Algemeen mandaatbesluit secretaris GGD VT Haaglanden 2024

Het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de Voorzitter van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

 

Gelet op:

 

  • -

    de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden:

    • -

      artikel 21, zevende lid;

    • -

      artikel 22, achtste en negende lid;

  • -

    Afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten tot vaststelling van het volgende mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit:

I. Mandaatverlening

  • 1.

    Aan de secretaris wordt mandaat, volmacht en machtiging (hierna gezamenlijk te noemen: mandaat) verleend, tot uitoefening van de hierna volgende bevoegdheden, voor zover deze bevoegdheden verband houden met de uitoefening van de in artikel 22, achtste en negende lid van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden aan de secretaris opgedragen taken en bevoegdheden, te weten:

    • a.

      de administratieve ondersteuning van en advisering aan het algemeen en dagelijks bestuur, met uitzondering van de administratieve ondersteuning van en de advisering die behoort tot het takenpakket van de directeur publieke gezondheid en de directeur veilig thuis.

    • b.

      de aanwezigheid bij de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur

    • c.

      het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen tot een waarde van € 5.000 exclusief BTW, voor zover dezer rechtshandelingen plaatsvinden in het kader van de uitoefening van de aan de secretaris opgedragen taken en passen binnen de vastgestelde begroting en vastgesteld beleid.

II. Aan het mandaat verbonden instructies

  • 1.

    De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, landelijke richtlijnen, de door het Dagelijks Bestuur vastgestelde richtlijnen, beleidsregels, en dergelijke.

  • 2.

    Bij het voorbereiden en nemen van besluiten neemt de secretaris het bepaalde in de hoofdstukken 2 tot en met 4 van de Algemene wet bestuursrecht in acht.

  • 3.

    Bij het voeren van correspondentie neemt de secretaris het bepaalde in hoofdstuk 2 van de Algemene wet bestuursrecht in acht. De secretaris oefent zijn bevoegdheden niet uit indien hij bij de te nemen beslissing een persoonlijk belang heeft als bedoeld in artikel 2:4, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4.

    Bij de afhandeling van klachten neemt de secretaris het daarover bij en krachtens de artikelen 3.10 en 13.16 van de Raamovereenkomst bepaalde in acht;

  • 5.

    Bij de afhandeling van verzoeken om openbaarmaking op grond van de Wet open overheid neemt de secretaris het daarover bij en krachtens artikel 4 van de Uitvoeringsovereenkomst in acht;

III. Informatie over uitoefening van het mandaat

  • 1.

    De secretaris stelt het Dagelijks Bestuur in kennis van krachtens mandaat te nemen of reeds genomen besluiten waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door het Dagelijks Bestuur gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid voor het Dagelijks Bestuur, gelet op de inhoud van het besluit, de geadresseerde naar verwachting bestuurlijke afstemming zal vereisen of indien een beslissing naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken;

    • b.

      de secretaris het noodzakelijk acht af te wijken van door het Algemeen Bestuur en/of het Dagelijks Bestuur vastgestelde kaders en beleid.

  • 2.

    Het niet voldoen aan de in lid 1 omschreven terugkoppelingsplicht doet niet af aan de rechtsgeldigheid van de krachtens mandaat genomen beslissing.

  • 3.

    De secretaris draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem in mandaat genomen besluiten.

IV. Bevoegdheid tot verlening van ondermandaat

  • 1.

    De secretaris is niet bevoegd om van de hem krachtens mandaat, volmacht en machtiging toekomende bevoegdheden, ondermandaat, -volmacht en -machtiging te verlenen.

V. Ondertekening

  • 1.

    Indien een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel I, luidt de ondertekening:

     

    Namens het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling GGD–VT Haaglanden,

    secretaris

    Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

VI Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag nadat het overeenkomstig artikel 3:42, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is bekendgemaakt.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als Algemeen mandaatbesluit secretaris GGD VT Haaglanden 2024.

Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden,

Den Haag, 7 juni 2024,

Secretaris,

I. du Pon

Voorzitter,

M. van Bijnen

Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden,

Den Haag, 27 juni 2024,

Secretaris,

I. du Pon

Voorzitter,

M. van Bijnen

Voorzitter van de Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden,

Den Haag, 27 juni 2024,

Voorzitter,

M. van Bijnen

Naar boven