Blad gemeenschappelijke regeling van ABG-organisatie
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
ABG-organisatie | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 46 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
ABG-organisatie | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 46 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening 2023 (artikel 212 Gemeentewet) Gemeenschappelijke regeling ABG
2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt:
in aanvulling op het bepaalde in de artikelen 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitatie.
Artikel 5. Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Via de P&C producten kan aan het bestuur het verzoek worden gedaan om één of meerdere kredieten uit het meerjareninvesteringsplan (MIP) te voteren. Dit verzoek kan worden gedaan voor zowel een voorbereidingskrediet als een uitvoeringskrediet. Enerzijds kan het hier gaan om een krediet voor een nieuwe investering. Anderzijds kan het gaan om een aanvullend krediet op een reeds bestaande investering. Wanneer het verzoek tot het voteren van een krediet wordt gedaan, wordt dit specifiek benoemd in het bestuursvoorstel van het betreffende P&C product. Voor alle andere investeringen uit het meerjareninvesteringsplan (MIP) geldt, dat we op een later tijdstip een apart voorstel aan het bestuur voorleggen ter autorisatie van het krediet.
Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar groter dan € 40.000, die niet in de begroting zijn opgenomen, legt de directie vooraf aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan het bestuur voor. Investeringen tot en met € 40.000 worden gemeld in de tussentijdse rapportage.
Lopende budgetten (eenmalige uitgaven, verspreid over meerdere begrotingsjaren, die niet geactiveerd worden) en investeringskredieten (eenmalige uitgaven die geactiveerd worden) kunnen voor zover deze niet zijn aangewend, worden overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar. De directie rapporteert hierover in de P&C producten. Voor het nog niet aangewende deel van lopende kredieten, die gedekt worden door structurele baten, vindt in het begrotingsjaar een dotatie aan de bestemmingsreserve “kredieten” plaats, zodat deze in het volgende begrotingsjaar als dekking ingezet kan worden.
Artikel 6. Tussentijdse rapportages
De directie informeert in ieder geval vooraf het bestuur en neemt pas een besluit nadat het bestuur in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de directie te brengen, indien de begrotingspost onvoorziene uitgaven wordt overschreden. Bij bestuursvoorstellen met als dekking de begrotingsposten onvoorziene uitgaven dient ook altijd het restantsaldo van deze post vermeld te worden.
Artikel 8. Wensen en bedenkingen over grote onderwerpen
In het kader van de actieve informatieplicht beslist de directie niet over:
dan nadat het bestuur is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van de directie te brengen.
Als het Rijk de gemeenschappelijke regeling bericht dat alle gemeenschappelijke regelingen samen het collectieve aandeel van gemeenschappelijke regelingen in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert de directie het bestuur of een aanpassing van de begroting nodig is. Als de directie een aanpassing nodig achten, doet de directie een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
3. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 10. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening 2023 rapporteert de directie aan het bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% voor fouten en 3% voor onzekerheden, van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves. In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening 2024 en verder rapporteert de directie aan het bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 2% voor fouten en onzekerheden, van de totale lasten van de ABG, inclusief de dotaties aan de reserves.
Artikel 11. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 12. Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het bestuur geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Artikel 16. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Artikel 18. Vaststelling hoogte tarieven
De directie doet het bestuur jaarlijks bij de begroting een voorstel voor de hoogte van de uurtarieven. Het bestuur stelt de tarieven vast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-46.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.