Wijziging arbeidsvoorwaardenregeling van Veiligheidsregio Kennemerland

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Kennemerland, besluit,

 

gelet op het advies van de directie VRK d.d. 26 september 2023,

 

op 9 oktober 2023 vast te stellen:

 

de wijzigingen van de arbeidsvoorwaardenregeling van de Veiligheidsregio Kennemerland per

1 januari 2023. De wijzigingen zijn een gevolg van de LOAV-circulaire 22/09.

 

Bijlage 1 CAR-tekst per 1 januari 2023

 

A. Het tweede en derde lid van artikel 3:28 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3:28

  • 2.

    Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

    • a.

      8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen genoemd in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledig dienstverband, en

    • a.

      6,75% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 145,83 bij een volledig dienstverband, en

    • b.

      1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 33,33 bij een volledig dienstverband, en

    • c.

      indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing is op de ambtenaar, 1% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit voor maximaal 20 jaar geldt, tenzij artikel 9a:9 lid 1, onderdeel b van toepassing is.

  • 3.

    Het deel van het IKB waarover geen pensioen wordt opgebouwd bedraagt 0,8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris.

B. Het tweede lid van artikel 3:2a wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3:2a

  • 2.

    De totale beloning wordt bij de ter beschikkingstelling van de payroll werknemer vastgesteld. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de totale beloning naast de wettelijk verplichte loonbestanddelen in de inlenersbeloning, in ieder ge- val verstaan:

    • a.

      de beloningselementen van het IKB bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onderdeel b, 3:28 lid 2 onderdeel c en 3:28 lid 2 onderdeel d;

    • b.

      de werkgeverspremie ouderdomspensioen (OP) / nabestaandenpensioen (NP) en arbeidsongeschiktheidspensioen (AAOP) van het ABP

C. Het eerste lid van artikel 9b:20 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 9b:20

  • 1.

    De ambtenaar die op grond van hoofdstuk 7 binnen de organisatie van de ge- meente definitief herplaatst wordt, heeft recht op een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de berekeningsgrondslag aangevuld met de toe- slag bedoeld in artikel 3:28 lid 3 en het nieuwe totaalinkomen van de ambtenaar. Tot het totaalinkomen wordt de berekeningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in artikel 3:28 lid 3 in de nieuwe functie gerekend, alsmede de uitkeringen die de ambtenaar in verband met zijn arbeidsongeschiktheid ontvangt.

D. Het zesde lid van artikel 9b:25 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 9b:25

  • 6.

    De ambtenaar die in het kader van de tweede loopbaan een andere functie aan- vaardt binnen de organisatie van de gemeente, ontvangt, in afwijking van artikel 9a:11, een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de bereke- ningsgrondslag aangevuld met de toeslag bedoeld in 3:28 lid 3 in de oude en de nieuwe functie.

E. Het tweede lid van artikel 9h:7 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 9h:7

  • 2.

    De werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed behoort niet tot:

    • a.

      vervallen;

    • b.

      het salaris, bedoeld in artikel 3:2;

    • c.

      de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 9f:2.

F. Artikel 3:22a wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

Artikel 3:22a Thuiswerkvergoeding

  • 1.

    Iedere dag dat de ambtenaar thuis werkt bestaat aanspraak op een thuiswerkver- goeding van € 2,- netto, ongeacht de omvang van de aanstelling.

  • 2.

    Aanspraak op de thuiswerkvergoeding bestaat alleen op dagen waarop met de ambtenaar is afgesproken om thuis te werken.

  • 3.

    De ambtenaar die op een dag in overwegende mate thuiswerkt, krijgt voor die dag geen reiskostenvergoeding woon-werk. Het bestuur kan hiervan afwijken.

  • 4.

    De ambtenaar die op een dag in overwegende mate op een werklocatie werkt, krijgt voor die dag geen thuiswerkvergoeding.

  • 5.

    De ambtenaar die op een dag thuiswerkt en een dienstreis maakt waarvoor de me- dewerker een vergoeding krijgt op basis van artikel 3:21, krijgt voor deze dag ook een thuiswerkvergoeding.

  • 6.

    Het bestuur kan aanvullende regels vaststellen voor de uitvoering van de thuis- werkvergoeding.

  • 7.

    Vervallen.

Naar boven