Artikel 1. Begripsbepaling
a. mandaatgever: het bestuursorgaan dat mandaat, volmacht of machtiging verleent;
b. gemandateerde: de functionaris die in (onder)mandaat, met (doorgegeven) volmacht of met
(doorgegeven) machtiging handelt;
c. functionaris: de medewerker die in dienst is bij het Noord-Hollands Archief;
d. mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen in de zin
van artikel 1 lid 3 van de Awb;
e. Noord-Hollands Archief: de Gemeenschappelijke regeling Het Noord-Hollands Archief;
f. volmacht: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan privaatrechtelijke
rechtshandeling te verrichten;
g. machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan een handeling te verrichten
die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling is.
Artikel 2. Mandaat, volmacht en machtiging
1. Aan de directeur, alsmede diens plaatsvervanger wordt, voor zover het de bevoegdheden van de voorzitter, het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur betreft voor de Woo, mandaat, volmacht respectievelijk machtiging verleend voor het voorbereiden en verrichten van alle rechtshandelingen en feitelijke handelingen voor de uitvoering van de Woo;
2. De in het eerste lid genoemde bevoegdheden betreffen in ieder geval:
a. Het opstellen van de openbaarheidsparagraaf in de jaarlijkse begroting en het jaarverslag
(artikel 3.5 Woo);
b. Het verzoeken om precisering van een verzoek om informatie (artikel 4.1 lid 5 Woo);
c. Het overleggen met een verzoeker over de prioritering van de afhandeling van het verzoek bij een voldoende gespecificeerd en omvangrijk verzoek (artikel 4.2a Woo);
d. Het doorverwijzen van een verzoeker naar een ander bestuursorgaan (artikel 4.2 Woo);
e. Het besluit om een verzoek om informatie niet te behandelen (artikel 4.1 lid 6 Woo);
f. Het beslissen op een verzoek om informatie (artikel 4.3 Woo);
g. Het verdagen van de beslistermijn (artikel 4.4 lid 2 Woo);
h. Het in de gelegenheid stellen van belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen zullen hebben tegen openbaarmaking hun zienswijze binnen een gestelde termijn naar voren te brengen (artikel 4.4 lid 3 Woo).
Artikel 3. Inwerkingtreding
1. De directeur is bevoegd voor de aan hem verleende bevoegdheden ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging te verlenen aan andere functionarissen;
2. Ondermandatering, ondervolmacht en ondermachtiging vindt plaats door middel van een schriftelijk besluit;
3. Een besluit tot ondermandatering, ondervolmacht of ondermachtiging wordt medegedeeld aan het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur;
4. Voor het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging aan niet-ondergeschikten moet toestemming worden gevraagd van de mandaatgever.
Artikel 4. Plaatsvervanging
Bij afwezigheid van de directeur worden de verleende bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervanger, uitgezonderd het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging.
Artikel 5. Informatieplicht
De directeur verschaft desgevraagd inlichtingen aan de mandaatgever over de uitoefening van de bevoegdheden.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en heeft terugwerkende kracht tot en met 1 mei 2022.
Artikel 7. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Wet open overheid Noord-Hollands Archief 2023.