Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Groningen

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Groningen maakt hierbij bekend dat per 1 januari 2024 de arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Groningen wordt gewijzigd. Het betreft de vergoeding inrichting thuiswerkplek.

 

Per 1 januari 2024

 

Tekst per 1 januari 2024

 

A. Artikel 3:22b wordt toegevoegd en komt te luiden:

 

Artikel 3:22b Vergoeding inrichting thuiswerkplek

 

  • 1.

    Het bestuur stelt een vergoeding beschikbaar voor de inrichting van de thuiswerkplek. De vergoeding bestaat uit een startbudget van € 750,00 voor de eerste vijf jaren ingaande per 1 januari 2024 voor ambtenaren die op 1 januari 2024 zijn aangesteld bij de Veiligheidsregio Groningen en per datum indiensttreding voor ambtenaren die nadien zijn aangesteld. In de daarop volgende periode(n) wordt een vergoeding beschikbaar gesteld van € 500,00 per vijf jaren. De vergoeding kan in meerdere delen worden aangevraagd. Na vijf jaren vervalt het ter beschikking gestelde budget, zodat budgetten niet gestapeld kunnen worden.

  • 2.

    De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt aan een ambtenaar als bedoeld artikel 1:1 sub a Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen die conform artikel 7 van de Werktijdenregeling Veiligheidsregio Groningen thuis kan werken. Geen recht op vergoeding hebben ambtenaren:

    • a.

      als bedoeld onder artikel 1:1 sub aaa Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen;

    • b.

      met een 0,1 fte aanstelling die enkel is aangesteld ten behoeve van de door de ambtenaar vervulde piketfunctie;

    • c.

      medewerkers die op het moment van uitkeren (voor langere duur) geen werkzaamheden verrichten, zoals bijvoorbeeld medewerkers die zijn vrijgesteld van werk en/of volledig arbeidsongeschikt zijn;

  • 3.

    De vergoeding dient te worden besteed aan het inrichten van de thuiswerkplek volgens de (ergonomische) beginselen c.q. vereisten als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet en de daarop gebaseerde wet- en regelgeving, de compatibiliteitseisen van de bestaande devices en software die het bestuur beschikbaar stelt en de daaraan door het bestuur te stellen veiligheidseisen. De vergoeding kan uitsluitend worden ingezet voor de aanschaf van een bureau, bureaustoel, monitor, toetsenbord, muis, vloermat, hub, bekabeling, USB-headset en verlichting en dient te voldoen aan de vereisten als bedoeld in de eerste volzin van dit lid. Laptops, telefoons en andere benodigde elektronische devices worden in bruikleen uitgegeven door het bestuur en vallen daarmee buiten de scope van dit artikel. Hetzelfde geldt voor medische hulpmiddelen om het opgedragen werk uit te kunnen voeren.

  • 4.

    De ambtenaar vraagt de vergoeding aan op de door het bestuur voorgeschreven wijze. Indien blijkt dat de vergoeding ten onrechte is uitgekeerd, kan het bestuur het uitbetaalde bedrag van de ambtenaar terugvorderen. Dat is onder andere het geval indien niet is voldaan aan de vereisten voor het verkrijgen van de vergoeding als bedoeld in dit artikel.

  • 5.

    De ambtenaar aan wie binnen een jaar na declaratie van de vergoeding ontslag wordt verleend op grond van artikel 8:1, eerste lid, of artikel 8:13, is verplicht de vergoeding die hij op grond van dit artikel in het aan het ontslag voorafgaande jaar heeft genoten terug te betalen. Daarvoor geldt de volgende staffel:

    • a.

      100 % bij een beëindiging van de functie binnen 6 maanden na declaratie;

    • b.

      50 % bij een beëindiging van de functie binnen 12 maanden na declaratie;

  • 6.

    Het is de verantwoordelijkheid van de ambtenaar dat hij met het budget zorgdraagt voor een thuiswerkplek die volledig voldoet aan de beginselen c.q. vereisten uit de Arbeidsomstandighedenwet en de daarop gebaseerde wet- en regelgeving. Indien de ambtenaar daarvoor niet zorgdraagt, kan de toestemming om thuis te werken worden ingetrokken. Het bestuur heeft de mogelijkheid om de thuiswerkplek periodiek te controleren op een daarvoor passende wijze.

  • 7.

    Met ambtenaren die in de Covid-periode goederen ter beschikking gesteld hebben gekregen, wordt door het bestuur een maatwerkoplossing overeengekomen met betrekking tot eventuele overname van de goederen (vanuit het budget) of inname van de goederen door het bestuur.

  • 8.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan het bestuur een bijzondere voorziening treffen.

Naar boven