Blad gemeenschappelijke regeling van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1239 | overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1239 | overige overheidsinformatie |
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2024
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn, na verkregen toestemming van de raden van deze gemeenten;
a. deze gemeenten een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan onder de titel ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’;
b. de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 in werking is getreden onder gelijktijdige intrekking van de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;
c. de Wijzigingswet veiligheidsregio’s per 1 januari 2014 is ingegaan;
d. de Wet veiligheidsregio’s een slagvaardige organisatie beoogt tot stand te brengen op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;
e. de artikelen 8 en 9 van de Wet veiligheidsregio’s bepalen, dat de colleges van burgemeester en wethouders in de regio Amsterdam-Amstelland een gemeenschappelijke regeling treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: Veiligheidsregio;
f. artikel 76 van de Wet veiligheidsregio’s bepaalt, dat deze gemeenschappelijke regeling wordt getroffen uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet;
g. de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’, na toestemming van de gemeenteraden van Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel, Uithoorn en aan de colleges van burgemeester en wethouders van deze gemeenten, zoals bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, op 1 januari 2015 voor de eerste keer is gewijzigd;
h. de colleges van burgemeester en wethouders op voorstel van het bestuur van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, na toestemming van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, besloten hebben om de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015 op een aantal punten te wijzigen;
i. de integrale tekst van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015 aanpassing behoeft naar aanleiding van de op 1 juli 2022 gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen.
de Wet veiligheidsregio’s, Tijdelijke wet ambulancezorg, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet,
de tekst van de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015, gewijzigd in 2021’, in te trekken en als volgt opnieuw vast te stellen de volgende integrale tekst van de:
‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2024’
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Daar waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de gemeenteraad, het college en de burgemeester, onderscheidenlijk: de Veiligheidsregio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
Het Verzorgingsgebied van deze regeling omvat het grondgebied van de Gemeenten.
HOOFDSTUK 2. DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
De Veiligheidsregio heeft tot doel om ter behartiging van de belangen van de Gemeenten:
Ter behartiging van de in artikel 5 van de regeling genoemde doelstelling is de Veiligheidsregio belast met de uitvoering van de taken en bevoegdheden, zoals genoemd in artikel 10, 25, 32, 35 en 36 van de Wet en de overige taken en bevoegdheden die bij of krachtens wet en regelgeving aan de Veiligheidsregio worden opgedragen.
Artikel 7. Verplichtingen van de Gemeenten
De Gemeenten zijn in ieder geval verplicht om kosteloos de volgende faciliteiten ter beschikking te stellen aan de Veiligheidsregio:
HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
De Veiligheidsregio kent de volgende organisatiestructuur:
3.1 HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio vergadert ten minste 4 keer per jaar en voorts zo dikwijls als de Voorzitter het nodig acht of ten minste twee leden dit de Voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. In het laatste geval wordt de vergadering binnen veertien dagen na een zodanig verzoek gehouden.
Bij de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio worden de Directeur Veiligheidsregio/Commandant Brandweer Amsterdam-Amstelland, de Directeur Publieke Gezondheid, de Politiechef Regionale Eenheid Amsterdam, de coördinerend gemeentesecretaris, de directeur Openbare Orde en Veiligheid (OOV) van de gemeente Amsterdam evenals andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, uitgenodigd.
Het algemeen bestuur dan wel het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio kan ook buiten vergadering besluiten, mits de zienswijze van alle bestuurders schriftelijk, daaronder begrepen per e-mail, wordt ingewonnen en geen van de bestuurders zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Het voorstel met een conceptbesluit circuleert maximaal 10 werkdagen onder de leden van het algemeen bestuur dan wel het dagelijks bestuur. Een voorstel ten aanzien waarvan alle leden tijdens de circulatietermijn door het stellen van een paraaf of verklaring van ‘akkoord’ te kennen heeft gegeven met het voorstel in te stemmen, resulteert in een besluit conform het ingebrachte voorstel. Direct na ontvangst van de laatste paraaf of akkoordverklaring dateert de secretaris het besluit. Het besluit wordt geacht te zijn genomen op de datum van dagtekening door de secretaris. Het besluit wordt opgenomen in de besluitenlijst van de eerstvolgende vergadering.
Artikel 12. Taken en bevoegdheden
2. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio is bevoegd te besluiten tot:
Artikel 13. Informatie en verantwoording
1. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio geeft de raden en/of de colleges uit eigen beweging of op hun verzoek alle inlichtingen die voor een juiste beoordeling van het door hen gevoerde en te voeren beleid nodig is. 2. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio geeft schriftelijk de door een of meer leden van de raden en de colleges gevraagde inlichtingen. 3. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio verstrekt de raden en/of de colleges de door een of meer leden van die raden en/of colleges verzochte informatie ten aanzien van het door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio gevoerde beleid met in achtneming van artikel 16, vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Op de voet van deze bepaling zal geen informatie worden verstrekt indien dat, gelet op de door de Veiligheidsregio te behartigen belangen, naar het oordeel van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio noodzakelijk is. 4. De leden van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio leggen jegens hun raad en college verantwoording af over het door de Veiligheidsregio gevoerde beleid op de voor hen als burgemeester gebruikelijke wijze. 5. Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio zendt jaarlijks een informatiebrief aan de raden met daarin een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen binnen de Veiligheidsregio.
Anders dan bestemmingsvoorstellen, zoals bedoeld in artikel 27, vijfde lid, en besluiten waarover bij of krachtens de wet de raden een zienswijze naar voren kunnen brengen, zijn er, tenzij door het algemeen bestuur anders bepaald, geen besluiten van het algemeen bestuur waarvoor aan de raden vooraf zienswijze dient te worden gevraagd, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden worden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling slechts betrokken, voor zover dat bij of krachtens de wet is vereist, of voor zover door het algemeen bestuur bepaald.
3.2 DE VOORZITTER EN SECRETARIS Artikel
HOOFDSTUK 4. DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Er is een Veiligheidsdirectie die het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio adviseert over onderwerpen die worden voorgelegd aan het algemeen bestuur.
Deze Veiligheidsdirectie bestaat uit de directeur Veiligheidsregio, de Commandant van de Brandweer, de Politiechef Regionale eenheid Amsterdam, de Directeur Publieke Gezondheid, de Hoofdofficier van Justitie, de coördinerend gemeentesecretaris, de directeur OOV van de gemeente Amsterdam en een vertegenwoordiger van Defensie. Functionarissen van andere organisaties wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, worden uitgenodigd. De directeur Veiligheidsregio is de voorzitter van de Veiligheidsdirectie.
Artikel 21. De inrichting van de ambtelijke organisatie en rechtspositieregeling
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio is verantwoordelijk voor de inrichting van de ambtelijke organisatie die valt onder de Veiligheidsregio en stelt de rechtspositieregeling(en) van het personeel vast.
HOOFDSTUK 5. FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 22. Administratie en controle
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen.
Artikel 23. Programmabegroting
Artikel 24. Begrotingsprocedure
Artikel 25. Bijdragen aan de Veiligheidsregio
De toerekening van de kosten voor de programma’s crisisbeheersing en de meldkamerfunctie vindt plaats naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere Gemeente per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het desbetreffende begrotingsjaar. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers aangehouden.
De Veiligheidsregio volgt de indexering van de gemeente Amsterdam.
Artikel 27. Jaarrekeningprocedure en kadernota
In de jaarrekening wordt de door elk van de Gemeenten en de door derden over het desbetreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 25 van deze regeling betaalde voorschot en het werkelijk verschuldigde bedrag vindt plaats onmiddellijk na de kennisgeving aan de Gemeenten van de vaststelling van de jaarrekening.
De geldmiddelen van de Veiligheidsregio bestaan uit:
HOOFDSTUK 6. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 30. Toe- en uittreding
Uittreding door een of meer van de Gemeenten uit deze regeling is slechts mogelijk na voldoening aan door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio nader te stellen voorwaarden. Deze voorwaarden zien in ieder geval op de gevolgen van de uittreding voor personeel, contracten, huisvesting en investeringen, waarbij de volgende uitgangspunten in acht worden genomen:
Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio stelt, gehoord hebbende de bevoegde bestuursorganen van de Gemeenten, tenminste zes maanden voor het tijdstip van opheffing, een liquidatieplan en een sociaal plan voor het personeel vast. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing.
HOOFDSTUK 8. GESCHILLEN, KLACHTEN EN BEZWAREN
Voor de afhandeling van klachten zal een klachtenregeling worden opgesteld.
Artikel 35. Behandeling bezwaarschriften
Bij de afhandeling van bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht zal toepassing worden gegeven aan artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht en zal voor het horen van belanghebbenden gebruik worden gemaakt van de voorzieningen van de gemeente Amsterdam, tenzij het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio anders besluit.
Artikel 37. Inwerkingtreding en duur
Totdat ter zake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten en verordeningen gebaseerd op de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’ en de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015’ onverkort van toepassing.
Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2024.
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2024 ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
Per 1 januari 2008 is door de deelnemende gemeenten de Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland gevormd en is de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland 2008 opgesteld.
Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 en de Wijzigingswet veiligheidsregio’s per 1 januari 2014 dient de gemeenschappelijke regeling herzien te worden. In dat kader is de regeling "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015" opgesteld.
De colleges van burgemeester en wethouders hebben nadien op voorstel van het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio besloten om de "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland 2015" een aantal keren te wijzigen.
Voor deze herzieningen zijn naast besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de betrokken gemeenten ook besluiten van de gemeenteraden vereist (artikel 1, lid 2 en 3 van de Wet gemeenschappelijke regelingen).
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
De definities in dit artikel zijn consequent in de tekst gebruikt.
Dit artikel spreekt voor zich.
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 Wvr, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: Veiligheidsregio. Een openbaar lichaam is een rechtspersoon, waardoor het zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer en bijvoorbeeld overeenkomsten kan aangaan. Artikel 10 derde lid van de Wgr bepaalt dat een plaats van vestiging wordt opgenomen.
Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio’s. De Veiligheidsregio Amsterdam- Amstelland beslaat het grondgebied van de genoemde gemeenten conform artikel 8 Wvr en de bijlage bij artikel 8 Wvr.
HOOFDSTUK 2. DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Aangezien verschillende wetten een uitgebreide omschrijving kennen van de te vervullen taken op het gebied van Brandweerzorg, Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en de bestrijding en beheersing van Crises wordt in de eerste drie subleden verwezen naar de toepasselijke wetten.
De taken van de Veiligheidsregio zijn de activiteiten die de Veiligheidsregio ontplooit in het kader van de te behartigen belangen. In dit geval wordt de Veiligheidsregio door de colleges van burgemeesters en wethouders belast met de taken zoals in deze bepaling genoemde wetsartikelen.
Artikel 7. Verplichtingen van de Gemeenten
Om een correcte uitvoering te kunnen geven aan de aan de Veiligheidsregio opgedragen taken dient de Veiligheidsregio te kunnen beschikken over voor de opgedragen taken relevante informatie of voor de Veiligheidsregio beschikbaar gestelde faciliteiten.
HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
Artikel 12 Wgr bepaalt dat het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een Voorzitter. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. De Voorzitter is tevens Voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur.
3.1 HET ALGEMEEN BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO Artikel
In dit artikel is vastgelegd dat de burgemeesters van de Gemeenten lid zijn van het algemeen bestuur.
Bij verhindering of ontstentenis van een burgemeester, treedt de loco-burgemeester namens zijn Gemeente op als lid van het bestuur van de Veiligheidsregio, zulks op grond van de algemene waarnemingsregel van artikel 77 lid 1 Gemeentewet. De Voorzitter van het bestuur van de Veiligheidsregio wordt bij koninklijk besluit benoemd. Bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter wordt deze in zijn of haar rol als Voorzitter vervangen door een door het algemeen bestuur aan te wijzen lid van het algemeen bestuur.
In artikel 22, tweede lid, Wgr is geregeld dat het bestuur van de Veiligheidsregio jaarlijks tenminste viermaal vergadert.
Bij de vergaderingen worden de Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de Commissaris van de Koning uitgenodigd om deel te nemen.
De Directeur Veiligheidsregio/Commandant van de Brandweer Amsterdam-Amstelland, de Directeur Publieke Gezondheid, de Politiechef Regionale Eenheid Amsterdam, de Coördinerend gemeentesecretaris, de directeur Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam en andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is worden uitgenodigd.
Op grond van lid 5 zijn de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio openbaar (zie tevens artikel 22, derde lid, Wgr). Het vierde en vijfde lid van artikel 22 Wgr regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden. Het zesde lid van dit artikel bevat een lijst met onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 Gemeentewet.
Krachtens lid 1 heeft elk lid van het bestuur van de Veiligheidsregio in de vergadering één stem. Bij besluiten hebben alle Gemeenten daarom gelijke invloed. Besluiten worden op grond van lid 2 genomen met gewone meerderheid van stemmen, dat wil zeggen: de helft van de uitgebrachte stemmen plus één.
In lid 2 is opgenomen dat als de stemmen staken, de stem van de Voorzitter beslist. In lid 3 is opgenomen dat in die gevallen waarin de burgemeester van de Gemeente Amsterdam overwegende bezwaren heeft tegen een besluit en dus tegenstemt, deze tegenstem tot verwerping van het besluit leidt. Artikel 13 lid 4 onder b van de Wgr biedt de mogelijkheid om bepaalde leden (of een bepaald lid) meervoudig stemrecht te geven. Aldus voorziet de wet in de mogelijkheid van een stemverdeling van leden van het bestuur van de Veiligheidsregio waarbij de stem van bepaalde leden zwaarder telt. Lid 2 en lid 3 van de gemeenschappelijke regeling zijn daarvan een uitwerking.
Op vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio van een openbaar lichaam zijn de besluitvormingsregels in artikel 31 Gemeentewet (stemmingen over personen) en artikel 32 Gemeentewet (stemmingen over zaken) van – dwingende – toepassing (artikel 22, eerste lid, Wgr).
Artikel 12. Taken en bevoegdheden
Dit artikel regelt de taken en bevoegdheden van het bestuur van de Veiligheidsregio.
Artikel 13. Informatie en verantwoording
De artikelen 16, 17, 18 en 19 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie, de wijze waarop informatie wordt verstrekt en het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de informatie- en verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatie- en verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de raden van de gemeenten en Gedeputeerde Staten.
Deze bepaling betreft het verstrekken van advies aan de colleges van de Gemeenten.
In art. 10, vijfde lid Wgr worden gemeenschappelijke regelingen verplicht om bepalingen te bevatten die de besluiten van het bestuur van de Veiligheidsregio beschrijven waarover de raden van de gemeenten een zienswijze naar voren kunnen brengen voorafgaand aan het nemen van het besluit. Het gaat dan om andere besluiten dan die op grond van de wet al reeds aan de raden worden voorgelegd voor zienswijze, zoals het wijzigen en vaststellen van de ontwerpbegroting. Ook wanneer géén specifieke besluiten worden voorgelegd aan de raden voor zienswijzen, moet dit in de gemeenschappelijke regeling worden geregeld. Op basis van de Wvr en Wgr worden de belangrijkste besluiten al voorgelegd aan de raden voor zienswijze. Dit artikel is een uitwerking van art. 10, vijfde lid Wgr.
Dit artikel regelt de voorwaarden voor het betrekken van ingezetenen van de gemeenten en belanghebbenden bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van beleid op grond van deze regeling.
Dit artikel houdt bepalingen in omtrent de evaluatie van de regeling, in overeenstemming met art. 11a Wgr.
3.2 DE VOORZITTER EN SECRETARIS
Artikel 18. Taken en bevoegdheden
De Wgr en de Wet veiligheidsregio’s bevat bepalingen omtrent het voorzitterschap.
De ambtelijk secretaris heeft als taak het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de Voorzitter bij hun taakuitoefening te ondersteunen. De secretaris heeft daarbij een adviserende rol.
HOOFDSTUK 4. DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Dit artikel en artikel 21 regelt de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio. Er is een organisatie belast met de Brandweerzorg (zoals gedefinieerd) en een organisatie belast met de Geneeskundige hulpverlening (zoals gedefinieerd).
Artikel 36 van de Wet veiligheidsregio’s stelt dat het bestuur van de Veiligheidsregio een coördinerend functionaris aanwijst belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis. Hiertoe wordt in artikel 20 lid 6 de Coördinerend gemeentesecretaris aangewezen.
In overeenstemming met artikel 24 Wgr wordt er een vaste commissie van advies aan het bestuur van de Veiligheidsregio ingesteld: de Veiligheidsdirectie. De Hoofdofficier van Justitie vertegenwoordigt het justitiële gezag met betrekking tot de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Met de eindverantwoordelijken van de uitvoerende diensten, de directeur Veiligheidsregio, de commandant van de Brandweer Amsterdam-Amstelland, de vertegenwoordigers van de GHOR, de Politie Regionale Eenheid Amsterdam, de directeur OOV van de gemeente Amsterdam en de Coördinerend gemeentesecretaris als representant van de gemeentelijke kolom bespreken zij onderwerpen die worden voorgelegd aan het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio. Andere functionarissen, zoals vertegenwoordigers van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Havenbedrijf Amsterdam en Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied worden uitgenodigd om het overleg van de Veiligheidsdirectie bij te wonen indien er onderwerpen worden behandeld die voor hen van belang zijn. De Veiligheidsdirectie is daarmee het overlegorgaan waarin de vijf partners bij crisisbeheersing in de Veiligheidsregio het multidisciplinaire beleid kunnen afstemmen. De Veiligheidsdirectie vormt een overleg- en afstemmingsorgaan dat het bestuur van de Veiligheidsregio adviseert. Deelname aan deze adviescommissie doet niets af aan de eigenstandige verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden. De ambtelijk secretaris die de Veiligheidsdirectie voorzit verzorgt de verbinding met het bestuur van de Veiligheidsregio.
Artikel 21. De inrichting van de ambtelijke organisatie en rechtspositieregeling
Dit artikel spreekt voor zich.
HOOFDSTUK 5. FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 22. Administratie en controle
Met inachtneming van de vigerende regelgeving stelt het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen. Er zijn onder andere regels vastgesteld in de financiële verordening, in de nota reserves en voorzieningen en in het treasury statuut.
Artikel 23. Programmabegroting
In de programmabegroting staat wat het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio wil bereiken, wat het bestuur van de Veiligheidsregio daarvoor gaat doen en hoe de beschikbare middelen worden besteed. De programmabegroting geeft de kaders aan waarbinnen de ambtelijke organisatie van de veiligheidsregio werkt.
Artikel 24. Begrotingsprocedure
In dit artikel is de begrotingsprocedure vastgelegd. Op grond van artikel 35 van de Wgr wordt het ontwerp voordat dit door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio wordt vastgesteld aan de raden van de gemeenten toegezonden voor zienswijze. Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio moet voorafgaande aan het vaststellen van de begroting inhoudelijk reageren op eventuele ontvangen zienswijzen. Op grond van het vijfde lid van artikel 35 van de Wgr hebben de raden de mogelijkheid om een zienswijze over de vastgestelde begroting aan Gedeputeerde Staten te zenden.
Artikel 25. Bijdragen aan de Veiligheidsregio
De regionale bijdrage van de gemeenten bestaat uit de kosten basisbrandweerzorg, crisisbeheersing en bevolkingszorgtaken, het voorzien in de meldkamerfunctie en bestuurlijke ondersteuning. Daarnaast kunnen de gemeenten via een lokale (maatwerk)bijdrage maatwerktaken inkopen ten aanzien van de brandweerzorg. De toerekening van de kosten voor deze onderdelen vindt plaats op basis van een vastgestelde financiële verdeelsleutel voor de regionale basisbrandweerzorg en het inwoneraantal voor de overige regionale taken. Voor het maatwerk is de lokale bijdrage gelijk aan de geraamde kosten per gemeente.
Voor de indexering wordt de indexering van de gemeente Amsterdam aangehouden.
Artikel 27. Jaarrekeningprocedure en kadernota
Ingevolge artikel 34, derde lid Wgr dient de jaarrekening door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio te worden vastgesteld in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Ingevolge het derde lid wordt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling en in elk geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop het betrekking heeft aan Gedeputeerde Staten toegezonden.
Het dagelijks bestuur kan aan het algemeen bestuur een voorstel doen om een positief of negatief resultaat te bestemmen. Hierbij kan gedacht worden aan het verrekenen van het resultaat met de gemeenten, het doteren of onttrekken van het resultaat aan de reserves, het inzetten van een positief resultaat voor (incidentele) prioriteiten of een combinatie daarvan. Een bestemmingsvoorstel wordt voorgelegd aan de raden voor zienswijze.
De genoemde geldmiddelen betreffen de normale middelen die de regio ieder jaar ter beschikking heeft. In artikel 51 van de Wvr is tevens een bijstandsregeling opgenomen voor gemeenten en veiligheidsregio’s die daadwerkelijk te maken krijgen met de bestrijding van een ramp. De minister kan daarvoor een extra bijdrage leveren.
HOOFDSTUK 6. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Op grond van artikel 40, derde lid, van de Archiefwet 1995 gelden voor een gemeenschappelijke regeling de bepalingen omtrent de zorg voor de archiefbescheiden.
HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 30. Toe- en uittreding
Zoals artikel 9 Wgr vereist kent de gemeenschappelijke regeling bepalingen over de toe- en uittreding tot en uit de gemeenschappelijke regeling. Op basis van artikel 9 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 van die wet een gemeenschappelijke regeling
treffen. Dit betekent dat een gemeente alleen kan toetreden tot of uittreden uit een gemeenschappelijke regeling als de verdeling van de gemeenten in regio’s wordt gewijzigd. In dat geval zijn de gemeenten waarop de wijziging betrekking heeft zelfs verplicht om over te gaan naar een andere regeling.
Het derde lid bepaalt dat het bestuur van de Veiligheidsregio de gevolgen van de toetreding regelt en dat zij voorwaarden kan verbinden aan de toetreding. Uittreding is slechts mogelijk na voldoening aan door het bestuur van de Veiligheidsregio nader te stellen voorwaarden, zoals geformuleerd in het vierde lid.
De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden gewijzigd bij unaniem besluit van de desbetreffende bestuursorganen van de Gemeenten.
Op basis van artikel 9 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 van de Wvr een gemeenschappelijke regeling treffen. Dit betekent dat een regeling alleen kan worden opgeheven als daarmee een nieuwe regeling in werking treedt die voldoet aan de eis in de Wvr.
HOOFDSTUK 8. GESCHILLEN, KLACHTEN EN BEZWAREN
De bedoeling van dit artikel is om geschillen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Mochten partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar Gedeputeerde Staten op grond van artikel 28 Wgr weer volledig open.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 35. Behandeling bezwaarschriften
Voor wat betreft het horen in een bezwaarschriftprocedure wordt gebruik gemaakt van voorzieningen van de gemeente Amsterdam. Dit artikel laat de bevoegdheid tot het nemen van het besluit op bezwaar onverlet.
Artikel 26 Wgr bepaalt dat de Gemeenten de gemeenschappelijke regeling op de gebruikelijke wijze bekend dienen te maken. Het bestuur van de Veiligheidsregio stuurt de regeling namens de gemeenten toe aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 37. Inwerkingtreding en duur
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Dit artikel spreekt voor zich.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-1239.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.