Besluit tot wijziging van de Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam

De regioraad van de Vervoerregio Amsterdam

 

Gelezen het voorstel BBV/2023/12979 van 23 november 2023;

 

Gelet op het advies van de Commissie Werkwijze van 21 november 2023:

 

Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling van de Vervoerregio Amsterdam;

 

Besluit:

Artikel I

De Verordening op de commissies van advies voor de concessiegebieden in de Vervoerregio Amsterdam als volgt te wijzigen:

 

  • A.

    Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    algemeen bestuur: de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam;

  • b.

    adviescommissie of commissie (van advies): de commissie samengesteld uit de portefeuillehouders voor openbaar vervoer van de gemeenten in elk concessiegebied die advies geeft aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio terzake van de uitoefening van diens bevoegdheden en taken als concessieverlener, ingesteld op grond van artikel 11, eerste lid van de Kaderwet bestuur in verandering in samenhang met artikel 25, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam;

  • d.

    facilitaire gemeente: de gemeente die met ondersteunende en administratieve werkzaamheden de dagelijkse uitvoering van de taken van de adviescommissie faciliteert (zie art. 11, lid 2)

  • e.

    PvE: programma van Eisen

  • f.

    PvR: programma van Richtlijnen

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    algemeen bestuur: de Regioraad van de Vervoerregio Amsterdam;

  • b.

    adviescommissie of commissie (van advies): de commissie samengesteld uit de portefeuillehouders voor openbaar vervoer van de gemeenten in elk concessiegebied die advies geeft aan het dagelijks bestuur van de Vervoerregio terzake van de uitoefening van diens bevoegdheden en taken als concessieverlener, ingesteld op grond van artikel 24, tweedelid van de Wet gemeenschappelijke regelingen en artikel 47, eerste lid van de Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam;

  • d.

    facilitaire gemeente: de gemeente die met ondersteunende en administratieve werkzaamheden de dagelijkse uitvoering van de taken van de adviescommissie faciliteert (zie art. 11, lid 2);

  • e.

    PvE: programma van Eisen.

  •  

  • -

    Onderdeel b: de verwijzingen in dit artikel zijn geactualiseerd.

  • -

    Onderdeel f: het begrip PvR, Programma van Richtlijnen, komt te vervallen. De Vervoerregio werkt al geruime tijd niet meer met een Programma van Richtlijnen.

  •  

  • B.

    Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De adviescommissie heeft tot taak om het dagelijks bestuur van de Vervoerregio te adviseren bij de voorbereiding van voornemens of besluiten betreffende het verlenen, wijzigen of intrekken van een concessie of daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften, alsmede betreffende overige zaken die verband houden met voor het beleid relevante aspecten en ontwikkelingen van het openbaar vervoer in de betreffende concessie.

  • 2.

    De adviescommissie wordt in ieder geval advies gevraagd over voorstellen tot vaststelling, wijziging of intrekking van het programma van eisen in de betreffende concessie, zowel in procedures van openbare als niet-openbare aanbesteding van het in een concessie opgenomen openbaar vervoer.

Artikel 2 Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De adviescommissie heeft tot taak om het dagelijks bestuur van de Vervoerregio te adviseren bij de voorbereiding van voornemens of besluiten betreffende het verlenen, wijzigen of intrekken van een concessie of daaraan verbonden voorwaarden en voorschriften, alsmede betreffende overige zaken die verband houden met voor het beleid relevante aspecten en ontwikkelingen van het openbaar vervoer in de betreffende concessie.

  • 2.

    De adviescommissie wordt in ieder geval advies gevraagd over voorstellen tot vaststelling, wijziging of intrekking van het programma van eisen in de betreffende concessie, zowel in procedures van openbare en niet-openbare aanbesteding als procedures van onderhandse gunning van het in een concessie opgenomen openbaar vervoer.

Lid 2: verduidelijkt is dat zowel in procedures van aanbesteding als onderhandse gunning van openbaar vervoer concessies advies aan de adviescommissie wordt gevraagd over het programma van eisen.

  •  

  • C.

    Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 3 Adviesprocedure

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt een voorstel voor een programma van eisen of een wijziging daarvan in ontwerp vast en legt dit ontwerp-besluit tenminste 10 weken vóórafgaand aan de vergadering waarop dit voorstel door haar wordt behandeld om advies voor aan de betreffende adviescommissie(s).

  • 2.

    De commissie toetst en beoordeelt elk voorstel in ieder geval aan het Programma van Richtlijnen. De commissie brengt uiterlijk 6 weken na ontvangst van het adviesverzoek advies uit aan het dagelijks bestuur.

  • 3.

    Dit geldt niet indien de commissie concludeert dat de voorstellen tot wijziging van het PvE geen enkele strijdigheid bevatten met het Programma van Richtlijnen en ook overigens in overeenstemming is met het algemeen vervoersbeleid van de Vervoerregio. In dat geval brengt zij dit positief advies zo spoedig schriftelijk ter kennis aan het dagelijks bestuur; het dagelijks bestuur stelt binnen 2 weken het voorstel vast en draagt binnen een week na dat besluit zorg voor publicatie.

  • 4.

    Wanneer het dagelijks bestuur voornemens is het advies van de commissie geheel of gedeeltelijk niet over te nemen, brengt zij zulks met redenen omkleed binnen een termijn van 14 dagen schriftelijk ter kennis van de commissie.

  • 5.

    Wanneer de advisering een voorstel betreft welke raakt aan een openbaar vervoervoorziening welke deels ook wordt verricht in of van invloed is op het voorzieningenniveau in een van de andere concessies, stelt het dagelijks bestuur de betrokken commissies binnen de onder lid 1 genoemde termijn tijdig in de gelegenheid om onderling overleg c.q. afstemming te hebben of tot een gezamenlijk advies te komen, alvorens te besluiten. 

Artikel 3 Adviesprocedure programma van eisen

  • 1.

    Het dagelijks bestuur stelt een voorstel voor een programma van eisen of een wijziging daarvan in ontwerp vast en legt dit ontwerp-besluit tenminste 16 weken vóórafgaand aan de vergadering waarop dit voorstel door haar wordt behandeld om advies voor aan de betreffende adviescommissie(s).

  • 2.

    De commissie brengt uiterlijk 13 weken na ontvangst van het adviesverzoek advies uit aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur kan een langere adviestermijn vaststellen, bijvoorbeeld wanneer de adviestermijn deels in het reces valt.

  • 3.

    Voordat de commissie advies uitbrengt vragen de gemeenten in het concessiegebied een zienswijze over het ontwerp-besluit aan hun raden. De adviescommissie betrekt de zienswijzen van de raden bij het formuleren van haar advies.

  • 4.

    Wanneer het dagelijks bestuur voornemens is het advies van de commissie geheel of gedeeltelijk niet over te nemen, brengt zij zulks met redenen omkleed binnen een termijn van 14 dagen schriftelijk ter kennis van de commissie.

  • 5.

    Wanneer de advisering een voorstel betreft dat raakt aan een openbaar vervoervoorziening die deels ook wordt verricht in of van invloed is op het voorzieningenniveau in een van de andere concessies, stelt het dagelijks bestuur de betrokken commissie(s) binnen de onder lid 1 genoemde termijn tijdig in de gelegenheid om een advies uit te brengen, dan wel om onderling overleg c.q. afstemming te hebben of tot een gezamenlijk advies te komen, alvorens te besluiten.

  • -

    Dit artikel betreft de adviesprocedure voor voorstellen voor (wijziging van) het programma van eisen. Dit is verduidelijkt in het kopje van dit artikel. De adviesprocedure over het jaarlijkse vervoerplan is vastgelegd in de concessies.

  • -

    Lid 1 en 2: de adviestermijn van 6 weken wordt in de praktijk vaak als krap ervaren. Gelet hierop in combinatie met de wijziging van de samenstelling van de adviescommissie Amsterdam (zie artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies) is de adviestermijn verruimd naar 13 weken. Deze ruimere termijn biedt ook de gelegenheid om de raden van de gemeenten te consulteren, conform het nieuw ingevoegde lid 3. Daarbij kan het dagelijks bestuur een langere adviestermijn vaststellen, bijvoorbeeld wanneer de adviestermijn deels in het reces valt. Het dagelijks bestuur legt een ontwerp programma van eisen tenminste 16 weken voor het besluit tot vaststelling voor advies voor aan de adviescommissie(s).

  • -

    Lid 3 (nieuw ingevoegd): het betrekken van de gemeenteraden bij (wijziging van) programma’s van eisen past goed bij de kaderstellende rol van de raden en versterkt de democratische legitimatie van de Vervoerregio. In de praktijk betrekken gemeenten hun raad vaak al bij advisering over (wijziging van) programma’s van eisen.

  • -

    Lid 3: dit lid kan komen te vervallen. De Vervoerregio werkt al geruime tijd niet meer met een Programma van Richtlijnen.

  • -

    Lid 4: toegevoegd is dat het dagelijks bestuur bij een voorstel dat raakt aan een openbaar vervoervoorziening die deels ook wordt verricht in of van invloed is op het voorzieningenniveau in een van de andere concessies, de betrokken adviescommissie(s) eveneens om advies vraagt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een zogenaamde ‘uitloper’, zoals de Amsteltram.

  •  

  • D.

    Artikel 4 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 4 Overige onderwerpen van advies

De adviescommissie kan gedurende de looptijd van de concessie het dagelijks bestuur van advies dienen inzake het openbaar vervoer behorend tot het gebied van de concessie, over openbaar vervoer dat vanuit andere gebieden in die concessie wordt geëxploiteerd, alsmede over aangelegenheden zoals Vervoerregio-eigen tarieven en kaartsoorten, over de bekostiging, de ontwikkeling van RegioNetlijnen, de wenselijkheid van nieuwe infrastructuur, en voorstellen van de concessiehouder tot wijziging van de dienstregeling.

Artikel 4 Overige onderwerpen van advies

De adviescommissie kan gedurende de looptijd van de concessie het dagelijks bestuur gevraagd en ongevraagd van advies dienen inzake het openbaar vervoer behorend tot het gebied van de concessie, over openbaar vervoer dat vanuit andere gebieden in die concessie wordt geëxploiteerd, alsmede over aangelegenheden zoals Vervoerregio-eigen tarieven en kaartsoorten, over de bekostiging, de ontwikkeling van HOV-verbindingen, de wenselijkheid van nieuwe infrastructuur, en voorstellen van de concessiehouder tot wijziging van de dienstregeling.

  • -

    In artikel 2 lid 2 is opgenomen dat de adviescommissie in ieder geval advies wordt gevraagd over voorstellen voor (wijziging van) programma’s van eisen. De adviescommissie kan ook over overige onderwerpen advies uitbrengen. Verduidelijkt is dat de adviescommissie dit gevraagd en ongevraagd kan doen.

  • -

    De term ‘Regionetlijnen’ is vervangen door de term ‘HOV-verbindingen’. HOV, dat staat voor hoogwaardig openbaar vervoer, is de gebruikelijke term voor openbaar vervoer dat voldoet aan bepaalde kwaliteitseisen.

  •  

  • E.

    Artikel 5 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 5 Bevoegdheid tot verzameIen van informatie

Een adviescommissie heeft het recht om aan het dagelijks bestuur binnen één week na ontvangst van het adviesverzoek te verzoeken nadere gegevens te leveren welke voor het uitbrengen van het advies kwestie wenselijk of noodzakelijk wordt geacht.

Deze gegevens stelt het dagelijks bestuur beschikbaar op een termijn van maximaal 2 weken na ontvangst van dat verzoek, mits de informatie voor het bestuur in redelijkheid zonder nader onderzoek of kosten kunnen worden verzameld en voorzover deze informatie niet door vertrouwelijkheid of door bescherming van bedrijfsgevoelige gegevens is gekwalificeerd.

Wanneer het verzoek om nadere informatie betrekking heeft op gegevens waar de vervoerder in kwestie op grond van het door de Vervoerregio voorgeschreven informatieprofiel periodiek over rapporteert, draagt het dagelijks bestuur binnen een termijn van 14 dagen zorg voor de aanlevering door de vervoerder, bijzondere omstandigheden daargelaten.

Artikel 5 Bevoegdheid tot verzameIen van informatie

  • 1.

    Een adviescommissie heeft het recht om aan het dagelijks bestuur binnen 2 weken na ontvangst van het adviesverzoek te verzoeken nadere gegevens te leveren die voor het uitbrengen van het advies in kwestie wenselijk of noodzakelijk worden geacht.

  • 2.

    Deze gegevens stelt het dagelijks bestuur beschikbaar op een termijn van maximaal 2 weken na ontvangst van dat verzoek, mits de informatie voor het bestuur in redelijkheid zonder nader onderzoek of kosten kunnen worden verzameld en voor zover deze informatie niet door vertrouwelijkheid of door bescherming van bedrijfsgevoelige informatie of persoonsgegevens is gekwalificeerd.

  • 3.

    Wanneer het verzoek om nadere informatie betrekking heeft op gegevens waar de vervoerder in kwestie op grond van het door de Vervoerregio voorgeschreven informatieprofiel periodiek over rapporteert, draagt het dagelijks bestuur binnen een termijn van 2 weken zorg voor de aanlevering door de vervoerder, bijzondere omstandigheden daargelaten.

  • -

    De termijn waarbinnen de adviescommissie nadere gegevens kan vragen over het adviesverzoek is verruimd naar twee weken.

  • -

    De bescherming van persoonsgegevens is aan deze bepaling toegevoegd, in lijn met privacywetgeving.

  •  

  • F.

    Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies

In de adviescommissie Amstelland en Meerlanden hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

 

In de adviescommissie Waterland hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zeevang.

 

In de adviescommissie Zaanstreek hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van gemeenten Oostzaan en Zaanstad.

 

De adviescommissie Amsterdam bestaat uit de gemeenteraad van Amsterdam.

Artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies

In de adviescommissie Amstelland en Meerlanden hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel en Uithoorn.

 

In de adviescommissie Zaanstreek en Waterland hebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad.

 

In de adviescommissie Amsterdamhebben zitting de portefeuillehouders verkeer en vervoer (of hun plaatsvervangers) van de gemeenten Amsterdam, Diemen en Ouder-Amstel. In het adviesproces vraagt de portefeuillehouder van Amsterdam de gemeenteraad van Amsterdam om een zienswijze. De adviescommissie betrekt de zienswijze van de gemeenteraad van Amsterdam bij het formuleren van haar advies.

Met de wijzigingen in dit artikel sluiten de adviescommissies aan bij de indeling van de concessiegebieden binnen de Vervoerregio:

  • -

    Lid 1: Diemen valt al geruime tijd geheel onder het concessiegebied Amsterdam, en maakt geen deel uit van de adviescommissie Amstelland-Meerlanden.

  • -

    Lid 2: vanaf 10 december 2023 zijn de concessies Zaanstreek en Waterland samengevoegd tot één concessie Zaanstreek-Waterland. De adviescommissies Zaanstreek en Waterland zijn daarom samengevoegd tot één adviescommissie Zaanstreek-Waterland.

  • -

    Per 1 januari 2022 zijn de gemeenten Beemster en Purmerend gefuseerd. Zij zijn verder gegaan onder de naam gemeente Purmerend.

  • -

    Lid 3: Diemen en delen van Ouder-Amstel (met name de kern Duivendrecht) maken al langere tijd deel uit van het concessiegebied Amsterdam. De adviescommissie Amsterdam is zo gewijzigd dat deze bestaat uit de portefeuillehouders verkeer en verkeer van de inliggende gemeenten (Amsterdam, Diemen en Ouder-Amstel). Dit sluit aan bij de samenstelling van de adviescommissies Zaanstreek-Waterland en Amstelland-Meerlanden. Daarbij is de portefeuillehouder van Amsterdam, gelet op de bijzondere positie van wethouder verkeer en vervoer én voorzitter van het dagelijks bestuur, gehouden een zienswijze te vragen aan de gemeenteraad van Amsterdam. De adviescommissie betrekt deze zienswijze bij het formuleren van haar advies. Wanneer het om een ontwerp-besluit over een programma van eisen gaat, worden ook de raden van Diemen en Ouder-Amstel om een zienswijze gevraagd en worden deze betrokken bij het advies van de adviescommissie (zie artikel 3 lid 3).

  •  

  • G.

    Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 10 Taken en bevoegdheden van de secretaris

 

  • 1.

    De secretaris bereidt de vergaderingen van de adviescommissie voor en draagt zorg voor de verslaglegging en voor informatie aan de overige adviescommissies, o.a. ter uitvoering van het bepaalde in artikel 13 lid 4.

  • 2.

    De stukken die van de adviescommissie uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Artikel 10 Taken en bevoegdheden van de secretaris

 

  • 1.

    De secretaris bereidt de vergaderingen van de adviescommissie voor en draagt zorg voor de verslaglegging en voor informatie aan de overige adviescommissies.

  • 2.

    De stukken die van de adviescommissie uitgaan worden door de secretaris mede ondertekend.

Lid 1: omdat artikel 13 Wijzigingen in het Programma van Richtlijnen komt te vervallen, vervalt de verwijzing in dit lid naar artikel 13 lid 4.

 

Artikel 11 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 11 Capaciteit ten behoeve van de adviescommissie

  • 1.

    Ter ondersteuning van de werkzaamheden kan de adviescommissie het dagelijks bestuur verzoeken om naar de mogelijkheden expertise beschikbaar te stellen voor het geven van incidentele ondersteuning , voor zover dat in het belang is voor een adequate advisering.

  • 2.

    De ambtelijke capaciteit die nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aan de adviescommissie opgedragen taken wordt geleverd door de facilitaire gemeente in elk concessiegebied. Dit zijn voor Amstelland-Meerlanden de gemeente Haarlemmermeer, voor de concessie Zaanstreek de gemeente Zaanstad en voor de concessie Waterland de gemeente Purmerend, tenzij dit per adviescommissie anders wordt afgesproken.

Artikel 11 Capaciteit ten behoeve van de adviescommissie

  • 1.

    Ter ondersteuning van de werkzaamheden kan de adviescommissie het dagelijks bestuur verzoeken om naar de mogelijkheden expertise beschikbaar te stellen voor het geven van incidentele ondersteuning, voor zover dat in het belang is voor een adequate advisering.

  • 2.

    De ambtelijke capaciteit die nodig is voor de uitvoering van de werkzaamheden voor de aan de adviescommissie opgedragen taken wordt geleverd door de facilitaire gemeente in elk concessiegebied. Dit zijn voor Amsterdam de gemeente Amsterdam, voor Amstelland-Meerlanden de gemeente Haarlemmermeer en voor de concessie Zaanstreek-Waterland de gemeente Purmerend, tenzij dit per adviescommissie anders wordt afgesproken.

Lid 2: de wijzigingen in artikel 6 Samenstelling van de commissies van advies geven aanleiding voor de wijzigingen in dit lid.

  •  

  • H.

    Het kopje van hoofdstuk 6 komt te luiden: Hoofdstuk 6 Overig

  • I.

    Artikel 13 (Wijzigingen in het Programma van Richtlijnen) vervalt.

  • Toelichting: de Vervoerregio werkt al geruime tijd niet meer met een Programma van Richtlijnen.

  • J.

    Artikel 14 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 14 De reizigersadviesraad

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van de Wet Personenvervoer vraagt het dagelijks bestuur over de voorstellen bedoeld in artikel 2 lid 2 eveneens advies aan de Reizigersadviesraad Vervoerregio Amsterdam, respectievelijk aan de Reizigersadviesraad Amsterdam.

Artikel 14 De reizigersadviesraad

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van de Wet Personenvervoer vraagt het dagelijks bestuur over de voorstellen bedoeld in artikel 2 lid 2 eveneens advies aan de Reizigersadviesraad Vervoerregio Amsterdam.

De Reizigersadviesraad Amsterdam stamt uit het verleden. Er is al langere tijd één Reizigersadviesraad voor de gehele Vervoerregio.

  •  

  • K.

    Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Toelichting

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag volgend op de datum van vaststelling van het besluit.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking na bekendmaking in het Blad Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam.

De verordening kan pas in werking treden nadat deze bekend is gemaakt, zie artikel 3:40 Algemene wet bestuursrecht.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Blad Gemeenschappelijke regeling Vervoerregio Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de regioraad van de Vervoerregio Amsterdam op 5 maart 2024.

De regioraad van de Vervoerregio Amsterdam,

namens deze,

R. Salden

secretaris

M. van der Horst

voorzitter

Naar boven