Blad gemeenschappelijke regeling van GBLT
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| GBLT | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2414 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| GBLT | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2414 | beleidsregel |
Beleidsregel “Besluit aanwijzing belastingplichtige”
Hoofdstuk 1 De belastingen geheven van de eigenaar
Als met betrekking tot de aanslag watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuur, de aanslag onroerende zaakbelasting eigenaar woning en eigenaar niet-woning, de aanslag rioolheffing eigenaar, de aanslag forensenbelasting en de aanslag bedrijven investeringszone eigenaar voor een bepaalde onroerende zaak of perceel meerdere heffingsplichtigen of belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
Hoofdstuk 2 De belastingen geheven van de gebruiker
Als met betrekking tot de aanslagen zuiveringsheffing en verontreinigingsheffing voor woonruimten, de aanslag watersysteemheffing ingezetenen, de aanslag onroerendezaakbelasting gebruiker niet-woning, de aanslag rioolheffing gebruiker, aanslag afvalstoffenheffing en de aanslag hondenbelasting er meerdere heffingsplichtigen of belastingplichtigen zijn aan wie de aanslag kan worden opgelegd, wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld op naam van:
Als met betrekking tot de aanslag hondenbelasting een hond wordt opgegeven door een ander persoon dan degene die volgens artikel 2 als heffingsplichtige of als belastingplichtige is aangewezen, en die persoon volgens de Basisregistratie Personen op hetzelfde adres woont als voornoemde heffingsplichtige of belastingplichtige of tot diens gezin behoort, wordt de hondenbelasting opgelegd ten name van de door artikel 2 aangewezen heffingsplichtige of belastingplichtige.
Hoofdstuk 3 Aanvullende bepalingen
In afwijking van het bepaalde in de artikelen 1 tot en met 3 wordt de aanslag op naam gesteld van de heffingsplichtige of belastingplichtige die daartoe een schriftelijk verzoek heeft ingediend bij de ambtenaar belast met de heffing. Hieraan wordt de voorwaarde verbonden dat dit niet leidt tot een situatie waarbij;
Als de toepassing van de in de artikelen 1 tot en met 4 gestelde aanwijzingsregels geen uitsluitsel geven omtrent de heffingsplichtige of belastingplichtige, kan de ambtenaar belast met de heffing aan de hand van de feitelijke omstandigheden bepalen wie als zakelijk gerechtigde van een gebouwde onroerende zaak, van een natuurterrein, van een overige ongebouwde onroerende zaak of een perceel moet worden beschouwd en wie als gebruiker van een woonruimte, woning of perceel moet worden beschouwd.
Dit besluit beoogt geen wijziging aan te brengen in de tenaamstelling van belastingaanslagen die worden geheven van eigenaren of gebruikers voor belastingobjecten waarvoor reeds voor 1 januari 2025 een heffingsplichtige of een belastingplichtige is aangewezen door de ambtenaar belast met de heffing van GBLT op basis van het toen geldende Besluit aanwijzing belastingplichtige.
Voor belastingaanslagen die worden geheven van de eigenaren of gebruikers waarvoor voor dat belastingobject voor de desbetreffende heffing door GBLT nog niet eerder een belastingaanslag is opgelegd, maar wel eerder een andere heffing die wordt geheven van de eigenaren of gebruikers op naam van een van eigenaren of gebruikers van het belastingobject is opgelegd, geldt dat deze aanslag op naam wordt gesteld van diegene op wiens naam reeds de eerdere aanslag is vastgesteld.
Indien eigenaar en gebruiker conform dit vast te stellen aanwijsbesluit afwijken gelden de artikelleden van artikel 6 van dit aanwijsbesluit eenmalig niet. De belastingplichtige wordt op 1 januari 2025 conform dit aanwijsbesluit opnieuw aangewezen. Na deze aanwijzing geldt dit aanwijsbesluit integraal.
Hoofdstuk 4 Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel
Het besluit ‘Besluit aanwijzing belastingplichtige’ van 30 augustus 2023 wordt ingetrokken met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met dien verstande dat het wel van kracht blijft voor belastingaanslagen die zijn vastgesteld, of nog worden vastgesteld, voor tijdvakken die zijn aangevangen voor 1 januari 2025.
Aldus vastgesteld op 13 november 2024.
Het dagelijks bestuur van GBLT
B.J. van Vreeswijk
Voorzitter
R.A.C de Haan
Directeur
TOELICHTING OP HET BESLUIT AANWIJZING BELASTINGPLICHTIGE
1. Heffingsplicht of belastingplicht
De heffingsplicht of belastingplicht van waterschapsbelastingen en gemeentelijke belastingen vloeit voort uit de belastingverordeningen, die hun grondslag vinden in de belastingbepalingen van de Waterschapswet en de Gemeentewet. Soms zijn er voor hetzelfde belastbare feit verschillende heffingsplichtigen of belastingplichtigen. De aanwijzing van de heffingsplichtige of belastingplichtige die in deze gevallen de aanslag krijgt, moet berusten op van tevoren vastgestelde en bekendgemaakte criteria.
De redelijkheid brengt mee dat degene die de aanslag krijgt een evenredig deel van de verschuldigde belasting kan verhalen op de mede heffingsplichtigen of mede belastingplichtigen. Elk van de heffingsplichtigen of belastingplichtigen is namelijk hoofdelijk schuldenaar.
Op grond van jurisprudentie is het nodig beleid vast te stellen en bekend te maken met betrekking tot de keuzevrijheid bij de tenaamstelling van de aanslag als er meer dan een heffingsplichtige of belastingplichtige valt aan te wijzen.
Het aanwijzen van de heffingsplichtige of belastingplichtige die de aanslag krijgt, dient met weloverwegen criteria, stelselmatig en niet willekeurig te geschieden. Het daarbij gevoerde beleid moet worden vastgelegd in algemene, voor belanghebbenden tijdig kenbare beleidsregels (zie onder meer Hof ’s-Hertogenbosch 29 november 1989, nr. 1007/1989, A, e IX, Belastingblad 1990, blz. 304, Hof Den Haag 1 maart 1991, nr. 4354/89, e IV, Belastingblad 1991, blz. 683, Hof Den Haag 21 mei 1992, nr. 91/1782, E VIII, Belastingblad 1992, blz. 682 en Hoge Raad 15 februari 1995, nr. 30.248, ECLI:NL:HR:1995:AA3017, Belastingblad 1995, blz. 268).
Hof Amsterdam ziet geen aanleiding te veronderstellen dat het stellen van beleidsregels en het bekendmaken daarvan niet van toepassing zou zijn voor de afvalstoffenheffing indien er sprake is van meer dan een feitelijke gebruiker (Hof Amsterdam 29 april 1994, ECLI:NL:GHAMS:1994:AS4354, Belastingblad 1994, blz. 543).
In verband hiermee moet worden aangenomen dat hetzelfde geldt voor andere gemeentelijke belastingen waarbij een discretionaire bevoegdheid bestaat met betrekking tot het opleggen van de aanslag op naam van een van de belastingplichtigen.
3. Voor welke belastingen beleidsregels?
Zoals gezegd vloeit de heffingsplicht of de belastingplicht voor de waterschapsbelastingen en de gemeentelijke belastingen voort uit de belastingverordeningen. Bij het vaststellen van beleidsregels is rekening gehouden met de belastingen waar zich keuzevrijheid voordoet of kan voordoen. Daarom zijn niet alle belastingsoorten waar GBLT uitvoering aangeeft genoemd in deze beleidsregels. Het is namelijk zo dat niet in alle gevallen sprake is van een keuzevrijheid dan wel van meerdere heffingsplichtigen of belastingplichtigen voor het belastbare feit.
4. Doelstelling bij het hanteren van de beleidsregels Bij het vaststellen van beleidsregels voor het aanwijzen van een heffingsplichtige of belastingplichtige is van belang dat de voorkeursvolgorde een eenvoudige en doelmatige uitvoeringspraktijk bevordert. Hiertoe behoort ook een doelmatige invordering.
Artikel 1 Heffingsplichtige of belastingplichtige voor de eigenaren heffing
In dit artikel is een voorkeursvolgorde gekozen die redelijk en doelmatig is en die overeenkomt met hoe het belastingpakket werkt. Tevens is geprobeerd zoveel mogelijk rekening te houden met efficiëntie door de eigenaren heffing te kunnen combineren op een aanslagbiljet met de gebruikers heffing.
Artikel 2 Heffingsplichtige of belastingplichtige voor de gebruikers heffing
In dit artikel is een voorkeursvolgorde gekozen die redelijk en doelmatig is en die overeenkomt met hoe het belastingpakket werkt. Artikel 3 Belastingplichtige voor de aanslag hondenbelasting.
Dit artikel is een uitwerking van artikel 226, derde lid, van de Gemeentewet.
Artikel 4 Mogelijkheid tot verzoek andere tenaamstelling
Dit artikel werkt uit dat een heffingsplichtige of belastingplichtige altijd moet kunnen verzoeken om een de belastingaanslag ten name van een andere heffingsplichtige of belastingplichtige te laten stellen. Hiervoor is wel een schriftelijk verzoek nodig waarbij zowel de oude heffingsplichtige of belastingplichtige als de beoogd nieuwe heffingsplichtige of belastingplichtige het verzoek moet ondertekenen.
Aan een wijziging in de tenaamstelling is wel de voorwaarde verbonden dat de belasting kan worden ingevorderd. Het is derhalve niet de bedoeling om de belastingaanslag op naam van een heffingsplichtige of belastingplichtige te zetten waardoor het voor GBLT niet mogelijk is de belasting in te vorderen.
Artikel 6 Geen wijziging belastingplicht bij eerder vastgestelde belastingplicht
Het doel van dit artikel is, dat niet ieder belastingjaar de ambtenaar belast met de heffing een nieuwe belastingplichtige aanwijst. Dat als de ambtenaar belast met de heffing een belastingplichtige heeft aangewezen dat deze persoon in beginsel de belastingplichtige blijft, totdat de belastingplicht eindigt.
Artikel 7 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel
Dit artikel is vernummerd. In het derde lid wordt de oude regeling ingetrokken. De citeertitel vergemakkelijkt het verwijzen naar de regeling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-2414.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.