Blad gemeenschappelijke regeling van Het Waterschapshuis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Het Waterschapshuis | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1163 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Het Waterschapshuis | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1163 | ander besluit van algemene strekking |
GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING HET WATERSCHAPSHUIS
Het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas, het dagelijks bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, het dagelijks bestuur van waterschap Brabantse Delta, het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap van Delfland,
het dagelijks bestuur van waterschap De Dommel,
het dagelijks bestuur van waterschap Drents Overijsselse Delta, het dagelijks bestuur van wetterskip Fryslân, het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Hollandse Delta, het dagelijks bestuur van waterschap Hunze en Aa,
het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, het dagelijks bestuur van waterschap Limburg, het dagelijks bestuur van waterschap Noorderzijlvest, het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Rijn en IJssel, het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap van Rijnland,
het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Rivierenland, het dagelijks bestuur van waterschap Scheldestromen, het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, het college van dijkgraaf en hoogheemraden van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Vallei en Veluwe, het dagelijks bestuur van waterschap Vechtstromen,
het college van dijkgraaf en heemraden van waterschap Zuiderzeeland,
- De waterschappen sinds 2005 samenwerken in de Stichting Het Waterschapshuis en sinds 2010 in het openbaar lichaam Waterschapshuis;
- De doelstellingen van deze samenwerking tussen de waterschappen onverminderd actueel zijn;
- Er een nieuw dienstverleningsconcept wordt geïmplementeerd conform de Nota Uitwerking van Het Waterschapshuis 2.0, ‘een nieuwe koers’ d.d. 01 april 2014, kenmerk: V0138/H2599, vastgesteld door het Algemeen bestuur d.d. 25 april 2014;
- De Wet gemeenschappelijke regelingen met ingang van 01 januari 2015 is gewijzigd en dit noopt tot herziening van de voorheen geldende tekst;
- Het waterschap Hunze en Aa’s toetreedt tot de Gemeenschappelijke regeling en het waterschap Groot Salland en het waterschap Reest en Wieden per 1 januari 2016 zijn gefuseerd tot waterschap Drents Overijsselse Delta en het waterschap Peel en Maasvallei en het waterschap Roer en Overmaas per 1 januari 2017 zijn gefuseerd tot waterschap Limburg en dit leidt tot een wijziging van deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling;
- De naam van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht is gewijzigd in Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
- Aanpassingen van de gemeenschappelijke regeling nodig zijn als gevolg van de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen per 1 juli 2022;
de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Waterschapswet en de betreffende Reglementen voor de waterschappen;
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
De regeling wordt getroffen om een expertinstituut en service organisatie voor waterschappen in het leven te roepen met als doel het in opdracht van de deelnemende waterschappen en eventuele derden realiseren van renderende samenwerking op informatie- en bedrijfsprocessen en daarmee behartiging van behoeften van algemeen belang van de watersector.
Het Waterschapshuis kan ten behoeve van de taken, bedoeld in het eerste lid, optreden als aankoopcentrale. De deelnemende waterschappen of derden kunnen, indien noodzakelijk, het Waterschapshuis separaat volmacht verlenen om op te kunnen treden als aankoopcentrale. Het algemeen bestuur legt de uitgangspunten en voorwaarden voor de uitvoering, de besturing, de verantwoordelijkheden en financiering van taken vast in een dienstverleningshandvest. Het dienstverleningshandvest dient van toepassing te zijn op alle opdrachtgevers die participeren in een programma, project of een dienst.
Artikel 5: Instelling en governance programma’s en projecten
Het dagelijks bestuur besluit over de instelling van een nieuw programma of project op basis van een business case, die is opgesteld namens een of meerdere opdrachtgevers. De business case vermeldt het aantal opdrachtgevers, een inschatting van de maximale kosten per opdrachtgever alsmede de door Het Waterschapshuis uit te voeren activiteiten in het kader van het programma of project. Op diensten kan het voorgaande van overeenkomstige toepassing worden verklaard.
Hoofdstuk 2: Inrichting en samenstelling van het bestuur
Afdeling 2: Het algemeen bestuur
Een lid van het algemeen bestuur kan te allen tijde ontslag nemen. Hij deelt zijn ontslag mee aan de deelnemer die hij vertegenwoordigt. De betreffende deelnemer doet mededeling van het ontslag aan het algemeen bestuur. Het lid houdt zitting in het algemeen bestuur totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 10 – Openbaarheid vergaderingen
De vergaderingen van het algemeen bestuur zijn openbaar. De deuren worden gesloten wanneer ten minste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Het algemeen bestuur beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd.
Artikel 14 – Zienswijze op besluiten
Buiten de in deze regeling of bij of krachtens wet bepaalde gevallen wordt voorafgaand aan de volgende besluiten van het algemeen bestuur een zienswijze, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de wet, gevraagd aan de algemene besturen van de waterschappen waarvan het dagelijks bestuur deelneemt aan deze regeling:
a. het vaststellen of wijzigen van de bijdrageverordening, bedoeld in artikel 40, eerste lid,
b. het vaststellen of wijzigen van het dienstverleningshandvest, bedoeld in artikel 4,
Zij die behoren tot het algemeen bestuur en anderen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van het algemeen bestuur hebben gezegd of schriftelijk aan het algemeen bestuur hebben overgelegd.
Afdeling 3: Het dagelijks bestuur
In afwijking van het tweede lid kan het algemeen bestuur maximaal twee leden buiten de kring van het algemeen bestuur aanwijzen als lid van het dagelijks bestuur. De overige leden naast de voorzitter zijn dan benoemd uit het midden van het algemeen bestuur. Degene die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt tevens op lid van het dagelijks bestuur te zijn.
Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur vacant of beschikbaar komt, wijst het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats in het dagelijks bestuur gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur, dan wordt het aanwijzen van een nieuw lid in het dagelijks bestuur uitgesteld totdat de opengevallen plaats in het algemeen bestuur is bezet.
Artikel 21 – Zienswijze op besluiten van het dagelijks bestuur
Buiten de in deze regeling of bij of krachtens wet bepaalde gevallen zijn er geen besluiten van het dagelijks bestuur, waarvoor aan de algemene besturen van de waterschappen waarvan de dagelijks besturen deelnemen aan deze regeling, vooraf een zienswijze, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de wet, wordt gevraagd.
Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Artikel 24 – zienswijze op besluiten van de voorzitter
Buiten de in deze regeling of bij of krachtens wet bepaalde gevallen zijn er geen besluiten van de voorzitter, waarvoor aan de algemene besturen van de waterschappen waarvan de dagelijks besturen deelnemen aan deze regeling, vooraf een zienswijze, als bedoeld in artikel 10, vijfde en zesde lid van de wet, wordt gevraagd.
De secretaris staat het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter ter zijde bij de uitoefening van hun taak. Hij is aanwezig in de vergadering van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur. Hij ondertekent de stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, mede.
Hoofdstuk 3: Bevoegdheden van het bestuur
Afdeling 2: Taken en bevoegdheden van het algemeen bestuur
Het algemeen bestuur besluit slechts tot oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor de behartiging van het daarmee te dienen belang. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de algemene besturen van de deelnemende waterschappen in de gelegenheid zijn gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het algemeen bestuur te brengen. Het besluit wordt genomen bij meerderheid van twee derde van de uitgebrachte stemmen.
Artikel 32 – Inlichtingen en verantwoording
Het algemeen bestuur geeft de algemene besturen van de deelnemende waterschappen mondeling of schriftelijk ongevraagd alle inlichtingen die de algemene besturen van de deelnemende waterschappen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en voorts mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen.
Afdeling 3: Taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is bevoegd, indien ingevolge wettelijk voorschrift aan Het Waterschapshuis of aan het bestuur van Het Waterschapshuis hetzij een recht van beroep hetzij een recht bezwaar te maken toekomt, om spoedshalve beroep in te stellen of bezwaar te maken alsmede, voor zover de voorschriften dat toelaten, om schorsing van het aangevochten besluit of om een voorlopige voorziening ter zake te verzoeken.
Artikel 35 – Inlichtingen en verantwoording
Het dagelijks bestuur geeft de algemene besturen van de deelnemende waterschappen mondeling of schriftelijk ongevraagd alle inlichtingen die de algemene besturen van de deelnemende waterschappen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en voorts mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen.
Afdeling 4: Taken en bevoegdheden van de voorzitter
De voorzitter vertegenwoordigt Het Waterschapshuis in en buiten rechte. Indien de voorzitter aan een ander machtiging verleent tot vertegenwoordiging, behoeft deze machtiging de instemming van het dagelijks bestuur.
Artikel 38 – Inlichtingen en verantwoording
De voorzitter geeft de algemene besturen van de deelnemende waterschappen mondeling of schriftelijk ongevraagd alle inlichtingen die de algemene besturen van de deelnemende waterschappen nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en voorts mondeling of schriftelijk de door een of meer leden gevraagde inlichtingen.
Hoofdstuk 4: Financiën van Het Waterschapshuis
Afdeling 1: Inleidende bepalingen
Artikel 40 – Kostentoerekening
Het Waterschapshuis mag geen werkzaamheden verrichten voor opdrachtgevers anders dan op basis van een dienstverleningsovereenkomst als bedoeld in artikel 4, vierde lid. Werkzaamheden die behoren tot de programma’s, projecten of diensten worden niet toegerekend aan de bijdrage voor instandhouding, bedoeld in het eerste lid.
Het dagelijks bestuur zendt voor 30 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene en financiële en beleidsmatige kaders aan de algemene besturen van de deelnemende waterschappen.
De kosten en baten voor Het Waterschapshuis van programma’s en projecten zijn uitgesplitst per opdrachtgever op basis van het totaal aan kosten en baten dat daarvoor in de dienstverleningsovereenkomsten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, die met elke opdrachtgever zijn overeengekomen. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op diensten.
De algemene besturen van de deelnemende waterschappen kunnen bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpbegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren waarin deze zienswijze is vervat bij de ontwerpbegroting, opdat deze tijdig aan het algemeen bestuur worden aangeboden.
Het dagelijks bestuur stelt de algemene besturen van de waterschappen waarvan de dagelijks besturen deelnemen aan deze regeling voorafgaande aan het vaststellen van de begroting schriftelijk en gemotiveerd in kennis van zijn oordeel over de zienswijze, bedoeld in het vierde lid, alsmede van de conclusies die het daaraan verbindt.
Artikel 46 – Jaarrekening en jaarverslag
De in het tweede lid bedoelde stukken liggen, zodra zij aan het algemeen bestuur zijn overgelegd, voor een ieder ter inzage en zijn algemeen verkrijgbaar. Van de terinzagelegging en de verkrijgbaarstelling wordt openbaar kennis gegeven. Het algemeen bestuur beraadslaagt over de jaarrekening en het jaarverslag niet eerder dan twee weken na de openbare kennisgeving.
Indien het algemeen bestuur tot het standpunt komt dat onrechtmatige totstandkoming van in de jaarrekening opgenomen baten, lasten of balansmutaties aan de vaststelling van de jaarrekening in de weg staat, brengt hij dit terstond ter kennis van het dagelijks bestuur met vermelding van de gerezen bedenkingen.
Hoofdstuk 5: De gemeenschappelijke regeling
Het dagelijks bestuur van het waterschap dat wil toetreden dient hiertoe een verzoek in bij het dagelijks bestuur van Het Waterschapshuis. Het dagelijks bestuur van het betreffende waterschap voegt, na een daaraan voorafgaande zienswijzeprocedure als bedoeld in artikel 50, derde lid van de wet, hierbij het besluit tot toestemming van het algemeen bestuur van het waterschap als bedoeld in artikel 50, vierde lid van de wet.
Een lid van het algemeen bestuur kan slechts voor toetreding stemmen, nadat hij hiervoor de instemming heeft verkregen van de deelnemer die hem heeft aangewezen. De betreffende deelnemer kan deze instemming pas verlenen na een zienswijzeprocedure als bedoeld in artikel 50, derde lid van de wet, en de verkregen toestemming van zijn algemeen bestuur als bedoeld in artikel 50, vierde lid van de wet.
Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van ten minste één jaar in acht genomen. De opzegtermijn vangt aan op 1 januari van het eerstvolgende boekjaar nadat een kennisgeving als bedoeld in het tweede lid is gedaan. Gedurende drie jaar na de datum van toetreding tot de regeling is uittreding niet mogelijk.
Binnen zes maanden na ontvangst van de in het tweede lid vermelde kennisgeving wordt op basis van de laatste door de registeraccountant gecontroleerde jaarrekening een berekening opgesteld van de kosten die door het uittredende waterschap betaald moeten worden. Bij de bepaling van de kosten van uittreding wordt uitgegaan van het volgende principe:
Het uittredende waterschap betaalt:
Op grond van het in het derde lid opgestelde voorlopige kostenberekening besluit de deelnemer die een kennisgeving als bedoeld in het tweede lid heeft gedaan, of tot uittreding wordt overgegaan. De deelnemer besluit niet tot uittreding dan nadat het algemeen bestuur van het deelnemend waterschap in de gelegenheid is gesteld een zienswijze te geven over dit besluit en bijbehorende voorlopige kostenberekening en vervolgens toestemming heeft gekregen om uit te treden bedoeld in artikel 50, vierde lid van de wet.
Indien het besluit tot uittreding, bedoeld in het vierde lid, wordt genomen stelt het algemeen bestuur uiterlijk binnen zes maanden na dit besluit tot uittreding een definitieve kostenberekening vast. Het derde lid is daarbij van overeenkomstige toepassing. De in de kostenberekening omschreven financiële verplichting is voor het uittredende waterschap bindend.
Artikel 50 – Wijziging regeling
Een lid kan in het algemeen bestuur slechts voor wijziging stemmen, nadat hij hiervoor de instemming van de deelnemer die hem heeft aangewezen heeft verkregen. De betreffende deelnemer kan deze instemming pas verlenen na een zienswijzeprocedure als bedoeld in artikel 50, derde lid van de wet en verkregen toestemming van het algemeen bestuur van het deelnemend waterschap als bedoeld in artikel 50, vierde lid van de wet.
Een lid kan in het algemeen bestuur slechts voor opheffing stemmen, nadat hij hiervoor de instemming van de deelnemer die hem heeft aangewezen heeft verkregen. De betreffende deelnemer kan deze instemming pas verlenen na een daaraan voorafgaande zienswijzeprocedure als bedoeld in artikel 50, derde lid van de wet en verkregen toestemming van het algemeen bestuur van het waterschap als bedoeld in artikel 50, vierde lid, van de wet.
Ten aanzien van het beheer van de archiefbescheiden van de organen van Het Waterschapshuis, voor zover deze archiefbescheiden niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, is, onder de bevelen van het dagelijks bestuur, met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Archiefwet 1995 belast de archivaris. Met betrekking tot dit toezicht stelt het algemeen bestuur een verordening vast, welke aan gedeputeerde staten wordt medegedeeld.
Van een geschil als bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de wet is sprake wanneer tenminste één van de deelnemende waterschappen een beroep op doet op deze bepaling.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-1163.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.