Blad gemeenschappelijke regeling van Werkmaatschappij 8KTD
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Werkmaatschappij 8KTD | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2418 | delegatie- of mandaatbesluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Werkmaatschappij 8KTD | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2418 | delegatie- of mandaatbesluit |
Mandaatbesluit 2025 Bedrijfsvoeringsorganisatie ICT (Werkmaatschappij 8KTD)
Ten behoeve van een doelmatig, efficiënt en snelwerkend openbaar bestuur is het algemeen gebruikelijk om te werken met een systeem, waarbij bevoegdheden/taken van een bestuursorgaan via mandaat, volmacht of machtiging worden uitgevoerd door anderen. Dit is neergelegd in het Inrichtingsplan. In de WM8KTD BVO ICT wordt, net als in de vorige GR WM8KTD, op die manier gewerkt. De BVO kent een mandaatbesluit, waarin is vastgelegd welke, en aan wie, bevoegdheden zijn gemandateerd.
2. Toepassing van dit Mandaatbesluit
Dit Mandaatbesluit is gebaseerd op de hierboven genoemde documenten. Voor wat betreft de toepassing in de dagelijkse praktijk ligt het startpunt bij de vraag: ‘waar ligt de verantwoordelijkheid/bevoegdheid voor de betreffende taak?’. Daarin kunnen drie situaties worden onderscheiden:
Taak behoort tot de verantwoordelijkheid/bevoegdheid van het bestuur.
→ mandaatverlening het college van B&W/de burgemeester aan het Bestuur van de GR.
|
Namens het college van burgemeester en wethouders/de burgemeester, |
→ mandaatverlening door het bestuur conform takenpakket aan team ICT aan M, en eventueel A.
Vb.: - Beslissingen in mandaat genomen door de manager of ambtenaar van team ICT,
NB: de mandaatgever blijft te allen tijde bevoegd om de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Het krijgen van verantwoordelijkheden brengt ook het afleggen van verantwoording met zich mee. Degene aan wie mandaat is verleend kan in overleg met de leidinggevende aangeven geen gebruik te (kunnen) maken van zijn/haar mandaat wanneer bijvoorbeeld het te nemen besluit buiten zijn /haar taakgebied valt. Ook kan worden gedacht aan de situatie waarin de gemandateerde van oordeel is dat het te nemen besluit een te zware verantwoordelijkheid met zich meebrengt.
3. JURIDISCHE EN ORGANISATORISCHE ASPECTEN
3.1.1 Begrippen delegatie en mandaat
Delegatie en mandaat zijn geregeld in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Onder delegatie wordt verstaan: het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegd¬heid tot het nemen van besluiten aan een ander die deze onder eigen verantwoordelijkheid uitoefent (art 10:13 Awb). In het huidige besluit zijn geen delegatiebesluiten opgenomen.
Met de woorden “onder eigen verantwoordelijkheid” wordt het verschil tussen delegatie en mandaat aangegeven: bij delegatie is het zo, dat het bestuursorgaan, dat zijn bevoegd¬heid heeft overgedragen, zelf die bevoegdheid en verantwoordelijkheid verliest (zolang het delegatiebesluit in stand is), terwijl dat bij mandaat niet het geval is (zie hieronder).
Delegatie aan ondergeschikten is niet toegestaan (art. 10:14 Awb). Dit heeft te maken met het hiervoor genoemde karakter van delegatie dat de bevoegdheid onder eigen verantwoordelijk¬heid wordt uitgeoefend door degene die de bevoegdheid gedelegeerd krijgt. Dit verdraagt zich niet met een hiërarchische ondergeschiktheidsrelatie.
Delegatie is slechts toegestaan als dit bij wettelijk voorschrift mogelijk is gemaakt (art. 10:15 Awb). De wetgever heeft een bevoegdheid immers niet voor niets aan een bepaald bestuurs¬orgaan toebedeeld en moet daarom ook instemmen met een eventuele delegatiemogelijkheid.
Zo bepaalt artikel 156 van de Gemeentewet dat de raad aan burgemeester en wethouders of een bestuurscommissie bevoegdheden van de raad kan overdragen, tenzij de aard van de bevoegdheid zich daartegen verzet. In datzelfde artikel is tegelijkertijd een aantal bevoegdheden genoemd die niet kunnen worden overgedragen, omdat de wetgever die kennelijk exclusief aan de raad wilde voorbehouden (bijvoorbeeld het vaststellen of wijzigen van de begroting).
Mandaat is de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan besluiten te nemen (art. 10:1 Awb).
In tegenstelling tot delegatie blijft de mandaatgever bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen. Dit is de kern van mandaat, dat immers een vertegenwoordigingsfiguur is. Mandaat kan dus aan een ondergeschikte worden verleend en zelfs aan personen of functies die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de mandaatgever. In het laatste geval dient degene aan wie het mandaat wordt verleend, daarmee in te stemmen (art. 10:4 Awb).
Mandaat kan niet worden verleend als een wettelijk voorschrift dat bepaalt of als de aard van de bevoegdheid zich tegen de mandaatverlening verzet.
De Awb noemt een aantal gevallen waarbij mandaat niet mogelijk is (art. 10:3 Awb):
3. Mandaat tot het beslissen op een bezwaarschrift of op een verzoek als bedoeld in artikel 7:1a, eerste lid, wordt niet verleend aan degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen.
4. Indien artikel 5:53 van toepassing is, wordt mandaat tot het opleggen van een bestuurlijke boete niet verleend aan degene die van de overtreding een rapport of proces-verbaal heeft opgemaakt.
Wanneer de aard van een bevoegdheid zich tegen mandaat verzet is niet eenvoudig aan te geven. Meestal gaat het om zware bevoegdheden, die de wetgever om die reden uitdrukkelijk aan een bepaald bestuursorgaan heeft opgedragen.
De Awb maakt een onderscheid tussen afdoeningsmandaat en ondertekeningsmandaat.
Afdoeningsmandaat is het gewone mandaat zoals hiervoor omschreven: de gemandateerde neemt zelf het besluit namens het bestuursorgaan, inclusief de ondertekening ‘namens mandaatgever”. Bij ondertekeningsmandaat neemt het bestuursorgaan zelf het besluit, alleen de schriftelijke afdoening en ondertekening daarvan gebeurt door een ander. Deze methode wordt gebruikt voor die gevallen waarin de wet mandaat niet toestaat, maar waarbij ter ontlasting van het bestuursorgaan de afdoening door ambtenaren plaatsvindt.
Daarnaast kennen we nog de begrippen ‘volmacht’ en ‘machtiging’ :
volmacht: de bevoegdheid om het bestuursorgaan of de gemeente als rechtspersoon formeel te vertegenwoordigen bij (meestal privaatrechtelijke) rechtshandelingen, b.v. het ondertekenen van een overeenkomst of akte. Volgens artikel 171 van de Gemeentewet is de vertegenwoordiging in en buiten rechte van de gemeente opgedragen aan de burgemeester. De burgemeester kan de vertegenwoordiging opdragen aan een ander persoon (volmacht).
N.b.: Het besluit tot het aangaan van een overeenkomst of tot een andere rechtshandeling moet eerst wel door het bevoegde bestuursorgaan of de bevoegde gemandateerde zijn genomen. De volmacht heeft alleen betrekking op de vertegenwoordiging bij het ondertekenen.
machtiging: de opdracht verstrekt door het bevoegde be¬stuurs¬orgaan om in zijn naam en onder zijn verantwoorde¬lijkheid (feitelijke) handelingen te verrich¬ten, die noch besluiten in de zin van artikel 1:3 Awb, noch privaatrech¬telijke rechtshandelingen zijn (b.v.: machtiging om een bestuursorgaan te vertegenwoordigen bij een zitting van de rechtbank).
In de praktijk worden de begrippen mandaat, volmacht en machtiging vaak in één adem genoemd. Waar mogelijk is in de bijbehorende overzichten (kolom bevoegdheid) onderscheid aangebracht, maar als algemene regel geldt dat onder mandaat mede wordt begrepen volmacht en/of machtiging.
Attributie is geregeld in de artikelen 10:21 Awb en 10:22 Awb. Deze artikelen zien op de situatie waarbij een bevoegdheid is toebedeeld door het ene bestuursorgaan aan een persoon of college dat werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van een ander bestuursorgaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat bij wet bevoegdheden direct worden toegekend aan gemeenteambtenaren. Heffingsambtenaren zijn een voorbeeld hiervan. Zij ontlenen rechtstreeks aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen de bevoegdheid om belastingaanslagen vast te stellen en te heffen (zijn dus een zelfstandig bestuursorgaan), maar zijn als medewerker ondergeschikt aan het college (vallen als medewerker dus hiërarchisch onder het college).
3.2. Uitgangspunten verlening mandaat
Uitgangspunt binnen de BVO ICT is dat de verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie worden neergelegd.
Het bestuur is de eerstverantwoordelijke voor de eigen organisatie. De manager is het leidinggevend kader binnen de BVO. Het ligt daarom voor de hand dat het mandaat voor de uitvoering van bestuursbevoegdheden door het bevoegde bestuursorgaan in beginsel aan de manager BVO ICT wordt verleend, welke de bevoegdheden kan ondermandateren aan in de BVO werkzame medewerkers.
De belangrijkste uitgangspunten waaronder mandaat wordt verleend luiden als volgt.
Mandaat wordt verleend aan de Manager. Deze is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan de functionaris die de bevoegdheden feitelijk uitvoert. In de overzichten zijn zowel de gemandateerden als de onder-gemandateerden benoemd.
De bijbehorende schematische overzichten zijn zo opgesteld, dat de ondermandaten (althans voor de benoemde bevoegdheden) geacht worden structureel te zijn verleend.
3.3. Ondertekening en bezwaar/beroep
Wanneer een bevoegdheid krachtens (onder)mandaat wordt uitgeoe¬fend worden uitgaande stukken als volgt onderte¬kend:
Wanneer tegen een krachtens mandaat genomen besluit bezwaar of beroep openstaat, wordt daarvan in dat besluit melding gedaan, onder vermelding van de vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb en de termijn waarbinnen bezwaar of beroep kan worden aange¬te¬kend.
Mandaatbesluiten zijn besluiten in de zin van de Awb en werken dus pas nadat zij bekend zijn gemaakt. Omdat het voor de burgers als mogelijke belanghebbenden ook van belang is dat zij kennis kunnen nemen van de bevoegdheidsverdeling binnen de gemeente, zal de vaststelling van het mandaatbesluit bekend moeten worden gemaakt op de voorgeschreven (elektronische) wijze. Het besluit zelf zal ter inzage worden gelegd en op de gemeentelijke website worden geplaatst.
Het mandaatbesluit wordt periodiek geactualiseerd en aangepast. Tussentijds worden alleen afzonderlijke mandaatbesluiten genomen of afzonderlijke volmachten/machtigingen verleend als dit noodzakelijk is in verband met nieuwe of gewijzigde regelgeving en/of wijzigingen in de organisatie. Deze afzonderlijke mandaatbesluiten worden bij een eerstvolgende actualisering in het mandaatbesluit opgenomen.
ALGEMEEN MANDAATBESLUIT WERKMAATSCHAPPIJ 8KTD BVO ICT
Het bestuur van de Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT, gelet op het bepaalde in Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;
vast te stellen het volgende "Mandaatbesluit 2025, Werkmaatschappij 8KTD BVO ICT.
Dit artikel geeft de belangrijkste (politieke) randvoorwaarden voor mandaatverlening. Alle bevoegdheden moeten in het licht van deze bepaling worden uitgeoefend.
Uitgangspunt is dat bevoegdheden ter uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden in algemene zin worden gemandateerd, steeds weer onder volledige verantwoordelijkheid van het betrokken bestuursorgaan. De in dit artikel genoemde bevoegdheden zijn niet limitatief bedoeld.
Artikel 3 Ondertekening en bezwaar/beroep
Wanneer een bevoegdheid krachtens (onder)mandaat wordt uitgeoefend worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
Wanneer tegen een krachtens mandaat genomen besluit bezwaar of beroep openstaat, wordt daarvan in dat besluit melding gedaan, onder vermelding van de vereisten als bedoeld in artikel 6:5 van de Awb en de termijn waarbinnen bezwaar of beroep kan worden aangetekend.
Dit Mandaatbesluit wordt bekend gemaakt op de voorgeschreven (elektronische) wijze. Het besluit zelf zal ter inzage worden gelegd en op de gemeentelijke website worden geplaatst.
In deze bijlage (zie hieronder) staan de gemandateerde bevoegdheden, de wettelijke basis van deze bevoegdheden, de bestuursorganen die deze bevoegdheden van origine hebben en de functionarissen, die de bevoegdheden gemandateerd hebben gekregen.
Verklaring gebruikte aanduidingen
BVO : Bedrijfsvoeringsorganisatie ICT
B&W : College van burgemeester en wethouders
AD : Algemeen Directeur/Secretaris
A : Ambtenaar, belast met uitvoering van de taak binnen de betreffende afdeling c.q team
E : Externe partij die namens het bevoegd orgaan de opdracht uitvoert
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-2418.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.