Blad gemeenschappelijke regeling van Noord-Hollands Archief
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Hollands Archief | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 860 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Noord-Hollands Archief | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 860 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling Noord-Hollands Archief
Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief;
vast te stellen de Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief
Hoofdstuk 1 . Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
De gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief
Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief
Het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief
Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.
Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief, teneinde te komen tot een goed inzicht in:
1. de financieel-economische positie;
3. de uitvoering van de begroting;
4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;
5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
f. Administratieve organisatie:
Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op tot het stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatievoorziening ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.
Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeenschappelijke regeling Noord-Hollands Archief.
Het Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten.
Het in overeenstemming zijn met de financiële beheersmaatregelen opgenomen in geldende wet- en regelgeving.
Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.
De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.
Een budget voor het realiseren van een investering.
Een opoffering in tijd, geld of menskracht waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
1. Het AB stelt per kalenderjaar op basis van de lopende begroting, de financiële meerjarenraming en de bevindingen van de uitvoering daarvan de begroting vast een en ander met inachtneming van het archiefbeleid, het cultuurbeleid, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten ( BBV).
2. Bij de begroting wordt een overzicht gegeven van de raming per programma. Bij de jaarverslaggeving wordt een overzicht gegeven van de realisatie per programma.
3. In de begroting wordt van nieuwe investeringen het benodigde investeringskrediet weer-gegeven met de afschrijvingstermijnen en de uit de investeringen voortvloeiende kapitaallasten (meerjarig).
4. Het AB stelt de begroting voor 15 juli vast waarna de begroting onverwijld wordt verstrekt aan de Minister van OCW en de Raad van de gemeente Haarlem en de Raad van de gemeente Velsen.
1. Het DB stelt eenmaal per vier jaar een vierjarig beleidsplan en een meerjarenbegroting op. Een periode van vier jaar valt samen met de periode van de cultuurnota van de Wet op het cultuurbeleid. De meerjarenbegroting wordt jaarlijks herzien in de begrotingscyclus.
2. Het DB zendt eenmaal per vier jaar het ontwerpbeleidsplan en jaarlijks de ontwerpmeerjarenbegroting aan het AB. Zes maanden voorafgaand aan de periode waarop het beleidsplan en de meerjarenbegroting betrekking hebben, worden deze toegezonden aan de Minister van OCW en de Raad van de gemeente Haarlem en de Raad van de gemeente Velsen.
Artikel 4. Uitwerking begroting
3. Het DB stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt.
4. Het DB draagt ten aanzien van de financiële raming en zorgt ervoor dat:
5. Het DB draagt er zorg voor dat de lasten, zoals is geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting, niet worden overschreden.
Artikel 5. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
1. Het AB geeft met het vaststellen van de begroting opdracht aan het DB om de doelstellingen te realiseren en diensten te verlenen.
2. Het AB autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma.
3. Indien het DB voorziet dat een programma of investeringskrediet dreigt te worden over-schreden, wordt dit door het DB aan het AB gemeld. Dit kan middels de tussentijdse rapportages of middels een voorstel voor wijziging van het budget van het betreffende programma of investeringskrediet of een voorstel tot bijstelling van het beleid. Het DB legt dit aan het AB ter autorisatie voor.
4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het DB voor het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van het investeringskrediet aan het AB voor.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage en informatie
1. Het DB informeert het AB door middel van rapportages per 4 maanden over de realisatie van de begroting van het openbaar lichaam van het lopende jaar.
2. De tussentijdse rapportages worden aan het AB aangeboden uiterlijk zes weken na afloop van een periode van vier maanden.
3. De tussentijdse rapportage bevat:
4. In de tussentijdse rapportages worden afwijkingen op investeringskredieten en afwijkingen op de raming van baten en lasten boven de 10% met een ondergrens van € 7.500 toegelicht.
5. De inrichting van de tussentijdse rapportages sluit aan bij de indelingssystematiek van de begroting.
1. Het DB maakt elk jaar de rekening van het voorafgaande jaar op conform wet- en regelgeving. De jaarstukken bevatten in ieder geval:
2. In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investerings-kredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.
1. Het DB draagt er zorg voor dat de begroting en de jaarrekening in overeenstemming zijn met de krachtens algemene maatregel van het AB te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet, met het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten en met het Handboek financiële verantwoording archieven.
2. Het AB kan nadere regels stellen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling, mits passend binnen het kader van het Handboek financiële verantwoording archieven en het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV).
Artikel 9 Waardering en afschrijving activa
1. Activa worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs, verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardevermindering.
2. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar.
3. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief ( het saldo van agio en disagio) worden lineair in vier jaar afgeschreven.
4. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.
5. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.
6. Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.
7. Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 1.000,- worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemde worden altijd geactiveerd.
8. De materiele vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, worden lineair afgeschreven in:
Artikel 10 Beleid reserves en voorzieningen
1. Het DB biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een nota reserves en voorzieningen aan het AB, waarin wordt ingegaan op te onderkennen risico’s en de beheersing daarvan en in verband daarmee het minimaal benodigde weerstandsvermogen en de aan te houden voorzieningen.
2. De nota behandelt voorts de ontwikkeling van de vorming en de besteding van reserves
3. Het AB stelt deze nota vast binnen drie maanden na de aanbieding.
Artikel 11. Financieringsfunctie
1. Het DB biedt tenminste eenmaal in de vier jaar een Treasurystatuut aan, dat binnen vier maanden na de aanbieding door het AB wordt vastgesteld.
2. Het DB draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor de uitvoering van de richtlijnen zoals vastgelegd in het Treasurystatuut.
1. Het DB draagt er zorg voor dat zowel in de begroting als in de jaarstukken minimaal de verplichte onderdelen van de paragrafen Bedrijfsvoering, Financiering, Onderhoud kapitaalgoederen, Grondbeleid, Verbonden partijen en Weerstandsvermogen en risicobeheersing worden geadresseerd conform het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en administratie
1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 15. Financiële organisatie
Het DB draagt de zorg voor en legt ( in een besluit) vast dat:
1. Het DB draagt zorg voor een adequate interne controle, zodanig dat het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening is gewaarborgd.
2. Het DB zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening van de gemeenschappelijke regeling en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balans-mutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het DB maatregelen tot herstel.
3. Ten behoeve van deze stelselmatige toetsing draagt het DB zorg voor een controleplan. Dit plan borgt de regelmatige toetsing van de bedrijfsprocessen, op juistheid, volledigheid en tijdigheid van de bestuurlijke informatievoorziening, op de rechtmatigheid van beheers handelingen en op misbruik en oneigenlijk gebruik.
Artikel 17. Verantwoording over de rechtmatigheid
1. Het DB verantwoordt zich over de rechtmatigheid van de beheershandelingen conform de bepalingen van het BBV met een rechtmatigheidsverantwoording en toelichting in de paragraaf Bedrijfsvoering.
2. Voor het rechtmatigheidsoordeel stelt het AB de verantwoordingsgrens vast op 3%. Deze grens van 3% geldt afzonderlijk voor zowel fouten als onzekerheden.
3. Het DB rapporteert in de paragraaf Bedrijfsvoering over alle bevindingen omtrent de financiële rechtmatigheid waardoor in het voorkomende geval de verantwoordingsgrens wordt overschreven en verder over alle bevindingen die het DB relevant acht voor de lezer van de jaarrekening.
Artikel 18. Intrekken oude verordening
De Financiële verordening vastgesteld op 29 maart 2009 wordt ingetrokken.
Deze verordening treedt in werking op 20 oktober 2023, met dien verstaande dat de begroting, meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2023 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-860.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.