelijke regeling 2025, 160 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied | Blad gemeenschappelijke regeling 2025, 160 | delegatie- of mandaatbesluit |
Besluit ondermandaat inzake legesheffing Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gemeente Aalsmeer 2025
de Directeur van de OD NZKG, houdende de verlening van ondermandaat inzake legesheffing voor de taken van de gemeente Aalsmeer (Besluit ondermandaat inzake legesheffing Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied gemeente Aalsmeer 2025)
Het ondermandaat omvat overeenkomstig 1.1 van bijlage I van dit besluit alle bij de desbetreffende taak of bevoegdheid behorende overige taken, zoals correspondentie (waaronder ontvangstbevestigingen) en de in het kader van de te volgen besluitvormingsprocedures te nemen beslissingen, zoals verzoeken om (aanvullende) informatie, doorzending en het voldoen aan publicatieverplichtingen.
Artikel 2 Instructie niveau ondermandaat
Bij het uitoefenen van de bevoegdheden genoemd in artikel 1 eerste, vierde, vijfde en zesde lid dient de instructie genoemd in bijlage II in acht te worden genomen.
Artikel 3 Algemene instructie uitoefening mandaat
Bij het uitoefenen van de bevoegdheden van artikel 1 dient de algemene instructie van bijlage III in acht te worden genomen.
Indien een besluit krachtens ondermandaat wordt genomen als bedoeld in artikel 1 luidt de ondertekening:
De heffingsambtenaar van de gemeente Aalsmeer,
Bijlage I Register behorend bij het besluit ondermandaat
In onderstaand register staan de taken waarvoor ondermandaat is verleend door de directeur van de OD NZKG aan haar ondergeschikten.
Bijlage II Instructie niveau ondermandaat Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Bijlage III Algemene instructie uitoefening mandaat Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied
Artikel 1 Bemoeienis van het bevoegd gezag
In voorkomende gevallen informeert de directeur de heffingsambtenaar belastingen tijdig over het nemen van beslissingen van:
Tevens stelt hij het bevoegd gezag in de gelegenheid hem aanwijzingen te geven. Zo nodig treedt de directeur met de heffingsambtenaar in overleg. Hieraan voorafgaand stemt de directeur ambtelijk af. Het bevoegd gezag kan in deze gevallen in lijn met artikelen 10:6 en 10:7 van de Awb de aanvraag zelf afhandelen, of een bijzonder mandaat aan de directeur verlenen voor verdere behandeling van de zaak onder voorwaarde van naleving van de voor de afhandeling door de het bevoegd gezag gegeven instructies. Afhandeling van deze gevallen geschiedt bij voorkeur door de directeur, niet door het bevoegd gezag zelf.
Artikel 2 Verstrekken van inlichtingen
Gemandateerden1 verstrekken desgevraagd alle inlichtingen die betrekking hebben op de uitoefening van het bij het mandaatbesluit verleende mandaat.
Artikel 3 Bekendmaking van besluiten
Het in een document vastleggen van een besluit of handeling, genomen respectievelijk verricht op grond van het mandaatbesluit, geschiedt op briefpapier van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied.
Wanneer de directeur vermoedt dat er zodanig tegenstellingen (dreigen) te ontstaan in het beleid van een of meer van de deelnemers, dat het functioneren van de dienst als gemeenschappelijke dienst daardoor zou kunnen worden bemoeilijkt, meldt hij dit aan het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling en aan het bestuur van de betreffende deelnemers.
Toelichting Algemene instructie
Uitgangspunt is een verantwoord gebruik van het mandaat binnen de grenzen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) maakt voortdurend afwegingen over een verantwoord gebruik van de gemandateerde bevoegdheden. De directeur OD NZKG dient immers de uitoefening van het mandaat te weigeren, indien hij van de mandaatgever instructies ontvangt die de grenzen van het mandaat te buiten gaan. Anderzijds is hij zich ervan bewust dat hij op grond van de Awb de uitvoering van het mandaat niet kan weigeren, indien hij met de opdrachtgever binnen de sfeer van het mandaat van mening verschilt over de toepassing van wettelijke voorschriften bij het gebruik van een bevoegdheid waarvoor mandaat is verleend. De zeggenschap over de in mandaat uitgeoefende bevoegdheden ligt immers bij het bevoegd gezag. Kern van de instructie is het benoemen van de situaties waarin de directeur het initiatief neemt om bij individuele besluiten het bevoegd gezag in de gelegenheid te stellen hem aanwijzingen te geven.
Dit artikel geeft duidelijkheid over de gevallen waarbij bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten in beginsel aan de orde is. De OD NZKG is onder meer ingesteld om een level playing field voor bedrijven te realiseren. Dit vraagt een uniformering van optreden en zo weinig mogelijk bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten. Dat is ook in het belang van een doortastend optreden bij overtredingen. De bemoeienis van het bevoegd gezag met individuele besluiten blijft daarom in beginsel beperkt tot kwesties van principieel juridische aard, beleidsmatig principiële aard, politiek of bestuurlijk gevoelige aard. Een tweede element is het op tijd informeren van de mandaatgever. De professionaliteit, deskundigheid, integriteit en gezaghebbendheid van de OD NZKG kunnen alleen goed naar voren komen, als de directeur in voorkomende gevallen de mandaatgever tijdig informeert. Zo vroeg mogelijk in het proces, dus niet pas op het moment dat het besluit op een aanvraag aanstaande is.
Volgens artikel 10:6 onder b van de Awb verschaft de gemandateerde de mandaatgever op diens verzoek inlichtingen over de uitoefening van de bevoegdheid. In deze instructie wordt duidelijk dat dit ook betrekking heeft op houders van een ondermandaat. Daarnaast wordt hiermee tot uitdrukking gebracht dat het bevoegd gezag in overeenstemming met de Awb ook de volledige zeggenschap houdt over zaken die op grond van artikel 1 niet door directeur bij het bevoegd gezag zijn aangemeld.
Dit is een bevestiging van de bestaande praktijk. Hiermee wordt ook in de communicatie met de burgers en bedrijven eenheid van optreden in het verzorgingsgebied bevorderd.
Dit artikel is gericht op het uitvoeringsbeleid. Harmonisering van uitvoeringsbeleid en uniformering van optreden in het verzorgingsgebied is gewenst. Het is een voorwaarde voor een level playing field en een doortastende handhaving. Ook moet worden voorkomen dat grote verschillen in uitvoeringsbeleid van de deelnemers het functioneren van de dienst bemoeilijken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2025-160.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.