Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Achterhoek tot het aanwijzen van toezichthouders van de Omgevingsdienst Achterhoek

De directeur van de Omgevingsdienst Achterhoek, voor zover het haar bevoegdheid betreft:

 

 

Intitulé

Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst Achterhoek tot het aanwijzen van toezichthouders van de Omgevingsdienst Achterhoek

 

 

Overwegende

  • Dat de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen en de provincie Gelderland deelnemen in de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Achterhoek, hierna ODA

 

Gelet op:

 

De dienstverleningsovereenkomsten die met de genoemde deelnemers zijn aangegaan;

 

Het belang om toezichthouders aan te wijzen met het oog op de naleving van wet- en regelgeving voor zover het toezicht daarop door het bevoegde gezag op basis van de hierboven genoemde dienstverleningsovereenkomsten en mandaatbesluiten bij de Omgevingsdienst Achterhoek is belegd;

 

Het belang om vanwege het zogenaamde ketentoezicht, met toezicht belaste personen die behoren tot het Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten van de Omgevingsdienst Rivierenland, aan te wijzen als toezichthouder (dit team valt organisatorisch onder de Omgevingsdienst Rivierenland maar werkt voor alle omgevingsdiensten in Gelderland en richt zich op overtredingen en overtreders in ketenverbanden. Uit operationeel oogpunt moeten deze personen ook kunnen optreden als toezichthouder in het ambtsgebied en gezagsbereik van de overige Gelderse omgevingsdiensten).

 

Gelet op:

  • Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Artikel 18.1, 18.6 en 18.6a van de Omgevingswet;

  • De mandaatbesluiten van de deelnemers, waarbij zij mandaat verlenen aan de directeur van de ODA, ieder voor zover deze op de datum van dit besluit in werking zijn getreden of later in werking zullen treden;.

 

Besluit:

 

Vast te stellen het navolgende: Besluit aanwijzing toezichthouders ODA 2024

 

Artikel 1  

De personen die zijn en worden aangesteld, geplaatst of gedetacheerd bij de ODA, en die zijn aangesteld in de functie van:

  • medewerker beleidsuitvoering I

  • medewerker beleidsuitvoering II

  • medewerker beleidsuitvoering III

  • medewerker handhaving I

  • medewerker handhaving II

  • Adviseur III

  • Adviseur IV

  • manager II

 

alsmede personen die contractueel in opdracht van de ODA werkzaam zijn,

aan te wijzen als toezichthouders als bedoeld in artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht in samenhang met de artikelen 18.6, 18.6a en 18.7 van de Omgevingswet.

 

Artikel 1a  

In aanvulling op de personen genoemd onder artikel 1 worden alle met toezicht belaste personen binnen het Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten van Omgevingsdienst Rivierenland hierbij aangewezen als toezichthouder belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in artikel 2 genoemde regelgeving.

 

Artikel 2  

De toezichthouder is belast met het toezicht en handhaving op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de:

  • a.

    de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Omgevingswet, de Wet milieubeheer, het Vuurwerkbesluit, het Besluit Bodemkwaliteit en de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

  • b.

    de provinciale omgevingsverordening en gemeentelijke omgevingsplannen;

  • c.

    overige provinciale en gemeentelijke verordeningen en regelingen;

  • d.

    het Bouwbesluit, de Wet natuurbescherming, de Erfgoedwet, de Ontgrondingenwet, de Waterwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet ruimtelijke ordening en de Woningwet voor zover nog van toepassing in het kader van overgangsrecht op 1 januari 2024;

  • e.

    wetten, regelingen en verordeningen die ter vervanging gaan strekken van de wetten, regelingen en verordeningen genoemd onder sub a, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

 

De bevoegdheid van de toezichthouder beperkt zich tot de werkzaamheden die door de deelnemers aan de ODA zijn opgedragen.

 

Artikel 3  

De aanwijzing als toezichthouder geldt tot wederopzegging maar vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband met de persoon is beëindigd, de plaatsing is beëindigd dan wel de detachering of het contract is beëindigd van de betreffende persoon bij de ODA dan wel bij het Team Ketentoezicht Gelderse Omgevingsdiensten van de Omgevingsdienst Rivierenland, dan wel tot benoeming in een functie die niet valt binnen de hiervoor genoemde functies, dan wel als op basis van een nog te nemen besluit de aanwijzing eindigt.

 

Artikel 4  

Aan de toezichthouder wordt, ten behoeve van het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de onder artikel 2 genoemde wetten of regelingen, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”.

 

Artikel 5  

Dit besluit treedt, na bekendmaking, in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2024 en geldt voor het gehele grondgebied van de gemeenten Aalten Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen.

 

Artikel 6  

Eerdere besluiten van de directeur tot aanwijzing van toezichthouders onder welke benaming dan ook voor het houden van toezicht op het bepaalde bij of krachtens genoemd wet- en regelgeving worden per 1 januari 2024 ingetrokken.

 

Artikel 7  

Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit aanwijzing toezichthouders ODA 2024.

 

Artikel 8  

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het publicatieblad van de gemeenschappelijke regeling.

 

 

Hengelo (Gld), 26 maart 2024.

Petra M.G. van Oosterbosch

Directeur Omgevingsdienst Achterhoek

Naar boven