Besluit van het bestuur Werkorganisatie BUCH houdende regels omtrent veiligheid en het instellen van bodycams

Het bestuur van de Werkorganisatie BUCH,

 

Gelet op artikelen 4, 7 en 12 van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie BUCH, de artikelen 6 en 9 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet;

 

Overwegende dat:

  • Agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren bij de controle en handhaving op wet- en regelgeving;

  • Een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel zou kunnen dienen;

  • De inzet van een bodycam ingeval van een (be)dreigende situatie kan leiden tot de-escalatie;

  • Als gevolg van het gebruik van bodycams het toezicht en handhavingsinstrumentarium voor de handhavers wordt verbeterd;

  • Als gevolg van het gebruik van bodycams de publieke veiligheid beter wordt geborgd;

  • Het Openbaar Ministerie het recht heeft om ter bewijsvoering van een strafrechtelijk onderzoek camerabeelden te vorderen (bijvangst);

  • Het gebruik van de bodycam concrete vraagstukken meebrengt rondom privacy van zowel de medewerkers als van de opgenomen betrokkenen en eventuele derden;

  • Het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het opnemen met de bodycam, de opslag van het opgenomen beeld- en geluidsmateriaal en het bekijken van de opgenomen beelden.

BESLUIT:

Om de medewerkers van de Werkorganisatie BUCH in de functie van buitengewoon opsporingsambtenaar (boa), aangewezen in domein 1 zoals bedoeld in de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar, uit te rusten met bodycams.

Artikel 1 Doel

  • 1.

    De bodycams worden in het kader van goed werkgeverschap primair ingezet ter bevordering van de bescherming van de eigen veiligheid van de boa handhavers.

  • 2.

    Secundair kunnen de beelden van de bodycams door het Openbaar Ministerie worden opgevraagd ter bewijsvoering in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, de zogeheten ‘bijvangst’.

Artikel 2 Inzet

  • 1.

    De bodycams worden zichtbaar voor het publiek aan het uniform opgehangen.

  • 2.

    De bodycams mogen te allen tijde op het uniform gedragen worden.

  • 3.

    De bodycam maakt constant opnames die telkens na 30 seconden worden overschreven (pre- recording). Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorafgaande 30 seconden ook opgenomen worden.

  • 4.

    Handhavers die een bodycam dragen, kunnen deze inschakelen wanneer De veiligheid van de boa in het gedrang komt. De boa die een bodycam draagt en besluit een opname te maken, moet de privacy van de betrokken personen afwegen tegen het gerechtvaardigde belang van de handhaver bij zijn of haar eigen veiligheid. Ingeval het voornemen tot het inschakelen van de bodycam bestaat, wordt dit voornemen aan de directe omstander(s) medegedeeld. Indien waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat er door de handhaver direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet.

  • 5.

    De bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie.

  • 6.

    Bij gebruik van de beelden worden in elk geval de navolgende kaders gehanteerd:

    • a.

      beelden mogen niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;

    • b.

      bij gebruik van beelden voor promotionele, educatieve of informatieve doeleinden worden derden onherkenbaar in beeld gebracht;

Artikel 3 Opnamelocaties

  • 1.

    Gegeven het uitgebreide werkterrein van de handhavers kan de bodycam worden ingezet op alle werkterreinen van de handhavers, deze terreinen bestaan uit:

    • a.

      Openbare ruimte;

  • 2.

    Voor publiek toegankelijke ruimten.In geval opnames zijn gemaakt op de terreinen zoals bedoeld in het hiervoor genoemde artikellid worden andere personen (inclusief medewerkers) van het incident, voor zover ze niets met het incident te maken hebben, onherkenbaar gemaakt.

Artikel 4 Verslaglegging

  • 1.

    Als een boa beelden heeft gemaakt met de bodycam en/of slechts een waarschuwing heeft verstrekt om de bodycam te gebruiken, dan legt de boa dit gebruik, voor het einde van de dienst, vast middels een rapportage. In dit verslag beschrijft hij de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het gebruik en de situatie die is vastgelegd.

  • 2.

    In de rapportage wordt beschreven of de betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat de bodycam is aangezet. Indien de waarschuwing vooraf niet mogelijk was moet dit worden toegelicht in het verslag met daarbij de reden om niet te waarschuwen.

  • 3.

    Het in lid 1 bedoelde ambtelijke verslag wordt onverwijld aan de teammanager THV of de boa supervisor dan wel plaatsvervanger, worden gezonden.

  • 4.

    Het is voor de medewerker niet mogelijk zelfstandig bodycam-opnamen te vernietigen. Uitsluitend de personen die zijn aangewezen met de ‘admin rol’, te weten de teammanager THV en/of de boa supervisor hebben toegang tot de bodycam-opnamen.

  • 5.

    Als een medewerker naar aanleiding van een incident aangifte heeft gedaan, dan meldt hij het eventuele gebruik van de bodycam bij de aangifte.

Artikel 5 Toegestane opslag Check

De opslag van data wordt alleen toegestaan op de bodycam en voor de opslag bestemde en beveiligde omgeving. Nadat de beelden veilig zijn geüpload, wordt het beeldmateriaal automatisch verwijderd van de bodycam. De opgenomen beelden worden maximaal 28 dagen bewaard nadat een incident is afgewikkeld, tenzij de situatie zoals genoemd in artikel 6 lid 2 zich voordoet.

Artikel 6 Bewaartermijn

  • 1.

    De beelden die gemaakt worden met de bodycams worden maximaal 28 dagen, berekend vanaf de opname datum, bewaard. Nadien worden de beelden vernietigd.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid kan de bewaartermijn worden verlengd. Dat kan indien de beelden als bewijsmateriaal dienen in een strafprocedure of indien een verzoek tot uitlezen is gedaan.

Artikel 7 Bekijken van de beelden door derden

  • 1.

    Politie en Openbaar Ministerie kunnen in het kader van strafrechtelijk onderzoek beelden vorderen als:

    • a.

      Hiervoor dient een schriftelijke vordering te worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit lid 1 onder a;

    • c.

      De teammanager of de boa supervisor of diens plaatsvervanger(s), zorgt voor overdracht van het beeldmateriaal aan de politie en/of het Openbaar Ministerie.

  • 2.

    Betrokken burger(s) of diens belangenbehartigers mogen beelden bekijken als:

    • a.

      Zij mogen de beelden alleen inzien als zij (vermoedelijk) zijn opgenomen met de bodycam;

    • b.

      De beelden mogen opgevraagd worden in kader van het recht op inzage zoals beschreven in artikel 15 AVG of om een klacht of verzoek om schadevergoeding in te dienen;

    • c.

      Een verzoek tot inzage wordt gedaan middels een brief aan Werkorganisatie de BUCH,

      t.a.v. teammanager THV, Postbus 7, 1910 AA Uitgeest. De brief is voorzien van NAW gegevens (en mogelijk ook organisatie), telefoonnummer en e-mailadres. Daarnaast wordt vermeld de datum, tijdstip en plaats van opname;

    • d.

      Bij het bekijken van de beelden is de teammanager THV en/of de supervisor BOA aanwezig;

    • e.

      Een betrokkene of belangenbehartiger ontvangt nooit tijdens inzage een kopie en het is niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt. De betrokkene of diens belangenbehartiger krijgt hier vooraf uitleg over;

    • f.

      Bij overtreding van het bepaalde in lid 2 onder e wordt het bekijken van de beelden direct beëindigd;

    • g.

      Op verzoek kan een kopie van de beelden worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG, met in achtneming van artikel 15 lid 4 AVG.

  • 3.

    De betrokken medewerkers worden geïnformeerd als er een verzoek om inzage is ingediend. Waar nodig of op verzoek van de medewerkers worden zij betrokken bij de verstrekking van de kopie.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking in het gemeenteblad.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit van het bestuur Werkorganisatie BUCH houdende regels omtrent veiligheid en het instellen van bodycams

Aldus besloten door het bestuur van de Werkorganisatie BUCH op 27 mei 2024

T. Andriessen

Algemeen directeur Werkorganisatie BUCH

Naar boven