13e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR

 

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,

 

constaterende dat het Besluit bezwarende functie VRR ten gevolge van een aantal wijzigingen behoeft te worden aangepast;

 

gelet op:

 

  • 1.

    artikel 125 Ambtenarenwet in samenhang met artikel 11.2 Aanpassingswet WNRA;

  • 2.

    artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen; 

  • 3.

    LOGA brief TAZ/U202000544/ Lbr 20/048 LOGA 20/05

     

besluit vast te stellen:

 

13e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR

Artikel A  

Artikel 9f:4 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 9f:4 Afwijkende FLO-leeftijden

  • 1.

    Artikel 9f:3 is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar, bedoeld in de artikelen 9b:4 lid 3 en 9b:26 lid 2, maar niet op een ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar.

  • 2.

    De levensloopaanspraken van de ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens is vastgesteld op 60 jaar en die vóór 1 januari 2022 zijn gehele levensloop kan opnemen, blijven ongewijzigd.

  • 3.

    De levensloopaanspraken van de ambtenaar die op 31 december 2021 jonger dan 60 jaar is, worden in de maand december 2021 afgekocht zoals bepaald in artikel 9e:17, lid 1.

  • 4.

    De levenslooptegoeden van de ambtenaar bedoeld in het derde lid, worden in 2020 en 2021 uitbetaald zoals bepaald in artikel 9e:16.

  • 5.

    Het derde en vierde lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de ambtenaar die op 31 december 2021 60 jaar of ouder is en

    • a.

      maximaal 2 jaar de ingangsdatum van zijn onbezoldigd volledig verlof heeft uitgesteld als bedoeld in artikel 9b:11, lid 4 juncto 9b:35, lid 4 CAR, en

    • b.

      voor 31 december 2021 zijn bruto levenslooptegoed niet heeft ingezet ter financiering van het onbetaald verlof bedoeld in artikel 9b:11, lid 2 juncto 9b:35, lid 2.

  • 6.

    De ambtenaar bedoeld in het vijfde lid die zijn levenslooptegoed uiterlijk vanaf de eerste van de maand volgend op het moment dat hij de leeftijd van 62 jaar heeft bereikt, heeft ingezet ter financiering van het onbetaald verlof bedoeld in artikel 9b:11, lid 2, juncto 9b:35, lid 2 heeft recht op een afkoop zoals bepaald in artikel 9e:17, lid 2.

  • 7.

    Vindt vanaf 1 januari 2022 vrijwillige voortzetting van de pensioenopbouw plaats door middel van voortzetting deelnemerschap op grond van het ABP-pensioenreglement en wordt gedurende deze periode het afgekochte tegoed als genoemd in lid 3 ingezet om te voorzien in het inkomen, dan betaalt de werkgever de vigerende werkgeverspremie. De in dit lid genoemde periode van voortzetting deelnemerschap bedraagt maximaal twee jaar.

  • 8.

    Uitgezonderd de aanspraken, bedoeld in de Overgangsregeling compensatie AOW opgenomen in de artikelen 9b:76 tot en met 9b:82, heeft de ambtenaar bedoeld in lid 2, geen andere rechten voortvloeiende uit dit hoofdstuk of hoofdstuk 9b.

Artikel B  

Aan hoofdstuk 9e worden twee nieuwe artikelen toegevoegd:

 

Artikel 9e:16 Uitbetaling levenslooptegoeden afwijkende FLO-leeftijden

Het bruto levenslooptegoed van de ambtenaar bedoeld in 9f:4, lid 3 en lid 5 wordt in twee tranches aan het eind van het fiscaal jaar 2020 en aan het eind van het fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de salarisrekening van de ambtenaar.

 

Artikel 9e:17 Afkoop levensloopbijdrage afwijkende FLO-leeftijden

  • 1.

    De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 9f:4, lid 3 en lid 5 wordt berekend door 24 maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in december 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16, lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als levensloopuitkering door een extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

  • 2.

    De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 9f:4, lid 6, betreft alleen de maanden van de periode van 24 maanden onbetaald verlof, gelegen vanaf 1 januari 2022. De afkoop wordt berekend door dit aantal maanden maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in december 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als levensloopuitkering door een extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

  • 3.

    Het afkoopbedrag behoort niet tot het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP.

  • 4.

    Het afkoopbedrag behoort niet tot het salaris, bedoeld in artikel 3:2.

  • 5.

    Het afkoopbedrag behoort niet tot de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 9b:2 respectievelijk berekeningsgrondslag, bedoeld in 9f:2.

 

Artikel C Inwerkingtreding

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2020.

  • 2.

    Dit besluit kan worden aangehaald als 13e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 februari 2024,

 

De secretaris,

mr. drs. A. Littooij

 

De voorzitter,

ing. A. Aboutaleb

Naar boven