Bekrachtingsbesluit van wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitvoeringsovereenkomst (UWO) Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

gelet op:

- de Ambtenarenwet 2017;

- het gestelde in artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- de LOAV-brief d.d. 18 april 2023 met kenmerk LOAV 23/01 (Lbr 23/03)

- de LOAV-brief d.d. 2 juni 2023 met kenmerk LOAV 23/02 (Lbr 23/04).

 

besluit:

de LOAV-brieven d.d. 18 april 2023 met kenmerk LOAV 23/01 (Lbr 23/03) en d.d. 2 juni 2023 met kenmerk LOAV 23/02 (Lbr 23/04) vast te stellen en de arbeidsvoorwaardenregeling van de VRU als volgt te wijzigen:

 

 

Artikel A

De CAR-UWO wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 6:5:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6:5:2 Meerlingen

  • 1.

    Bij twee- of meerlingen bestaat voor één kind aanspraak op betaald ouderschapsverlof

  • 2.

    De bepaling uit artikel 6:5:7 is van overeenkomstige toepassing indien, voor het tweede en de meerdere kinderen van een twee- of meerling, gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid onbetaald ouderschapsverlof te genieten.

 

  • B.

    Artikel 6:5:4 komt te vervallen

     

  • C.

    Artikel 6:5:5 komt te vervallen

     

  • D.

    Artikel 6:9 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6:9 Onbetaald verlof

  • 1.

    De ambtenaar die langer dan een jaar in dienst is van de veiligheidsregio kan het bestuur verzoeken hem onbetaald verlof te verlenen voor een periode van tenminste 1 maanden ten hoogste 18 maanden.

  • 2.

    De ambtenaar geniet in een periode van vijf jaar maximaal 18 maanden onbetaald verlof. Per jaar heeft de ambtenaar recht op maximaal één periode van onbetaald verlof.

  • 3.

    Het bestuur kan afwijken van de in het eerste en tweede lid gestelde voorwaarden.

  • 4.

    Het verzoek van de ambtenaar heeft betrekking op de volledige arbeidsduur of een deel daarvan.

  • 5.

    De ambtenaar dient het verzoek tenminste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum in. Het bestuur stelt vast hoe het verzoek wordt ingediend.

  • 6.

    Het bestuur beslist zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het verzoek. De ambtenaar ontvangt schriftelijk bericht van de beslissing van het bestuur.

  • 7.

    Indien de ambtenaar betaalde arbeid verricht over de uren dat hij onbetaald verlof geniet, kan het bestuur het verlof intrekken.

  • 8.

    Onverminderd het zevende lid kan het onbetaalde verlof niet tussentijds worden beëindigd tenzij het bestuur en de ambtenaar hiermee instemmen.

  • 9.

    Het bestuur kent een verzoek om onbetaald verlof dat betrekking heeft op een periode direct voorafgaand aan de pensionering toe, tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich daartegen verzetten. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt het verlof verleend voor een periode van maximaal drie jaren.

  • 10.

    Gedurende de periode van onbetaald verlof bestaat geen aanspraak op salaris, uitkeringen, tegemoetkomingen, toeslagen, toelagen en (kosten)vergoedingen. Bij deeltijdverlof wordt dit naar rato vastgesteld.

  • 11.

    Tijdens onbetaald verlof behoudt de ambtenaar de tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering opgenomen in artikel 3:25.

  • 12.

    Tijdens de eerste drie maanden van onbetaald verlof blijft het verhaal van de pensioenpremies voor de ambtenaar en werkgever gelijk aan het bedrag dat conform het Pensioenreglement verschuldigd is. Duurt het onbetaald verlof langer dan drie maanden, dan verhaalt de werkgever met ingang van de vierde maand naast het verschuldigde werknemersdeel van de premies ook het verschuldigde werkgeversdeel van de premies op de werknemer. Bij gedeeltelijk onbetaald verlof wordt het verhaal naar rato vastgesteld.

  • 13.

    Voor de toepassing van lid 12 gelden periodes van onbetaald verlof die elkaar opvolgen binnen een periode van zes weken als één periode.

  • 14.

    De duur van de vakantie van de ambtenaar die onbetaald verlof geniet wordt verminderd naar evenredigheid van de omvang van het onbetaald verlof.

 

  • E.

    Artikel 6:10 komt te vervallen

  •  

  • F.

    Een nieuw artikel 6:13 wordt opgenomen en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6:13 Aanspraken tijdens onbetaald Wazo -verlof

  • 1.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof bestaat geen aanspraak op salaris, uitkeringen, tegemoetkomingen, toeslagen, toelagen en (kosten)vergoedingen.

  • 2.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof krijgt de ambtenaar, in afwijking van lid 1, wel de gehele tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering zoals bedoeld in artikel 3.25.

  • 3.

    Tijdens onbetaald Wazo-verlof blijft het verhaal van de pensioenpremies voor de werknemer en de werkgever gelijk aan het bedrag dat conform het Pensioenreglement verschuldigd is.

  • 4.

    Artikel 6:9 lid 1 t/m lid 13 geldt niet voor onbetaald Wazo-verlof.

 

Artikel B

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juni 2023.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 19 juni 2023,

S.A.M. Dijksma

voorzitter

J.R. Donker

secretaris

Naar boven