Besluit van het dagelijks bestuur, de voorzitter en de directeur publieke gezondheid van het openbaar lichaam GGD Noord- en Oost-Gelderland houdende een wijziging van de regels voor mandaat, volmacht en machtiging (Mandaat- en volmachtregister behorend bij het Mandaatbesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2023)

Het dagelijks bestuur, de voorzitter en de directeur publieke gezondheid van GGD Noord- en Oost-Gelderland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht, artikelen 33b, 33c en 33d Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

overwegende, dat het wenselijk is om het Mandaatbesluit aan te passen voor de behandeling van bezwaarschriften;

 

BESLUITEN

Artikel I.  

In het Mandaat- en volmachtregister behorend bij het Mandaatbesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2023 worden de onderdelen VII tot en met X vernummerd tot VII tot en met XI, en wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

 

Naam regeling/bevoegdheid

Mandaat

van

Mandaat

aan

Ondermandaat

aan

Kader / bijzonderheden

VII. Bezwaarschriften

het uitoefenen van de volgende bevoegdheden ten aanzien van bezwaarschriften die bij het dagelijks bestuur zijn ingediend op grond van de Wet open overheid en de Algemene verordening gegevensbescherming:

  • 1.

    gelegenheid bieden een verzuim te herstellen in de bezwaarfase (art. 6:6 Awb)

  • 2.

    schriftelijk bevestigen ontvangst bezwaarschrift (art. 6:14 Awb)

  • 3.

    doorzenden bezwaarschrift (art. 6:15 Awb)

  • 4.

    toezenden op de zaak betrekking hebbende stukken aan gemachtigde (art. 6:17 Awb)

  • 5.

    onverwijld meedelen nieuw besluit (art. 6:19, lid 3 Awb)

  • 6.

    meedelen besluit (art. 6:20, lid 2 Awb)

  • 7.

    besluiten en handelen inzake rechtstreeks beroep (art. 7:1a Awb)

  • 8.

    op de hoogte stellen van indiener bezwaarschrift en belanghebbenden van de gelegenheid tot horen (art. 7:2, lid 2 Awb)

  • 9.

    afzien van het horen (art. 7:3 Awb)

  • 10.

    ter inzage leggen bezwaarschrift en op de zaak betrekking hebbende stukken en de toepassing hiervan achterwege laten (art. 7:4, lid 2 en lid 6 Awb)

  • 11.

    besluiten of het horen in het openbaar plaatsvindt (art. 7:5, lid 2 Awb)

  • 12.

    horen van belang-hebben-den, getuigen en deskundigen in de bezwaarfase (art. 7:6, 7:8, 7:9 Awb)

  • 13.

    opschorten, verdagen c.q. uitstellen beslistermijn besluit op bezwaar (art. 7:10, lid 2 t/m 5 Awb)

  • 14.

    besluiten op bezwaar (art. 7:10, lid 1 en 7:11 Awb)

DB, voorzitter

DPG

Algemene wet bestuursrecht

Wet open overheid

Algemene verordening gegevensbescherming

Mandaat voor besluiten op bezwaar geldt niet als de DPG het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel II.  

Het Mandaat- en volmachtregister behorend bij het Mandaatbesluit GGD Noord- en Oost-Gelderland 2023 wordt gewijzigd als volgt:

 

Onderdeel IX. Bestuur, openbaarheid, bekendmaking komt te luiden:

 

Naam regeling/bevoegdheid

Mandaat

van

Mandaat

aan

Ondermandaat

aan

Kader / bijzonderheden

X. Bestuur, openbaarheid, bekendmaking

het uitvoeren van de taken en het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Wet open overheid, waaronder:

  • 1.

    het bij de uitvoering van taken uit eigen beweging voor eenieder openbaar maken van bij het dagelijks bestuur en de voorzitter berustende informatie neergelegd in documenten, inclusief

    • -

      het gelijktijdig mededeling doen bij een gedeeltelijke niet-openbaarmaking en

    • -

      het in de gelegenheid stellen van belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen zullen hebben tegen openbaarmaking, om binnen een door het bestuursorgaan gestelde termijn hun zienswijze naar voren te brengen

  • 2.

    het beslissen op verzoeken om publieke informatie, inclusief:

    • -

      het aangeven van de wijze van elektronisch verzenden voor verzoeken

    • -

      het verzoeken van de verzoeker om het verzoek te preciseren en het de verzoeker daarbij behulpzaam zijn, indien een verzoek te algemeen geformuleerd is

    • -

      het besluiten een verzoek niet te behandelen, indien de verzoeker niet meewerkt aan een verzoek tot precisering

  • 3.

    het verwijzen van verzoeker naar een ander bestuursorgaan voor zover het verzoek betrekking heeft op informatie die berust bij dat bestuursorgaan, en indien het verzoek schriftelijk is ingediend, het onverwijld doorzenden van het verzoek naar dat bestuursorgaan, onder mededeling van de doorzending aan de verzoeker

  • 4.

    het in overleg treden met de verzoeker over de prioritering van de afhandeling van het verzoek, indien een voldoende gespecificeerd verzoek zodanig omvangrijk is dat niet binnen de termijn van artikel 4.4, eerste lid, Wet open overheid kan worden beslist

  • 5.

    het verdagen van de beslissing voor ten hoogste twee weken en het daarvan mededeling doen aan de verzoeker.

  • 6.

    het toepassing geven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht door het in de gelegenheid stellen van een belanghebbende die de beschikking niet heeft aangevraagd, om zijn zienswijze naar voren te brengen, voordat een beschikking wordt gegeven waartegen die belanghebbende naar verwachting bedenkingen zal hebben indien:

    • -

      de beschikking zou steunen op gegevens over feiten en belangen die de belanghebbende betreffen, en

    • -

      die gegevens niet door de belanghebbende zelf ter zake zijn verstrekt.

  • 11.

    het opschorten van de termijn voor het geven van een beschikking, gerekend vanaf de dag na die waarop de verzoeker is meegedeeld dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht

  • 12.

    indien de opschorting eindigt, het zo spoedig mogelijk mededeling daarvan doen aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven

  • 13.

    indien de informatie reeds in een voor de verzoeker gemakkelijk toegankelijke vorm voor het publiek beschikbaar is, het de verzoeker daarop wijzen

  • 14.

    het besluiten het verzoek niet te behandelen, indien de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie of indien het verzoek evident geen bestuurlijke aangelegenheid betreft

  • 15.

    het aanwijzen van een of meer contactpersonen voor de beantwoording van vragen over de beschikbaarheid van publieke informatie

  • 16.

    het verstrekken aan iedere natuurlijke of rechtspersoon op diens verzoek van de op de verzoeker betrekking hebbende in documenten neergelegde informatie, en het hierbij:

    • -

      deugdelijke vaststellen van de identiteit van de verzoeker en

    • -

      verbinden van voorwaarden aan de verstrekking ter bescherming van een van de belangen genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2 Wet open overheid

  • 17.

    het besluiten, in geval informatie ingevolge de artikelen 5.1 en 5.2 Wet open overheid niet openbaar gemaakt kan worden, de informatie uitsluitend aan de verzoeker te verstrekken, indien er klemmende redenen zijn om de verzoeker niettegenstaande de toepasselijke uitzonderingsgrond of -gronden de gevraagde informatie niet te onthouden, en hieraan voorwaarden te verbinden ter bescherming van een van de belangen, genoemd in de artikelen 5.1 en 5.2 Wet open overheid

  • 18.

    het ten behoeve van historisch, statistisch, wetenschappelijk of journalistiek onderzoek toegang bieden tot informatie:

    • -

      die ingevolge de artikelen 5.1 en 5.2 Wet open overheid niet openbaar gemaakt kan worden, of

    • -

      waarvan de vaststelling of deze informatie ingevolge de artikelen 5.1 en 5.2 openbaar gemaakt kan worden een onevenredige inspanning vergt.

    • -

      en het verbinden van voorwaarden aan het verlenen van toegang

  • 19.

    het vragen van een redelijke vergoeding voor de vervaardiging van kopieën van documenten, die de kostprijs van de verstrekte informatiedragers niet overstijgt.

DB, voorzitter

DPG

Strategische managers voor 2 t/m 14 en 16 t/m 19

Wet open overheid

Artikel III.  

De wijziging treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 11 september2024,

J.J. Baardman,

directeur publieke gezondheid

A.J. Prins,

voorzitter

Aldus vastgesteld door de voorzitter op 11 september2024,

A.J. Prins,

voorzitter

Aldus vastgesteld door de directeur publieke gezondheid op 11 september2024,

J.J. Baardman

directeur publieke gezondheid

Naar boven