Blad gemeenschappelijke regeling van WerkSaam Westfriesland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
WerkSaam Westfriesland | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1017 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
WerkSaam Westfriesland | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 1017 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Mandaatregeling WerkSaam Westfriesland
Het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de voorzitter van WerkSaam Westfriesland, elk handelend voor zover het de eigen bevoegdheid betreft;
Gelet op het bepaalde in de Gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland, de Algemeen wet bestuursrecht, de Wet gemeenschappelijke regelingen in samenhang met de Gemeentewet;
het voor een efficiënt functioneren van WerkSaam Westfriesland noodzakelijk is om de bevoegdheidstoedeling te regelen en wel in de vorm van een mandaatregeling;
deze regeling de uitgangspunten zoals deze staan in het bedrijfsplan van WerkSaam Westfriesland belichaamt, in die zin dat WerkSaam Westfriesland een platte organisatie beoogt te zijn met een grote mate van taakvolwassenheid en eigen verantwoordelijkheid van de medewerkers;
de Mandaatregeling WerkSaam Westfriesland 2015 als volgt te wijzigen;
Het algemeen bestuur, dagelijks bestuur en de voorzitter verlenen de directie en de medewerker het mandaat om namens hen alle besluiten te nemen die nodig zijn om een goede invulling te geven aan zijn taak en bevoegdheid, zoals hem deze op grond van de Gemeenschappelijke regeling WerkSaam Westfriesland zijn toebedeeld.
Artikel 4. Reikwijdte van het mandaat
Indien het algemeen bestuur, dagelijks bestuur of de voorzitter mandaat, volmacht of machtiging verleent ten aanzien van de uitvoering van een bevoegdheid, geschiedt deze verlening in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van besluiten in positieve of negatieve zin wordt hieronder dan ook mede verstaan:
Artikel 5. Volmacht en machtiging
Voor de toepassing van deze mandaatregeling worden met mandaat gelijkgesteld de verlening van:
Indien de uitvoering van een gemandateerde bevoegdheid de persoon, functie of enig ander belang van de gemandateerde zelf betreft, gaat het mandaat over op de naast hogere medewerker.
Bij de uitoefening van een mandaat worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:
namens het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland,
de naam van de gemandateerde, alsmede diens functienaam
(deze brief is in een geautomatiseerd proces vervaardigd en daarom niet ondertekend)
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 11 juli 2024.
De voorzitter,
Y.W. Nijsingh
De directeur algemene bedrijfsvoering,
D.G.H. Gelinck
De wettelijke regels over het gebruik van mandaat zijn te vinden in hoofdstuk 10 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de Mandaatregeling WerkSaam Westfriesland zijn aanvullende spelregels en randvoorwaarden opgenomen waaronder mandaatverlening binnen WerkSaam Westfriesland plaatsheeft. Deze spelregels en randvoorwaarden bieden duidelijkheid en uniformiteit bij de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden. Een juiste naleving ervan vormt de waarborg dat WerkSaam Westfriesland ook bij mandaatverlening bevoegd besluiten neemt.
WerkSaam Westfriesland kan verschillende handelingen verrichten: bestuursrechtelijke rechtshandelingen, privaatrechtelijke rechtshandelingen en feitelijke handelingen. Afhankelijk van de soort (rechts)handeling kan deze worden opgedragen aan de uitvoerende organisatie. Juridisch spreken we dan over mandaat, volmacht en machtiging. In de Awb zijn volmacht en machtiging door middel van een schakelbepaling onder de werking van de bepalingen over mandaat gebracht (artikel 10:12 Awb). Wat geldt voor de mandaten, geldt ook voor de volmachten en de machtigingen.
Bij mandaatverlening worden bevoegdheden die een bestuursorgaan op grond van diverse wet- en regelgeving bezit, opgedragen aan medewerkers die werkzaam zijn in de organisatie. Mandaatverlening is de rechtsfiguur om besluiten met een uitvoerend karakter op te dragen aan de uitvoerende organisatie. In het algemeen kan gesteld worden dat de navolgende besluiten voor mandatering in aanmerking komen:
De hoofdregel voor de organisatie is dat alle bevoegdheden aan de medewerker zijn gemandateerd en dat deze medewerker gemachtigd is om de uitvoeringshandelingen uit te voeren die noodzakelijk zijn voor dit werk. Het mandaat is begrensd tot bevoegdheden die voortvloeien uit de werkzaamheden die binnen een afdeling worden uitgevoerd en tevens functioneel noodzakelijk zijn.
In deze mandaatregeling is ook een aantal algemene uitzonderingen opgenomen in artikel 3 lid 2. Als één van deze uitzonderingen zich voordoet is niet de medewerker bevoegd, maar in de meeste gevallen het dagelijks bestuur. De medewerker wordt voldoende taakvolwassen geacht om zelfstandig de afweging te kunnen maken of hij de beslissing namens het dagelijks bestuur kan nemen. De manager ziet hier zo nodig op toe.
In artikel 3, lid 2 onder i, is bepaald dat de grenzen genoemd onder h zijn uitgezonderd voor zover het betreft de in artikel 4van het Directiestatuut opgenomen bevoegdheid van de directie. In het Directiestatuut is namelijk het volgende bepaald: de directeur financiële bedrijfsvoering is namens het dagelijks bestuur bevoegd tot het vaststellen van arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen van de medewerkers, de directeur algemene bedrijfsvoering en de directeur financiële bedrijfsvoering uitgezonderd, voor zover de Ondernemingsraad instemmings/adviesrecht heeft en deze regelingen niet aan het Georganiseerd Overleg voorgelegd moeten worden. De arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen zijn algemeen verbindende voorschriften en om de directie gebruik te kunnen laten maken van haar bevoegdheid, moet deze uitzondering op de bevoegdheidsgrenzen zijn opgenomen in de Mandaatregeling.
Voorop staat dat mandatering voor een groot deel een kwestie van vertrouwen is. De bestuurder moet erop kunnen vertrouwen dat de medewerker een correct besluit namens hem doet uitgaan. De medewerker neemt eenzelfde besluit als het bestuur zou nemen en dient terug te koppelen naar het bestuur als er met een zaak iets ‘aan de hand’ is dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Een dergelijke houding past bij mandatering, omdat het bestuur eindverantwoordelijk is en blijft voor de genomen beslissing.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-1017.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.