Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant,
Besluit:
Om de regeling ‘Aanvullende taken vakbekwaamheid’ vast te stellen per 1 juli 2024 overeenkomstig dit voorstel, onder intrekking van de huidige regeling ‘Aanvullende taken vakbekwaamheid’.
Regeling Aanvullende taken vakbekwaamheid (per 1 juli 2024)
Artikel 1 Definitie
- •
Medewerker:
de ambtenaar als bedoeld onder artikel 1:1, lid 1 onder a en de ambtenaar als bedoeld onder artikel 19:1 (Reglement Arbeidsvoorwaarden Veiligheidsregio Midden- en West- Brabant, RAV MWB).
Artikel 2
De regeling is bedoeld voor medewerkers, die zijn aangesteld bij de VRMWB en die zijn aangewezen om ingezet te kunnen worden om aanvullende taken in het kader van vakbekwaamheid uit te voeren.
Artikel 3
De regeling is van toepassing op onderstaande aanvullende taken:
- •
Instructeur (gediplomeerd als instructeur, incl. VR regisseur)
- •
Gastdocent (niet-gediplomeerd als instructeur)
- •
Ondersteuner (incl. veiligheidsfunctionaris, chauffeur, invalbeheerder)
Artikel 4
- •
De aanwijzing als bedoeld onder artikel 2 gebeurt schriftelijk en geldt voor de periode waarin de medewerker kan worden ingezet voor aanvullende taken in het kader van vakbekwaamheid. De daadwerkelijke inzet op een taak geschiedt op basis van onder meer de benodigde behoefte aan expertise, ervaring en vaardigheden.
- •
Voorwaarde voor aanwijzing voor alle aanvullende taken is dat de medewerker een actief dienstverband heeft.
Artikel 5
Indien de medewerker niet kan worden ingezet in de functie waarin hij is aangesteld, bijvoorbeeld door ziekte, wordt de medewerker niet ingezet op aanvullende taken vakbekwaamheid en geldt derhalve geen recht op een uurvergoeding.
Artikel 6
Voor de taken vakbekwaamheid worden verschillende uurvergoedingen onderscheiden, overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.
Artikel 7
De uurvergoeding volgt de generieke salariswijzigingen in het RAVMWB.
Artikel 8
De uurvergoeding is inclusief de voorbereidingstijd die nodig is om de lessen voor te bereiden. Voorbereidingstijd wordt niet beloond.
Artikel 9
De uurvergoedingen, waarop op grond van deze regeling aanspraak bestaat, vallen niet onder salaris, vergoedingen, toelagen en uitkeringen als bedoeld in Hoofdstuk 3 RAVMWB. Hoofdstuk 3 RAVMWB is dan ook integraal niet van toepassing.
Artikel 10
De uurvergoeding als bedoeld onder artikel 6 is pensioengevend voor de ambtenaar als bedoeld onder artikel 1:1, lid 1 onder a RAVMWB.
Artikel 11
De reiskostenvergoeding ten behoeve van de reiskosten gemaakt van huis naar de werklocatie bedraagt € 0,19 per kilometer.
Artikel 12
In het geval dat de reistijd van huis naar de werklocatie meer bedraagt dan 30 minuten enkele reis, heeft de medewerker recht op een uurvergoeding over het meerdere van deze tijd.
Lid a
De reistijd en reisafstand worden vastgesteld door gebruikmaking van het programma routenet (http://www.routenet.nl).
Lid b
De reistijd en reisafstand worden vastgesteld door de reistijd tussen postcode huis en postcode werklocatie te berekenen, volgens de optie “snelste route”.
Lid c
De eerste 30 minuten zijn voor eigen rekening, de resterende reistijd wordt naar boven, op 15 minuten afgerond.
Artikel 13
Medewerkers worden voor maximaal 200 uur per jaar, op declaratiebasis, ingezet voor hun aanvullende taken vakbekwaamheid.
Artikel 14
De medewerker en werkgever zijn verplicht om dreigende schendingen van de arbeidstijdenwet die voortvloeien uit deze aanvullende taken vakbekwaamheid tijdig te signaleren en met elkaar te delen. Voor zover medewerker een hoofdwerkgever heeft, geldt deze verplichting ook in die relatie.
Artikel 15
Om de aanvullende taken vakbekwaamheid naar huidige- en toekomstige inzichten blijvend goed uit te kunnen voeren, is periodieke bijscholing nodig. Deze bijscholing is verplicht. De lestijd wordt vergoed tegen het reguliere tarief uit bijlage 1, de voorbereidingstijd niet.
Artikel 16
De aanwijzing zoals bedoeld in artikel 2, kan worden ingetrokken indien:
- •
De inzet van de instructeurs vanuit dienstbelang niet langer vereist is, bijvoorbeeld bij het wijzigen van oefenprogramma’s.
- •
De medewerker niet langer over de benodigde expertise, ervaring en vaardigheden beschikt.
- •
De medewerker gedurende langere tijd onvoldoende beschikbaar is voor de aanvullende taken vakbekwaamheid.
- •
Om andere dan deze redenen, maar niet eerder dan nadat de medewerker op het voornemen daartoe heeft kunnen reageren.
Artikel 17
- •
Deze regeling treedt in werking per 1 juli 2024 en kan worden aangehaald als ‘Regeling aanvullende taken vakbekwaamheid‘. De werking van de regeling strekt zich uit tot 1 juli 2028, dan wel tot de dag voor het moment dat de Veiligheidsregio’s onder de werking van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren komen te vallen voor zover dat moment eerder is dan per 1 juli 2028, zodat deze regeling bij de overgang geen onderdeel uitmaakt van de vigerende rechtspositie.
- •
Met de inwerkingtreding van deze regeling komen alle eerdere versies te vervallen.