Blad gemeenschappelijke regeling van Vervoerregio Amsterdam
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vervoerregio Amsterdam | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1263 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vervoerregio Amsterdam | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1263 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
In deze verordening wordt verstaan onder:
verantwoordingsgrens: een door de regioraad vastgesteld bedrag op basis van een percentage van de totale lasten (inclusief de toevoegingen aan reserves), waarboven het dagelijks bestuur de afwijkingen moet opnemen in de rechtmatigheidsverantwoording. De verantwoordingsgrens valt binnen een bandbreedte van 0% tot 3% en geldt voor zowel fouten als onzekerheden.
Artikel 12 Financiering van publieke taken
Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden. Het dagelijks bestuur motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties.
Artikel 13 Organisatie van de financieringsfunctie
Het dagelijks bestuur ziet erop toe dat alle opdrachtbevestigingen, alle transacties die leiden tot een verandering in de omvang van de uitgezette of opgenomen middelen en alle betalingen en ontvangsten uit hoofde van de financieringsfunctie direct in de financiële administratie worden vastgelegd zonder welke tussenkomst dan ook van degenen die bevoegd zijn tot autorisatie.
Artikel 14 Gemeentelijke bijdrage
In de notitie met de prognose gemeentelijke bijdrage noemt het dagelijks bestuur de programma’s die met de gemeentelijke bijdrage worden gefinancierd en de programma’s die met middelen van derden worden gefinancierd. Indien voor een programma meerdere dekkingsbronnen in aanmerking komen, geeft het dagelijks bestuur aan welke verhouding tussen deze financieringsbronnen beoogd wordt.
6. Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 25 Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 26 Begrotingscriterium
Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de regioraad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Bijlage A: Afschrijvingstermijnen
Als een voorgenomen investering niet valt onder een van bovenstaande categorieën, stelt de regioraad de afschrijftermijn vast bij de aanvraag van het investeringskrediet. Deze categorie wordt dan toegevoegd aan de tabel.
De opvattingen over het karakter van de Financiële Verordening zijn gewijzigd. Door de regels meer te richten op resultaten en minder op procedurele aspecten kan de Financiële Verordening leesbaarder en korter worden. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft daarom dan ook een korte en uitgebreide modelverordening opgesteld met keuzemogelijkheden. Voor het opstellen van de financiële verordening van de Vervoerregio is gebruik gemaakt van de modelverordeningen van de VNG.
Naast het opnemen van de artikelen die invulling geven aan de vernieuwingen rondom rechtmatigheid zijn in deze verordening ook de toezegging betreffende de Motie Moeskops uit 2023 verwerkt. Zo is opgenomen dat begrotingswijzingen meer dan alleen financieel inzichtelijk worden gemaakt.
In de voorliggende financiële verordening wordt de verdeling van taken en bevoegdheden tussen regioraad en dagelijks bestuur uitgewerkt. Het eerste deel van de verordening bevat een verklaring van de gebruikte definities. Deel 2 geeft regels over de begroting en verantwoording over de uitvoering van de begroting. In deel 3 staan de regels over de financiële positie. In deel 4 zijn de regels over de verplicht voorgeschreven paragrafen opgenomen. Deel 3 en deel 4 bepalen het beleidskader waarbinnen het dagelijks bestuur de begroting moet uitvoeren.
Deel 5 geeft het dagelijks bestuur opdracht de ambtelijke organisatie zo in te richten dat een goede uitvoering van de begroting gewaarborgd wordt. In deel 6 zijn de vernieuwing rondom de Rechtmatigheid opgenomen.
Artikel 2 geeft de regioraad de mogelijkheid door middel van indicatoren en extra paragrafen meer dan de wettelijk voorgeschreven informatie van het dagelijks bestuur te ontvangen om invulling te geven aan haar kaderstellende en controlerende taak.
Gemeenten stellen de begroting voor het komende jaar vast in het najaar van het lopende jaar. De Vervoerregio is wettelijk verplicht de begroting voor 15 september op te stellen. De Wet gemeenschappelijke regelingen schrijft voor dat de ontwerp begroting van de Vervoerregio 12 weken voor vaststelling in de regioraad naar de gemeenten gestuurd moet worden.
Het programmaplan is van groot belang voor de kaderstellende en controlerende rol van de regioraad. De regioraad stelt met het programmaplan vast en stuurt met de financiële begroting de middelen die de Vervoerregio beschikbaar stelt aan de uitvoering van het beleid. Het BBV stelt niet voor niets nadrukkelijk de beleidsbegroting centraal waarin per programma ingegaan wordt op de drie W-vragen (wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat gaat dat kosten).
Artikel 5 dwingt het dagelijkse bestuur alle voorgestelde wijzigingen voor de regioraad te onderbouwen en deze in relatie tot de te behalen beleidstellingen toe te lichten. Hiermee wordt invulling gegeven aan hetgeen in de raadsbrief n.a.v. Motie Moeskops is toegezegd aan de regioraad.
Het belangrijkste onderdeel van de financiële positie betreft de financieringsfunctie. De Vervoerregio ontvangt jaarlijks de Brede Doel Uitkering verkeer en vervoer. De wet op de BDU maakt het mogelijk te sparen voor grote investeringen. Daardoor kunnen er tijdelijk nog niet benodigde middelen zijn die in latere jaren tot uitgaven komen. Dat maakt een goede liquiditeitenplanning en een goed beheer van de liquide middelen noodzakelijk. De uitgangspunten voor het financieringsbeleid zijn opgenoemd in artikel 10 tot en met 13.
De wettelijke bepalingen zijn niet herhaald in deze artikelen. Per 1 januari 2012 gaat met name om de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO), het Besluit Leningvoorwaarden Decentrale Overheden (BLDO), de Uitvoeringsregeling Financiering Decentrale Overheden en de Regeling (UFDO) Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden (RUDDO). De wettelijke regels kennen een tweetal duidelijke uitgangspunten:
Het wettelijk kader beoogt een aantal specifieke risico’s in de financieringsfunctie met dwingende bepalingen en normen te beperken:
Koersrisico’s: Koersrisico’s ontstaan doordat de actuele rente afwijkt van de vaste rente die is overeengekomen. Bijvoorbeeld een uitzetting van € 100 met een vaste rente van 3% zal bij een marktrente van 6% een koers van 50 hebben en dus € 50 waard zijn omdat alleen dan de renteopbrengst gelijk is (100 tegen 3% = 30 = 50 tegen 6% ). Koersrisico’s kunnen zich voordoen tijdens de looptijd maar bij einde looptijd zal het nominale bedrag ontvangen worden. Met een goede liquiditeitenplanning kan tussentijdse opname van uitgezette gelden en daarmee koersrisico voorkomen worden.
Renterisico’s: In de wettelijke regelgeving zijn er twee normen die beogen de renterisico’s bij het aangaan van leningen te beperken: de kasgeldnorm en de renterisiconorm. Renterisico’s ontstaan wanneer aan het einde van de looptijd van leningen de rente voor de nieuwe lening aanzienlijk hoger is dan de rente van de oude lening. De kasgeldnorm stelt daarom een maximum aan de kortlopende leningen die afgesloten mogen worden en de renterisiconorm stelt een grens aan langlopende leningen. Omdat de Vervoerregio geen financieringstekorten kent die met leningen aangevuld worden maar tijdelijk niet benodigde middelen uitzet zijn deze wettelijke normen niet direct van belang.
In dit deel van de verordening is toegelicht welke informatie opgenomen wordt bij de in het besluit Begroting en Verantwoording voorgeschreven paragrafen.
De Vervoerregio kent geen lokale heffingen zoals gemeenten of provincies. Er wordt op dit ogenblik geen bijdrage van de deelnemende gemeenten gevraagd. Mocht hier in de toekomst wel sprake van zijn dan regelt artikel 14 hoe deze voor de verschillende programma onderdelen gaat worden ingezet.
In iedere organisatie doen zich risico’s voor. Risico’s kunnen forse financiële gevolgen (en daarmee ook beleidsmatige gevolgen) hebben en er zijn risico’s die de realisatie van doelstellingen in de weg kunnen staan. Daarmee zijn risico’s dus een belangrijk onderwerp voor sturing.
Het doel van deze nota is dat de regioraad het beleidskader voor het risicomanagement en het weerstandsvermogen vaststelt. De regioraad stelt de kaders en het college voert het beleid uit binnen de gestelde kaders. Risicomanagement valt onder het de integrale verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur.
Het belang van de financieringsfunctie komt terug in de onderwerpen waarover het dagelijks bestuur moet rapporteren in de paragraaf over de financiering.
Artikel 17 bepaalt dat in de paragraaf bedrijfsvoering informatie over de personele capaciteit wordt opgenomen met een uitsplitsing naar personeel in eigen dienst en van derden ingehuurd personeel. Op deze wijze krijgt de regioraad inzicht in een belangrijke structurele begrotingspost en de beschikbare personele capaciteit voor het uitvoeren van de taken van de Vervoerregio.
Financiële organisatie en administratie
Met deze artikelen over de financiële organisatie krijgt het dagelijks bestuur de opdracht een ambtelijke organisatie in te richten die bijdraagt aan een doelmatig en rechtmatig begrotingsbeheer.
Bij het opstellen van het jaarlijkse plan voor (verbijzonderde) interne controle wordt de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en jaarrekening als vertrekpunt genomen. Een belangrijk aandachtpunt bij interne controle is het opstellen van aanbevelingen om tot een betere beheersing van de uitvoering van de begroting te komen en daarmee risico’s te beperken.
De interne controle moet tevens ondersteunend zijn aan de door het dagelijks bestuur af te geven rechtmatigheidsverklaring (zie onderdeel 6)
Administraties zijn niet in zichzelf gekeerde systemen maar moeten dienstbaar zijn aan het bestuur en beheer van de organisatie. Dat is de opdracht in het laatste artikel van dit onderdeel.
In dit deel van de verordening staat hoe het dagelijks bestuur dient om te gaan met de rechtmatigheidsverantwoording.
Vanaf boekjaar 2023 is het verplicht voor het dagelijks bestuur om een rechtmatigheidsverantwoording op te nemen in de jaarrekening. Deze verantwoording is een standaardmodel dat bij wet is vastgelegd en het geeft inzicht in hoeverre de gemeente rechtmatig heeft gehandeld. Waar de accountant voorheen een oordeel vormde over de getrouwheid én rechtmatigheid van de jaarverslaggeving, beperkt de accountant zich nu tot een oordeel over het getrouwe beeld van de jaarrekening (inclusief de rechtmatigheidsverantwoording). De accountant geeft vanaf dit moment dus geen afzonderlijk oordeel meer over de rechtmatigheid. Voor de SiSa-regelingen zal de accountant wel een verklaring over de rechtmatigheid moeten blijven afgeven.
Met de invoering van de rechtmatigheidsverantwoording toetst de accountant uitsluitend of de jaarrekening getrouw is, maar toetst daarbij ook of de rechtmatigheidsverantwoording dat is. Dit betekent onder meer dat afwijkingen van rechtmatigheid (voor zover deze niet tevens van invloed zijn op het getrouwe beeld), geen invloed hebben op de strekking van de controleverklaring. Hierdoor kan het bijvoorbeeld voorkomen dat er omvangrijke afwijkingen van rechtmatigheid opgenomen zijn in de rechtmatigheidsverantwoording van het dagelijks bestuur, terwijl de strekking van de controleverklaring toch goedkeurend is, omdat de omvangrijke rechtmatigheidsfouten getrouw opgenomen zijn in de rechtmatigheidsverantwoording.
De invoering van de rechtmatigheidsverantwoording is mede bedoeld om het gesprek te ondersteunen tussen de regioraad en het dagelijks bestuur, over de (financiële) rechtmatigheid. Het doel hiervan is om de kaderstellende en controlerende rol van de regioraad op dit vlak te versterken, waarmee het aansluit op de Motie Moeskops uit 2023.Het is de verwachting dat dit een kwaliteitsimpuls zal geven aan de interne processen en beheersing, zodat het dagelijks bestuur kan steunen op een adequaat functionerend systeem. Omdat het dagelijks bestuur ook beheersmaatregelen moeten formuleren verwachten we ook dat er meer vooruitgekeken gaat worden naar het oplossen van onrechtmatigheden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-1263.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.