Blad gemeenschappelijke regeling van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veiligheidsregio Noord-Holland Noord | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2139 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Veiligheidsregio Noord-Holland Noord | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 2139 | ander besluit van algemene strekking |
Treasurystatuut 2024 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord
In dit treasurystatuut zijn de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten vastgelegd van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut maakt een objectieve en transparante verantwoording vooraf en achteraf mogelijk. Het treasurystatuut is gebaseerd op de uitgangspunten en doelstellingen die zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) inclusief de daarmee samenhangende wet- en regelgeving.
In het treasurystatuut worden allereerst het begrippenkader en de doelstellingen van de treasuryfunctie geformuleerd. Deze worden vervolgens geconcretiseerd voor de verschillende deelgebieden van treasury: risicobeheer, financiering en kasbeheer. Daarna worden de organisatorische randvoorwaarden van de treasuryfunctie weergegeven. Daarbij ligt het accent op de helderheid omtrent de verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Tot slot worden de uitgangspunten vastgelegd voor de informatie die noodzakelijk is om het gehele proces beheersbaar en meetbaar te maken en te houden.
Actualisatie is noodzakelijk door het aanpassen van de functiebenamingen op de huidige organisatiestructuur. Reden om het bestaande statuut te herzien en beleidskaders (opnieuw) vast te leggen.
In dit statuut wordt verstaan onder:
Kasgeldlimiet: De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat via leningen met een looptijd korter dan één jaar maximaal geleend mag worden. Voor gemeenschappelijke regelingen wordt de limiet berekend op een percentage van 8,2% van het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar. De Wet fido schrijft voor dat de gemiddelde korte financiering (de netto vlottende schuld) per drie maanden getoetst wordt aan de kasgeldlimiet;
Renterisiconorm: Een bij aanvang van het jaar op basis van de Wet fido gefixeerd percentage van het begrotingstotaal voor vaste schuld dat bij de realisatie niet mag worden overschreden. Het renterisico met betrekking tot de renterisiconorm heeft betrekking op de contractuele renteherzieningen en de aflossingen op de vaste schuld. Het renterisico wordt in een jaar getoetst aan de renterisiconorm;
Treasuryfunctie: De treasuryfunctie omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. De treasuryfunctie bestaat uit de deelfuncties: risicobeheer, financiering en kasbeheer;
Het risicobeheer is gericht op het beheersen, verminderen en spreiden van (toekomstige) risico’s. In dit kader worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
De organisatie mag leningen of garanties uit hoofde van de publieke taak uitsluitend verstrekken aan door het algemeen bestuur goedgekeurde derde partijen, waarbij vooraf advies van de afdeling Bedrijfsvoering (Financiën) wordt ingewonnen over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij.
Renterisicobeheer betreft het beheersen van ongewenste effecten op de (financiële) resultaten van de gemeenschappelijke regeling die voortvloeien uit onverwachte negatieve renteontwikkelingen. Voor het beheersen van renterisico’s introduceert de Wet fido de kasgeldlimiet en renterisiconorm. Het beleid is hierbij gericht op spreiding van renterisico’s op korte en lange termijn.
De volgende uitgangspunten worden gehanteerd:
Bij het aantrekken van financieringen voor een periode van één jaar en langer gelden de volgende uitgangspunten:
De organisatie vraagt offertes op bij minimaal 2 instellingen alvorens een financiering wordt aangetrokken. Uitgezonderd hierop zijn financieringen welke direct worden aangetrokken bij één van de aan de gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten. In dit geval volstaat één offerte (enkel van de deelnemende gemeente).
Uitgezonderd op lid 1 zijn uitzettingen van liquide middelen die tijdelijk niet nodig zijn voor de publieke taak en die afkomstig zijn van aangetrokken leningen voor projectfinanciering. Deze hoeven niet in de schatkist te worden aangehouden maar mogen worden uitgezet bij de financiële onderneming waar de desbetreffende leningen zijn aangegaan, mits deze financiële onderneming voldoet aan de rating- en landeneisen van de Ruddo (zie artikel 5);
Het streven is gericht op het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor het afnemen van financiële dienstverlening. Hierbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Financiële instellingen (kredietinstellingen, beleggingsinstellingen, effecteninstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) waarmee de gemeenschappelijke regeling een relatie heeft dienen onder Nederlands of anderszins EER-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank (DNB) en de Europese Centrale Bank (ECB);
XII Saldo- en liquiditeitenbeheer
Het saldo- en liquiditeitenbeheer richt zich op het beheer en reguleren van (financiële) posities met een horizon tot één jaar. De volgende richtlijnen worden gehanteerd:
Met inachtneming van de kasgeldlimiet wordt in tijdelijke liquiditeitstekorten voorzien door gebruik te maken van de kredietfaciliteit op rekening courant of door het aantrekken van een kortlopende geldlening (geldmarkt). Bij het aantrekken van een kortlopende geldlening (korter dan één jaar) wordt volstaan met het opvragen van één offerte bij een financiële instelling;
Toegestane instrumenten bij het extern uitzetten van gelden voor een periode korter dan één jaar zijn (conform artikel 9) het aanhouden van middelen in de rekening courant, het aanhouden van middelen in deposito’s en leningen aan andere openbare lichamen. Uitzondering hierop vormen de uitgezonderde middelen;
Administratieve organisatie en interne controle
XIII Uitgangspunten administratieve organisatie en interne controle
Diverse treasury activiteiten staan aan snelle interne en externe gewijzigde omstandigheden bloot, vaak is directe beslissingsbevoegdheid vereist. Om slagvaardig op de financiële markt te kunnen opereren, is de positionering van de treasuryfunctie van groot belang. In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten voor het positioneren van de treasuryfunctie vastgelegd.
Voor de administratieve organisatie worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Voor de interne controle worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
In onderstaande tabel zijn taken en verantwoordelijkheden vastgelegd die van belang zijn voor de inrichting van de treasuryfunctie:
In onderstaande tabel staan bevoegdheden met betrekking tot treasuryactiviteiten weergegeven alsmede de daarbij benodigde fiattering.
Bij afwezigheid van een bepaalde functionaris, kan een medewerker met dezelfde functie vervangen (horizontale vervanging) of een medewerker met een hogere functie (verticale vervanging). Zo kan bijvoorbeeld de ‘expert financiën’ de ‘specialist financiën’ vervangen bij het aantrekken van een kortlopende geldlening (daarnaast dient uiteraard nog een tweede functionaris te autoriseren).
Met betrekking tot de treasuryactiviteiten dient tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie te worden verstrekt door de betreffende functionarissen:
XVII Citeertitel en inwerkingtreding
Dit statuut wordt aangehaald onder de naam ‘Treasurystatuut 2024 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord’ en treedt in werking met ingang van 1 januari 2024. Dit statuut vervangt het ‘Treasurystatuut 2015 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord’ zoals vastgesteld in de algemeen bestuursvergadering van 27 november 2015.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-2139.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.