Blad gemeenschappelijke regeling van Sociaal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sociaal | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 891 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Sociaal | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 891 | ander besluit van algemene strekking |
Nadere regels Participatiewet Drechtsteden
het gewenst is om nadere regels vast te stellen omtrent de uitvoering van de Participatiewet in de Drechtsteden,
omdat hiermee inwoners ondersteund kunnen worden die niet zelfstanding het minimumloon kunnen verdienen of omdat zij niet in staat zijn gebleken zelfstandig betaald werk te vinden; de Participatiewet moet ervoor zorgen dat meer mensen werk vinden;
artikel 4:81 lid 1, 4:83 en artikel 1:3 lid 4 Algemene wet bestuursrecht (Awb);
artikel 2.5 van de Verordening Werk en Inkomen van de deelnemende gemeenten;
de afstemming met de Regionale cliëntenraad, waaraan de nadere regels zijn gezonden met verzoek om advies;
vast te stellen, de navolgende nadere regels Participatiewet Drechtsteden.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Max WW-er: Inwoner die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, waarvan de uitkering binnen drie maanden beëindigd wordt en waarvan het naar oordeel van het Dagelijks Bestuur aannemelijk is dat die na beëindiging van de Ww-uitkering aanspraak maakt op de voorzieningen in het kader van de Participatiewet;
Hoofdstuk 2. Werkvoorzieningen
Artikel 2 Doelstelling en reikwijdte
In de ondersteuning wordt gestreefd naar maatwerk, waarbij per individu wordt bekeken welke specifieke voorzieningen nodig zijn. Hierbij kan, in het belang van duurzame arbeidsparticipatie, de periode van ondersteuning van belanghebbende verlengd worden tot een jaar na het moment van uitstroom richting betaald werk.
Bij nuggers komt het Dagelijks Bestuur uitsluitend op verzoek van de belanghebbende of diens (professionele) omgeving in actie. Uitzondering hierop zijn personen die zijn opgenomen in het doelgroepregister, jongeren afkomstig van het Voortgezet Speciaal Onderwijs, Praktijk Onderwijs en Entree-onderwijs en instanties mijdende personen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt die door inzet van het Dagelijks Bestuur zijn opgespoord en andere personen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waarvan het Dagelijks Bestuur inschat dat de inzet van voorzieningen kan voorkomen dat deze personen een uitkering nodig gaan hebben.
Artikel 3 Werkplekaanpassingen
Het Dagelijks Bestuur kan een aanpassing van de werkplek aanbieden aan een belanghebbende, als dit noodzakelijk is voor de belanghebbende met een arbeidsbeperking om zijn/haar werk uit te voeren. Voorbeelden van een werkplekaanpassing zijn een rolstoeltoegankelijke werkruimte of een traplift. Er is geen limitatieve lijst van werkplekaanpassingen. In principe kan elk product als een werkplekaanpassing worden beschouwd als de noodzaak en meerwaarde in de werksfeer aantoonbaar is.
Het Dagelijks Bestuur biedt een werkplekaanpassing aan de belanghebbende als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Er is sprake van een dienstverband/arbeidsovereenkomst voor de duur van ten minste 6 maanden en voor minimaal 12 uur per week. Het toekennen van een werkplekaanpassing gedurende de proefplaatsing behoort tot de mogelijkheden op voorwaarde dat er zekerheid is dat na de proefplaatsing een arbeidsovereenkomst volgt; en
Het Dagelijks Bestuur biedt de goedkoopst adequate oplossing, kwalitatief verantwoord. De kosten van de werkplekaanpassing dienen proportioneel te zijn. Dat wil zeggen dat de investering in de werkplekaanpassing moet opwegen tegen de opbrengsten van uitstroom naar werk. Bij de beoordeling of de kosten proportioneel zijn worden onder andere betrokken:
Artikel 5 Re-integratie Werkovereenkomst (RWO)
De duur van de RWO voor belanghebbenden wordt vastgesteld op basis van afstand tot de arbeidsmarkt, opleidingsniveau, uitkeringsduur, complexiteit van de functie en persoonlijke omstandigheden van de belanghebbende en zolang als nodig is voor de werkgever en SDD om zich een beeld te vormen van de geschiktheid van de belanghebbende;
Personen ten behoeve van wie het Dagelijks Bestuur een baanbonus kan verstrekken behoren tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 1 lid b met uitzondering van de niet-uitkeringsgerechtigden. Als uitzondering kan de baanbonus wel worden ingezet op de doelgroep max. WW, zoals bedoeld artikel 1, sub h.
De aanvraag moet binnen drie maanden na ingang van de arbeidsovereenkomst worden ingediend, middels het daartoe bestemde aanvraagformulier. Hierbij dient een getekende arbeidsovereenkomst te worden overlegd. De werkgever ontvangt vervolgens een beschikking waarin het formele recht op de baanbonus wordt toegekend, op voorwaarde dat de werkgever na afloop van de arbeidsovereenkomst de benodigde loonstroken kan overleggen. De declaratie inclusief 6e of 12e loonstrook moet uiterlijk drie maanden na afloop van de arbeidsovereenkomst zijn ingediend.
Artikel 7 Loonkostensubsidie en Loonwaardebepaling
Uiterlijk twaalf maanden na afloop van een kalenderjaar waarin een recht op loonkostensubsidie zou bestaan, dient de werkgever per maand een volledig ingevuld declaratieformulier in, vergezeld door een afschrift van de loonstrook van de desbetreffende maand. Onder bijzondere omstandigheden kan Dagelijks Bestuur ontheffing verlenen van deze indieningstermijn.
In het geval van een activiteit omschreven in het eerste lid, sub c, worden alleen de kosten vergoed als de activiteit plaats heeft binnen het werkgebied van de gemeenschappelijke regeling Sociaal. Uitzondering hierop is de situatie waarin een belanghebbende een voortraject voor een universitaire opleiding buiten de Drechtsteden volgt. Geen vergoeding wordt toegekend aan personen met een inkomen hoger dan 110% van het van toepassing zijnde sociaal minimum en/of in aanmerking te nemen vermogen.
Artikel 10 Reiskosten woon-werkverkeer
Wanneer belanghebbende een reiskostenvergoeding ontvangt van zijn werkgever, vervalt het recht op de regeling woon-werkverkeer, indien deze het niveau van de vergoeding bij berekening volgens het derde lid overstijgt. Indien belanghebbende van zijn werkgever een reiskostenvergoeding ontvangt, maar deze lager is dan de vergoeding bij berekening op basis van het derde lid, krijgt belanghebbende het verschil aangevuld.
Hoofdstuk 3. Verlaging bijstandsnorm
Artikel 12 Verlagen bijstandsnorm bij ontbrekende woonkosten
De bijstandsnorm als bedoeld in artikel 20 en artikel 21 van de Participatiewet wordt op grond van artikel 27 van de Participatiewet verlaagd met 20 procent van het wettelijk sociaal minimum indien de belanghebbende lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bijstandsnorm voorziet als gevolg van de bewoning van een woning waaraan geen woonkosten zijn verbonden of als gevolg van het niet beschikken over een woning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2023-891.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.