Mandaat aanwijzing regionaal operationeel leider

De voorzitter van Veiligheidsregio Haaglanden,

 

Gelezen artikel 39, derde lid van de Wet Veiligheidsregio’s en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

Overwegende dat het noodzakelijk is de aanwijzing van operationeel leiders bij Veiligheidsregio Haaglanden formeel vast te leggen en dat het voor een efficiënte taakuitvoering gewenst is om deze aanwijzing namens de voorzitter door de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden te laten geschieden;

 

Besluit:

 

  • I.

    de bevoegdheid tot de aanwijzing en intrekken van de aanwijzing van een regionaal operationeel leider te mandateren aan de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden.

  • II.

    dat deze aanwijzing geschiedt onder de volgende voorwaarden:

    • a.

      De kandidaat-regionaal operationeel leider is voorgedragen door de Veiligheidsdirectie;

    • b.

      De aanwijzing van de kandidaat regionaal operationeel leider is voorafgaand aan de aanwijzing afgestemd met (tenminste) de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter.

  • III.

    dat intrekking van de aanwijzing geschiedt onder de voorwaarde dat deze is afgestemd met de Veiligheidsdirectie. Van de intrekking van een aanwijzing stelt de algemeen directeur van Veiligheidsregio Haaglanden tenminste de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter in kennis.

Den Haag, 9 december 2022

Jan van Zanen

Naar boven