Wijziging Ambtenarenreglement, wijziging Vakantie- en verlofregeling

 

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,

 

Constaterende dat het Ambtenarenreglement en de Vakantie- en verlofregeling behoeven te worden aangepast;

 

gelet op:

 

  • -

    artikel 125 Ambtenarenwet in samenhang met artikel 11.2 Aanpassingswet WNRA;

  • -

    artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    Lbr nr:22/18/ LOAV22/11

     

besluit vast te stellen:

 

Wijziging Ambtenarenreglement, wijziging Vakantie- en verlofregeling

 

Artikel I Wijziging Ambtenarenreglement

  • A.

    Artikel 1, lid 2 onder o wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 1, lid 2 onder o:

    feestdagen: Nieuwjaarsdag, Tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, Tweede Pinksterdag, de Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van Z.M. de Koning wordt gevierd, 5 mei en iedere andere dag die het dagelijks bestuur als feestdag aanwijst.

     

  • B.

    Aan artikel 40 wordt een nieuw lid 5 toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

     

    Artikel 40, lid 5:

    Hetgeen in dit artikel ten aanzien van het verrichten van arbeid op zondag is bepaald, geldt mede voor het verrichten van arbeid op de nieuwjaarsdag, de tweede Paasdag, de Hemelvaartsdag, de tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen en de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd.

     

  • C.

    Artikel 41 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 41

    1. In elk kalenderjaar heeft de ambtenaar recht op vakantie met behoud van salaris en salaristoelage(n).

    2. Dit vakantierecht bestaat uit wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren.

    3. De duur van de wettelijke vakantie-uren is vier maal de formele arbeidsduur per week.

     

  • D.

    Opgenomen wordt een nieuw artikel 41a dat als volgt luidt:

     

Artikel 41a

1. De ambtenaar met een voltijd dienstverband krijgt 43,2 bovenwettelijke vakantie-uren naast de vakantie in artikel 41. Dit aantal wordt naar evenredigheid verminderd voor de ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week.

2. De werkgever kan met instemming van de OR van deze vakantie-uren maximaal 2 dagen aanwijzen als dagen waarvoor hetzelfde geldt als de feestdagen bedoeld in artikel 1, lid 2 onder o.

3. In afwijking van lid 1 behoudt de werknemer die op 31 december 2023 recht had op meer dan 43,2 bovenwettelijke vakantie-uren zijn recht op deze uren tot het einde van het dienstverband.

 

  • E.

    Artikel 42 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

Artikel 42

Het dagelijks bestuur stelt regels met betrekking tot de duur van de vakantie.

 

  • F.

    Artikel 43, tweede lid komt te vervallen.

     

  • G.

    In artikel 45, eerste en tweede lid wordt ‘burgemeester en wethouders’ vervangen door ‘het dagelijks bestuur’.

     

  • H.

    Aan artikel 45 wordt een derde lid toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

 

Artikel 45, lid 3:

Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt met dien verstande, dat de ambtenaar in enig kalenderjaar nimmer meer vakantie-uren kan opnemen dan anderhalf maal het hem bij of krachtens artikel 41, lid 3 toekomende aantal uren tenzij op een desbetreffend verzoek van de ambtenaar uitdrukkelijk anders is beslist.

 

  • I.

    Artikel 46 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 46

    1. Indien in enig kalenderjaar de vakantie geheel of gedeeltelijk niet is verleend:

    a. op verzoek van de ambtenaar;

    b. als gevolg van afwezigheid wegens ziekte die niet aan de schuld of nalatigheid van de ambtenaar is te wijten of

    c. als gevolg van verblijf in militaire dienst anders dan voor eerste oefening,

    wordt de niet genoten vakantie in een volgend kalenderjaar verleend, tenzij het belang van de dienst of de belangen van de andere ambtenaren zich daartegen verzetten. Een verzoek als bedoeld onder a kan achterwege blijven, indien de niet genoten vakantie minder is dan een nader door het bestuur te bepalen aantal uren.

    2. De wegens ziekte tijdens een vakantie niet genoten vakantie-uren worden als niet verleend beschouwd, indien de ambtenaar aannemelijk kan maken dat hij, ware hem geen vakantie verleend, op die uren verhinderd zou zijn geweest zijn functie te vervullen.

    3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt met dien verstande, dat de ambtenaar in enig kalenderjaar nimmer meer vakantie-uren kan opnemen dan anderhalf maal het hem bij of krachtens artikel 41 lid 3 toekomende aantal uren tenzij op een desbetreffend verzoek van de ambtenaar uitdrukkelijk anders is beslist.

     

  • J.

    In artikel 47, lid 3, wordt de zinsnede ‘artikelen 42 en 43’vervangen door ‘artikel 41’.

     

  • K.

    Artikel 48 komt te vervallen.

     

  • L.

    Artikel 48a komt te vervallen.

     

  • M.

    Artikel 48b komt te vervallen.

 

Artikel II Wijziging Vakantie- en verlofregeling

  • A.

    Artikel 1 komt te vervallen.

     

  • B.

    Artikel 2 komt te vervallen.

     

  • C.

    Artikel 3 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 3

    • 1.

      De ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van zijn salaris en de toegekende salaristoelage(n).

    • 2.

      In aanvulling op het eerste lid wordt verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) gegeven voor het huwelijk of het registreren van het partnerschap op de dag hiervan.

    • 3.

      Behoudens in dringende gevallen moet verlof ten minste 24 uren tevoren worden aangevraagd bij het dagelijks bestuur. Indien de ambtenaar die niet vooraf een aanvraag daartoe heeft gedaan ten genoegen van het dagelijks bestuur aantoont dat hij daartoe geen gelegenheid heeft gehad en dat voor zijn afwezigheid gegronde redenen bestonden, wordt deze geacht verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) te hebben genoten.

       

  • D.

    Artikel 3d komt te vervallen.

     

  • E.

    Er wordt een nieuw artikel 3e toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

     

    Artikel 3e

    • 1.

      De vrouwelijke ambtenaar die op grond van de WAZO zwangerschaps- en bevallingsverlof geniet, heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van haar volledige salaris en de toegekende salaristoelage(n).

    • 2.

      De WAZO-uitkering van het zwangerschaps- en bevallingsverlof wordt in mindering gebracht op het bedrag waarop de ambtenaar op grond van het eerste lid recht heeft.

    • 3.

      De ambtenaar is, wanneer zij recht heeft op zwangerschaps- en bevallingsverlof, verplicht mee te werken aan de aanvraag en de uitbetaling van de WAZO-uitkering door de veiligheidsregio bij en door het UWV.

    • 4.

      Indien als gevolg van handelingen of nalaten van handelingen door de vrouwelijke ambtenaar de WAZO-uitkering nog niet tot uitbetaling is gekomen, vermindering ondergaat, aan de ambtenaar een boete wordt opgelegd, dan wel het recht op de WAZO-uitkering geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, en dit aan haar schuld of toedoen te wijten is, wordt de WAZO-uitkering op het salaris en de toegekende salaristoelage(n) in mindering gebracht.

       

  • F.

    In artikel 4, lid 2 wordt de zinsnede ‘Burgemeester en wethouders’ vervangen door ‘Het dagelijks bestuur’.

     

  • G.

    Aan artikel 4 wordt een derde lid toegevoegd, dat als volgt komt te luiden:

     

    Artikel 4 lid 3

    3. Bij non-activiteit, bedoeld in artikel 125c, eerste lid van de Ambtenarenwet bestaat geen recht op doorbetaling van het salaris en de toegekende salaristoelage(n) en vakantietoelage.

     

  • H.

    Artikel 5 komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 5 Vakbondsverlof

    1. Voor de toepassing van dit artikel worden verstaan onder:

    a. Centrales van overheidspersoneel;

    1. de Algemene Centrale van overheidspersoneel (ACOP);

    2. de Christelijke Centrale van overheids- en onderwijs personeel (CCOOP);

    3. de Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij overheid, onderwijs, bedrijven en instellingen (CMHF).

    b. Verenigingen van ambtenaren:

    de verenigingen van ambtenaren welke zijn aangesloten bij de onder a genoemde centrales van overheidspersoneel.

    2. Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt door het bestuur buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend aan de ambtenaar:

    a. voor het bijwonen van algemene vergaderingen van verenigingen van ambtenaren of, voor zover het algemene verenigingen betreft welke ook andere groepen van ambtenaren dan personeel in dienst van de veiligheidsregio organiseren, voor het bijwonen van algemene vergaderingen van een landelijke groep van personeel in dienst van veiligheidsregio’s indien de ambtenaar lid van het hoofdbestuur, bestuurslid ener landelijke groep of afgevaardigde van een afdeling is, met dien verstande dat van elke afdeling voor iedere vijftig leden of gedeelte daarvan aan ten hoogste twee afgevaardigden tot een maximum van tien afgevaardigden, verlof wordt verleend;

    b. voor het bijwonen van hoofdbestuursvergaderingen indien hij lid is van het hoofdbestuur van bondsraad- of bestuursraadvergaderingen indien hij lid is van de bonds- of bestuursraad, en van groepsraadvergaderingen indien hij lid is van een landelijke groepsraad;

    c. voor het bijwonen van één algemene vergadering van de centrale organisatie waarbij de vereniging van de ambtenaar is aangesloten, indien hij als vertegenwoordiger van zijn vereniging aan die vergadering deelneemt.

    3. Tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten wordt door het bestuur aan de ambtenaar met een volledig dienstverband buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend:

    a. om, indien hij daartoe door een centrale van overheidspersoneel als bedoeld in het eerste lid, onder a of door een daarbij aangesloten vereniging is aangewezen:

    1. om bestuurlijke en/of vertegenwoordigende activiteiten te ontplooien binnen die centrale of die daarbij aangesloten vereniging, onderscheidenlijk binnen het apparaat van de veiligheidsregio, welke ertoe strekken de doelstellingen van deze centrale van overheidspersoneel en/of de daarbij aangesloten vereniging te ondersteunen, het geheel voor ten hoogste 216 uren per kalenderjaar;

    2. als vakbondsconsulent, voor ten hoogste 50 uur per jaar voor een organisatie met minder dan 400 medewerkers en ten hoogste 100 voor een organisatie met meer dan 400 medewerkers;

    3. als arbeidsvoorwaardenadviseur voor ten hoogste 50 uur per jaar voor een organisatie met minder dan 400 medewerkers en ten hoogste 100 uur voor een organisatie met meer dan 400 medewerkers met dien verstande dat per vakcentrale per organisatie verlof wordt toegekend aan maximaal één arbeidsvoorwaardenadviseur

    b. voor het - op uitnodiging van een vereniging van ambtenaren - als cursist deelnemen aan een cursus welke door of ten behoeve van de leden van die vereniging van ambtenaren wordt gegeven, alles te samen voor ten hoogste 43,2 uren per twee kalenderjaren.

    4. Van het buitengewoon verlof met behoud van beloning van een ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur per week van minder dan 36 uur wordt het aantal uren genoemd in het derde lid onder de a en b, naar evenredigheid verminderd.

    5. Het verlof, bedoeld in het tweede en derde lid tezamen, kan voor de ambtenaar met een volledig dienstverband niet meer bedragen dan ten hoogste 244,8 uren per kalenderjaar, echter met dien verstande dat ten hoogste 316,8 uren verlof kan worden verleend aan de ambtenaar die:

    a. lid is van het hoofdbestuur van een centrale van overheidspersoneel, genoemd in het eerste lid onder a , nr. 1 of 2 en/of van een vereniging van ambtenaren die rechtstreeks bij die centrale is aangesloten.

    b. lid is van het centrale bestuur van de centrale genoemd in het eerste lid onder a , nr.3 en/of bestuurslid is van een sector of sectie van de centrale.

    6. Verlof, bedoeld in de vorige leden, kan slechts worden verleend aan de ambtenaar die lid is van een vereniging van ambtenaren, bedoeld in het eerste lid, onder b.

    7. Tenzij andere belangen van de dienst zich daartegen verzetten, wordt aan de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als lid van de commissie, bedoeld in artikel 121a, tweede lid Ambtenarenreglement, buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) verleend voor het bijwonen van de vergadering van die commissie, alsmede voor een voorvergadering per uitgeschreven commissievergadering. Hetgeen ten aanzien van de voorvergadering is bepaald, geldt eveneens voor de ambtenaar die door de vereniging van ambtenaren waarvan hij lid is, is aangewezen als plaatsvervangend lid van de commissie bedoeld in artikel 121a, tweede lid Ambtenarenreglement.

    8. Het dagelijks bestuur kan omtrent het bepaalde in dit artikel nadere regels stellen, waarbij het te verlenen verlof, bedoeld in het tweede, derde en vijfde lid, op een lager aantal uren kan worden gesteld.

     

  • I.

    Artikel 6d, lid 4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

    Artikel 6d lid 4

    4. Artikel 6, lid 1 tot en met 13 geldt niet voor onbetaald Wazo-verlof.

     

  • J.

    Artikel 7 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

     

Artikel 7

De ambtenaar, bedoeld in artikel 11 en 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016, krijgt 14,4 uren bovenwettelijke vakantie-uren erbij indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt, respectievelijk indien de in artikel 13 van het Besluit salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen 2016 genoemde verplichting regelmatig en in belangrijke mate op de ambtenaar rust.

 

  • K.

    Artikel 8, derde lid, komt te vervallen.

     

Artikel III Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2024.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als: 'Wijziging Ambtenarenreglement, wijziging Vakantie- en verlofregeling'.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 februari 2024,

 

De secretaris,

mr. drs. A. Littooij

 

De voorzitter,

ing. A. Aboutaleb

Naar boven