Blad gemeenschappelijke regeling van Recreatieschap Voorne-Putten
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Recreatieschap Voorne-Putten | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 289 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Recreatieschap Voorne-Putten | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 289 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Algemene verordening Recreatieschap Voorne-Putten 2021
Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Voorne-Putten
gelezen de voordracht van het Dagelijks Bestuur van 12 mei 2021.
Gelet op artikel 23, 24 en 25 van de Gemeenschappelijke regeling voor het recreatiegebied Voorne-Putten;
Overwegende dat in verband met de uittreding van de gemeente Rotterdam, het recreatieschap thans de naam ‘recreatieschap Voorne-Putten’ voert en een wijziging van de titel van de onderhavige verordening alsmede wijziging van de naam aanduiding noodzakelijk is;
Overwegende dat in verband met de uitbreiding van het werkingsgebied van het recreatieschap Voorne-Putten, een wijziging van de kaart met het werkingsgebied noodzakelijk is;
Overwegende dat de onderhavige verordening geactualiseerd dient te worden door een veranderd en toenemend maatschappelijk gebruik van de gebieden;
Gelet op het bepaalde in artikel 23, juncto artikel 25 van de Gemeenschappelijke Regeling van het recreatieschap Voorne-Putten- waarin respectievelijk:
Algemene verordening Recreatieschap VOORNE-PUTTEN 2021
I. Algemene bepalingen: begripsomschrijvingen en procedureregels voor het verkrijgen van vergunningen of ontheffingen
Artikel I.1 Begripsomschrijvingen
Artikel I.2 Indiening aanvraag en de hierbij te overleggen informatie
Artikel I.3 Mogelijkheid Dagelijks Bestuur om voorwaarden en beperkingen te stellen
Artikel I.4 Persoonlijk karakter van vergunning, ontheffing of toestemming
Artikel I.5 Intrekking of wijziging van vergunning, ontheffing of toestemming
Artikel I.6 Regelend optreden door of namens het Dagelijks Bestuur
II. Algemene en bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare terreinen en openbare wateren
A. Algemene bepalingen over het gebruik van openbare terreinen en wateren
Artikel II.1 Gebruik van groen- en recreatieve voorzieningen en bouwwerken
Artikel II.2 Geluidsinstrumenten en geluids-toestellen
B. Bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare terreinen
Artikel II.7 Begripsomschrijvingen
Artikel II.8 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel II.9 Defecte voertuigen
Artikel II.10 Voertuigenwrakken
Artikel II.12 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel II.13 Parkeren van grote voertuigen
Artikel II.14 Overlastgevend parkeren van voertuigen
Artikel II.15 Overlastgevend stallen van (brom-)fietsen
Paragraaf 2 Andere bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare terreinen
Artikel II.16 Gebruik duingebied
Artikel II.17 Graven in openbare terreinen
Artikel II.18 Rijden met voertuigen op openbare terreinen
Artikel II.19 Vissen vanaf het strand
C. Bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare wateren
Artikel II.20 Zaaksgebonden ontheffing Artikel II.21 Toegang openbare wateren
Artikel II.22 Gebruik motorvaartuigen Artikel II.23 Zeilvaartuigen
Artikel II.24 Losmaken van gemeerde vaartuigen
Artikel II.25 Het verbod om met vaartuigen in de nabijheid van zwemplaatsen te zijn
Artikel II.26 Ligplaats hebben met vaartuigen
Artikel II.27 Verbod ligplaats in te nemen met vaartuigen langer dan 16 meter
Artikel II.28 Driedagenregeling
Artikel II.29 Aanwijzing ligplaats
Artikel II.30 (Proef-) draaien van motoren
Artikel II.31 Repareren en bouwen van vaartuigen
Artikel II.33 Zeil- en kitesurfplanken
Artikel II.35 Veiligheid op het ijs
III. Openbare gezondheid en zedelijkheid
Artikel III.1 Verontreiniging Artikel III.2 Zedelijkheid
IV. Andere zaken van openbaar belang
Artikel IV.2 Standplaats innemen
V. Bepalingen ter bescherming van het landschap en de natuur
Artikel V.1 Handelsreclame en opschriften
Artikel V.3 Demping van wateren
VI. Straf-, handhavings-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel VI.2 Handhavingsbepalingen
I. Algemene bepalingen: begripsomschrijvingen en procedureregels voor het verkrijgen van vergunningen, ontheffingen en toestemmingen
Artikel I.1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Artikel I.3 Mogelijkheid Dagelijks Bestuur om voorwaarden en beperkingen te stellen
Aan een op grond van deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorwaarden en beperkingen worden verbonden. Deze voorwaarden en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. In voorkomende gevallen kunnen zonder meer eisen gesteld worden naar aard, omvang en deskundigheid. Waar het gaat om het verbod gesteld in artikel IV.1 kan een aanvraag om een ontheffing of vergunning niet worden geweigerd op grond van de inhoud van de handelsreclame.
Onverminderd het gestelde in het eerste lid vindt - waar nodig - overleg plaats met de betreffende overheden en/of beherende instanties in het gebied van het recreatieschap. In ieder geval wordt een besluit voor opslagplaatsen en dempingen zoals bedoeld in de artikel V.2 en V.3 niet eerder genomen dan na overleg met de betreffende gemeente en/of het Waterschap Hollandse Delta.
Een vergunning of ontheffing wordt, tenzij anders bepaald in deze verordening, zonder meer geweigerd in het belang van de orde, veiligheid en zedelijkheid zoals nader uitgewerkt in de hoofdstukken II en III van deze verordening en voor zover in strijd met de Wet Natuurbescherming en daaraan te relateren (Europese) richtlijnen.
Artikel I.4 Persoonlijk karakter van vergunning, ontheffing of toestemming
De vergunning, ontheffing of toestemming is persoonsgebonden, tenzij anders aangegeven in deze verordening.
Artikel I.5 Intrekking of wijziging van vergunning, ontheffing of toestemming
Met inachtneming van het gestelde in artikel I.4 kan een vergunning of ontheffing om de volgende redenen ingetrokken of gewijzigd worden als:
Artikel I.6 Regelend optreden door of namens het Dagelijks Bestuur
Indien dit voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening nodig is, kan door of namens het Dagelijks Bestuur te allen tijde regelend worden opgetreden ten aanzien van onder andere natuurlijke en/of privaatrechtelijke rechtspersonen, vaartuigen, voertuigen, werken, voorzieningen en andere voorwerpen van houderschap, bezit en eigendom alsmede rij-, trek- en andere dieren. De natuurlijke en privaatrechtelijke rechtspersonen moeten voldoen aan de bevelen, welke hen door of namens het Dagelijks Bestuur worden gegeven.
A. Algemene bepalingen over het gebruik van openbare terreinen en openbare wateren
Artikel II.2 Geluidsinstrumenten en geluidstoestellen
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden op de openbare terreinen en openbare wateren door middel van een geluids-instrument en/of een toestel, bestemd tot het weergeven van muziek of van de menselijke stem, hinderlijk geluid te maken. Voor het duingebied wordt geen ontheffing verleend.
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden de modelsport te beoefenen met miniatuurvoer-, vaar-, of vliegtuigen en/of drones welke al dan niet voorzien zijn van verbrandings- en elektromotoren, met uitzondering van elektronische miniatuur voerboten ten behoeve van de hengelsport.
B. Bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare terreinen
Artikel II.8 Te koop aanbieden van voertuigen
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden op door het Dagelijks Bestuur aangewezen wegen of weggedeelten een voertuig te parkeren met het kennelijke doel het te koop aan te bieden of te verhandelen.
Artikel II.12 Parkeren van reclamevoertuigen
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken.
Artikel II.15 Overlastgevend stallen van (brom)fietsen
Het Dagelijks Bestuur kan op de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van het recreatieschap, ter voorkoming of opheffing van overlast, dan wel ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is twee- of driewielige fietsen of twee- of driewielige bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Paragraaf 2 Overige bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare terreinen
Artikel II.18 Rijden of zich bevinden met voertuigen op openbare terreinen
Het Dagelijks Bestuur kan van het verbod in het eerste lid, ontheffing verlenen. Deze ontheffing geldt slechts voor de door het Dagelijks Bestuur nader te aan te wijzen delen van openbare terreinen en de in dat kader nader te bepalen voertuigen. Het zal om een incidenteel te verlenen ontheffing gaan.
Artikel II.19 Vissen vanaf het strand
Degene die buiten de periode van het badseizoen en waarvoor het verbod onder a niet geldt, visnetten, fuiken of dergelijke vistuigen in zee plaatst, is verplicht er voor te zorgen dat alle palen, stekken of andere obstakels, welke voor het bevestigen hiervan hebben gediend, of kunnen dienen, vóór de aanvang van het badseizoen volledig zijn verwijderd.
C. Bijzondere bepalingen over het gebruik van openbare wateren
Artikel II.20 Zaak gebonden ontheffing
De ontheffing voor de in hoofdstuk opgenomen bepalingen zijn zaak gebonden.
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden zonder daartoe bevoegd te zijn gedurende het badseizoen zich met een zeilvaartuig te bevinden op het strand tussen de rijks-strandpalen 11.600 en 13.200 of op zee binnen een afstand van 100 meter vanaf de zomerlaagwaterlijn nabij dit strand.
Artikel II.24 Losmaken van gemeerde vaartuigen
Het is anderen dan de rechthebbende(-n) of degene(-n) die handelt respectievelijk handelen met diens toestemming verboden:
Artikel II.25 Het verbod om met vaartuigen in de nabijheid van zwemplaatsen te zijn
Het is verboden zich met een vaartuig te varen en/of te bevinden binnen een afstand van vijf meter van een zwemplaats.
Artikel II.26 Ligplaats hebben met vaartuigen
zich met een vaartuig te bevinden binnen een afstand van dertig meter van een als zodanig aangeduide vissteiger (met) vaartuigen die niet of kennelijk niet vaarklaar zijn of kennelijk aangemerkt kunnen worden als wrak langer dan vier achtereenvolgende dagen af te meren, te ankeren of ligplaats te nemen.
Artikel II.27 Verbod ligplaats in te nemen met vaartuigen langer dan zestien meter
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur en onverminderd het bepaalde in artikel II.28 is het verboden met vaartuigen langer dan zestien meter ligplaats te kiezen in, langer dan zestien meter in de haventjes en kreken en aan steigers, welke in eigendom, en beheer van het schap zijn.
Artikel II.28 Driedagenregeling
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur en onverminderd het bepaalde in artikel II.26, eerste lid is het verboden in de openbare wateren:
een vaartuig langer dan acht achtereenvolgende uren onbemand te laten. Een vaartuig wordt geacht gedurende acht achtereenvolgende uren onbemand te zijn, indien dat vaartuig gedurende acht opeenvolgende uren op tenminste vier tijdstippen met tussenpozen van tenminste twee uren onbemand is aangetroffen.
Artikel II.29 Aanwijzing ligplaats
In afwijking van het bepaalde in artikel II.28 dienen bedrijfsvaartuigen langer dan twintig meter ligplaats in te nemen op een door het Dagelijks Bestuur aangewezen ligplaats.
Artikel II.31 Repareren en bouwen van vaartuigen
Het is verboden reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan vaartuigen uit te voeren of te laten uitvoeren, dan wel vaartuigen te bouwen of af te bouwen in, respectievelijk aan, de in eigendom en beheer van het recreatieschap zijnde haventjes, kreken en steigers in de openbare wateren, behoudens voor zover het noodreparaties betreft.
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het de bestuurder van een motorvaar-tuig verboden zijn vaartuig in de openbare wateren te gebruiken voor het voorttrekken van één of meer personen, die zich, direct of indirect verbonden met dit vaartuig, voortbewegen door de lucht aan een parachute, een vlieger of een soortgelijk voorwerp.
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden in de openbare wateren één of meer aanleggelegenheden, steigers, vlonders, plankieren, verharde terrassen, palen, beschoeiingen, oeververdedigingen, golfbrekers, hijsmasten, hijskranen, vloten, bruggen, botenhuizen, bergruimten, optrekjes, onderkomens, windschermen en erf-afscheidingen - voor zover die erfafscheidingen hoger zijn dan 1 meter boven het maaiveld - te maken of te hebben.
Het is de eigenaar, de andere zakelijk gerechtigde, de bezitter, de houder of de gebruiker van een onroerende zaak in de openbare wateren verboden de in het eerste lid bedoelde havens, doorgravingen, ophogingen, dempingen, verondiepingen of aanplempingen toe te laten of te gedogen op die onroerende zaak.
III. Openbare gezondheid en zedelijkheid
Voor zover in het geregelde onderwerp niet wordt voorzien door de Wet milieubeheer, is het verboden in het gebied:
IV. Andere zaken van openbaar belang
Artikel IV.2 Standplaats innemen
Behoudens een vergunning van het Dagelijks Bestuur is het verboden op of aan de openbare terreinen en/of openbare wateren dan wel op een ander voor het publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats een standplaats of ligplaats in te nemen met de bedoeling goederen of waren aan te bieden, te verkopen of te verhuren dan wel diensten aan te bieden.
V. Bepalingen ter bescherming van het landschap en de natuur
Artikel V.1 Handelsreclame en opschriften
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het verboden in het gebied zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende kaart opschriften, aankondigingen, afbeeldingen of constructies met het oogmerk om handelsreclame te uiten, te plaatsen, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats.
Het is de eigenaar, andere zakelijk gerechtigde of gebruiker van enige onroerende zaak in het gebied verboden deze zaak geheel of ten dele, al dan niet door middel van enige daarop aanwezige roerende zaak aan te wenden of de aanwending daarvan te gedogen voor opschriften, aankondigingen, afbeeldingen of constructies met oogmerk handelsreclamedoeleinden te uiten, welke zichtbaar zijn vanaf een openbare weg, een openbaar vaarwater, een spoorweg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats.
Het in het eerste en het tweede lid vervatte verbod is niet van toepassing op:
aankondigingen van tijdelijke aard ten behoeve van een niet vaker dan eenmaal per jaar in het gebied waarin de aankondiging is aangebracht, te houden openbare wedstrijd of evenement, welke niet behoort tot de gebruikelijke commerciële uitoefening van een beroep, bedrijf of dienst, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben, doch voor niet langer dan drie maanden en mits:
Het in het eerste en tweede lid vervatte verbod is niet van toepassing:
op een tijdelijke opslag van materialen en/of materieel ten behoeve van de uitvoering of het onderhoud van openbare werken uitsluitend gedurende die uitvoering of dat onderhoud, doch ten hoogste gedurende één jaar, mits die opslag is gelegen in de onmiddellijke nabijheid van de plaats, waar die uitvoering of dat onderhoud plaatsvindt;
op een opslag van nieuwe bouwmaterialen en van afbraak, puin en andere oude bouwmaterialen, op of in een onroerende zaak, waarop, waaraan of waarin onderhouds-, herstel-, bouw- of sloopwerkzaamheden worden uitgevoerd, mits deze zaken voor de uit te voeren werken nodig of van het bouwwerk, dat hersteld of gesloopt wordt, afkomstig zijn;
Een blijvende opslagplaats van materialen en/of materieel ten behoeve van de uitvoering of het onderhoud van openbare werken, die toebehoort aan een overheidsdienst of een overheidsbedrijf, wordt geacht met een ontheffing als bedoeld in artikel I.3 van deze verordening aanwezig te zijn. Het Dagelijks Bestuur kan aan een zodanige ontheffing voorwaarden en beperkingen verbinden, welke slechts mogen strekken ter bescherming van de in artikel V.1, vierde lid bedoelde belangen.
Artikel V.3 Demping van wateren
Behoudens een ontheffing van het Dagelijks Bestuur is het de eigenaar, andere zakelijk gerechtigde of gebruiker van enige onroerende zaak in de door het Dagelijks Bestuur aangewezen delen van het werkingsgebied verboden wateren of drassige terreinen, hoe ook genaamd, geheel of gedeeltelijk te dempen of te gedogen, dat deze geheel of gedeeltelijk worden gedempt.
VI. Straf-, handhavings-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en de op grond van artikel I.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel VI.2 Handhavingsbepalingen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast: de buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 142 Wetboek van Strafvordering, die door of namens het Dagelijks Bestuur is belast met toezicht, naleving en opsporing, de buitengewoon opsporingsambtenaar van de deelnemende gemeenten, de overige in artikel 141 Wetboek van Strafvordering genoemde ambtenaren, de opsporingsambtenaren van Staatsbosbeheer.
Artikel VI.2 Overgangsbepalingen
Vergunningen en ontheffingen in de zin van deze verordening, welke op grond van de eerdere Algemene verordening voor het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg 2007 (gewijzigd in werking getreden op 26 februari 2016) zijn verleend, worden geacht te zijn verleend op grond van deze verordening tenzij anders is bepaald in de betreffende vergunning en ontheffing.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van 30 juni 2021.
De secretaris,
De voorzitter,
Registratienummer: Z21-4748 / D21-27959
De op 1 maart 1993 in werking getreden Algemene Verordening van het Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg is reeds in 2006 op maatschappelijke en juridische waarden bezien. In dat kader is de leesbaarheid, de overzichtelijkheid en in feite de toepasbaarheid van het geheel nadrukkelijk bezien.
Vervolgens heeft het Algemeen Bestuur 9 juli 2019 een besluit genomen om de onderhavige verordening op enkele punten te wijzigen. De verordening is daarmee op 30 juni 2021 in gewijzigde vorm in werking getreden.
De huidige wijzigingen van de Algemene Verordening zullen hieronder waar nodig worden toegelicht.
De thans geldende kaart met het werkingsgebied van het recreatieschap wordt ingetrokken en de bij deze gewijzigde verordening behorende kaart met het werkingsgebied van het recreatieschap wordt daarvoor in de plaats gesteld, in verband met de uitbreiding van het werkingsgebied van het recreatieschap Voorne-Putten.
In de verordening is een combinatie van artikelen gemaakt die duidelijke raakvlakken met elkaar hebben. Dit heeft geleid tot een indeling van algemene naar bijzondere bepalingen toegespitst op de functies van openbare terreinen, openbare wateren, het landschap en de natuur in het rechts-gebied van het recreatieschap.
Overigens zult u constateren dat er door de gehele verordening heen ook rekening is gehouden met de wet- en regelgeving van de rijksoverheid. Zoals bekend zal zijn, kan/mag het schap niet treden in hetgeen op rijksniveau bepaald is. Dit geldt eveneens voor sommige bevoegdheden die niet rechtstreeks overgedragen kunnen worden aan het schapsbestuur (juridische wegbeheer). Bij het onderdeel “parkeerexcessen” wordt aangegeven waarom dit onderdeel desondanks is opgenomen. Bovendien heeft het schap rekening te houden met (Europese) regelgeving ten aanzien van de flora en fauna.
Artikel II 1 Gebruik van groen- en recreatieve voorzieningen en bouwwerken
In Artikel II 1 sub h wordt voor het beoefenen van de vissport een uitzondering gemaakt op het verbod om te overnachten en/of voor dat doel van zonsondergang tot zonsopkomst onder andere kampeermiddelen te laten staan als neergelegd in dit artikel. De in de verordening genoemde afmetingen van 3,20x 3,20m, zijn die van zogenoemde buvvy’s die als zodanig veel in de vissport worden gebruikt. De verordening sluit hiermee nauw aan bij de praktijk.
In artikel II.2 wordt aangegeven dat het verwekte geluid uitsluitend in de onmiddellijke nabijheid van het instrument hoorbaar mag zijn. Met andere woorden het geluid van bijvoorbeeld een radio mag niet leiden tot hinder of overlast. Op het moment dat activiteiten een dermate omvang krijgen (een evenement), zal de burgemeester van een deelnemende gemeente in het kader van de openbare orde en veiligheid, het bevoegde gezag zijn voor het wel of niet verlenen van een vergunning of ontheffing. Het schap dient wel een privaatrechtelijke toestemming te geven op het moment een burgemeester overweegt een vergunning te verlenen.
In artikel II.3, tweede lid, is bepaald dat het verbod om vuur aan te leggen enzovoorts niet geldt voor onder andere barbecueën. Dit gebruik van vuur is niet zoals bij andere schappen in Zuid-Holland gerelateerd tot een aantal personen (bijvoorbeeld tot 30 personen). Met de aanduidingen “geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving” wordt meer mogelijkheden geboden tot stroomlijnen c.q. handhaving in relatie tot de activiteiten en de uitstraling/effecten daarvan voor de omgeving.
Het tweede lid is verwijderd om het artikel aan te passen aan de huidige situatie waarin er thans in het werking gebied van deze verordening niet langer sprake is van een vergunningenstelsel.
Lid 3 van dit artikel ziet op de bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur om gebieden en tijdstippen aan te wijzen waarin en waarop het verboden is honden in het werkingsgebied te laten lopen of verblijven. Dit gebeurt via een aanwijzingsbesluit. Daarbij kan tevens besloten worden om hieraan periodes en tijden te koppelen. Een koppeling van het verbod aan het broedseizoen is hiervan één mogelijkheid. Ten aanzien van commerciële uitlaatbedrijven en hondentrainingsscholen (inclusief jachttrainingen) kan ook per gebied een aanwijzingsbesluit genomen worden. Indien het bestuur dit wenst, kan er ten aanzien van dit artikel nadere beleidsregels opgesteld worden.
In artikel 6 is een verbod op drones toegevoegd. In het artikel wordt de mogelijkheid tot een ontheffing genoemd. Echter, een ontheffing verlenen voor het beoefenen van de modelsport door middel van het vliegen van drones is gelet op het voor (een deel van) het schapsgebied bestaande vliegverbod in hogere wetgeving niet toegestaan. Het is wel aan te raden het vliegen met drones zekerheidshalve op te nemen als niet toegestaan in de Algemene verordening.
Artikelen II.7 tot en met II.15
Betreft verbodsbepalingen ten aanzien van onder andere parkeren van voertuigen in bermen, het laten staan van (brom-)fietsen op toegangswegen naar het strand en rondrijden met voertuigen die voorzien van reclame. Eerder is in de toelichting aangegeven dat het schap geen juridisch wegbeheerder kan zijn. De wet biedt de provincie en de gemeenten wel de mogelijkheid om verordeningen vast te stellen welke de parkeerexcessen regelen. In het kader van verlengd lokaal bestuur kan deze bevoegdheid overgedragen worden aan het schap. De opname van deze bepalingen in de algemene verordening van het schap biedt het schapsbestuur de mogelijkheid om op te treden tegen parkeeroverlast in het werkingsgebied.
Artikel II.16 Gebruik duingebied
Ten aanzien van 3 geldt dat de te verlenen ontheffing gerelateerd dient te zijn aan educatieve doeleinden zoals natuur- en milieu.
Artikel II.18 Rijden of zich bevinden met voertuigen op openbare terreinen
Het is in artikel 18 geregeld dat het verboden is om met voertuigen te rijden of zich te bevinden in het duingebied, op het strand en de ligweiden, alsook in bossen en andere groengebieden.
Artikel II.22 Gebruik motorvaartuigen
Het aanwijzingsbesluit over elektrisch varen op de Bernisse is verwerkt in deze bepaling van de Algemene Verordening.
Artikel II.26 Ligplaats hebben met vaartuigen
In dit artikel is het aanwijzingsbesluit over de winterregeling ligplaatsen boten verwerkt en is de redactie van het artikel aangepast.
Artikel II.29 Aanwijzing ligplaats
Het Dagelijks Bestuur heeft een zogenaamd uitsterfbeleid ten aanzien van ligplaatsen voor bedrijfsvaartuigen langer dan twintig meter. Dat betekent dat geen ligplaatsen meer worden aangewezen.
II.33 Instructie kitesurfplanken
Het geven van kitesurfinstructies is, gelet op het commerciële oogmerk daarvan, in deze Algemene Verordening gereguleerd. Dit betekent dat kitesurfinstructiescholen voor het geven van kitesurfinstructies een vergunning dienen aan te vragen. Deze vergunning kan voor maximaal drie jaar worden verleend, waardoor een meerjarige vergunningverlening mogelijk is. Indien men zich niet houdt aan de vergunningsvoorwaarden zoals opgenomen in de vergunning, kan de vergunning worden ingetrokken.
Het “oude” artikel over de openbare zedelijkheid is, door toevoeging van het bepaalde in lid 3 en 4 aangepast, vanuit de politieke - en bestuurlijk wens om aan diverse maatschappelijke zedelijkheidskwesties aandacht te geven.
De bevoegdheid van het Algemeen Bestuur in het eerste lid van dit artikel om gebieden aan te wijzen waar ongekleed mag worden gerecreëerd, het ongekleed recreëren in niet daartoe aangewezen gebieden niet tegen kan gaan. Op basis van vaste jurisprudentie is ongekleed recreëren op niet daarvoor aangewezen gebieden toegestaan, zolang dit niet aanstootgevend is. De aanwijzingsbevoegdheid van het Algemeen Bestuur heeft dus geen regulerend effect, anders dan aan te geven welke gebieden het Algemeen Bestuur wel of niet geschikt acht voor ongeklede recreatie.
Het verbod in het tweede lid van dit artikel, het gade slaan van personen die zich in openbare gebieden of wateren bevinden, is in beginsel moeilijk handhaafbaar, omdat de intentie waarom personen zich in een bepaald gebied ophouden in de regel niet eenvoudig vast te stellen is.
Artikelen IV.1 en IV.2 Venten en Standplaats innemen
Voor wat betreft de aanvraag voor een vergunning is een koppeling gemaakt met de artikelen I.2 tot en met I.4. Tevens zijn de aanvullende toetsingscriteria voor de vergunningverlening inzichtelijk. Voor wat betreft de verkeersveiligheid, is een koppeling met bevoegdheden ingevolge de wetten over het gebruik van openbare wegen. Ingeval dit laatste speelt, zal het schapsbestuur in overleg moet treden met gemeente, waterschap of provincie.
Artikelen VI.1 tot en met VI.3 Straf-, handhavings-, overgangs- en slotbepalingen
Het Algemeen Bestuur van het schap stelt de kaders vast waarbinnen het Dagelijks Bestuur kan en moet handelen. Enerzijds is duidelijk wat de rol/functie van de toezichthouders is. Anderzijds kunnen de overgangsbepalingen beperkt worden tot het aangeven hoe om te gaan met reeds verleende vergunningen en ontheffingen danwel aanvragen hiervoor die in het kader van de "oude" schapsverordening zijn ingekomen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-289.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.