Wijzigingsbesluit Leidraad Invordering Cocensus 2023

 

De ontvanger, als bedoeld in artikel 232, vierde lid, sub b, van de Gemeentewet;

gelet op de Invorderingswet 1990 en de ‘Gemeenschappelijke Regeling Cocensus 2020’;

 

BESLUIT

 

de Leidraad Invordering Cocensus 2023, als volgt te wijzigen;

 

A In artikel 14.2.14 wordt ‘artikel 46 van de Waarborgwet 2019’ vervangen door ‘artikel 35 van de

Waarborgwet 2019’.

B In artikel 19.3.2 vervalt de derde alinea.

C Artikel 26 wijzigt als volgt:

1. De tweede alinea beginnende met ‘De kwijtscheldingsregels op basis’ en eindigend met ‘in de regeling.’ wordt vervangen door de volgende alinea:

De kwijtscheldingsregels op basis van artikel 26 van de wet zijn vastgelegd in de regeling. In afwijking van de regeling kan de gemeente een ruimhartiger kwijtscheldingsbeleid voeren. De Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden bevat regels over de wijze waarop de raad in afwijking van de regeling het vermogen en de kosten van bestaan van belastingschuldigen kan vaststellen.

2. De vierde alinea beginnend met ‘Bij de berekening’ en eindigend met ‘percentage is vastgesteld.’ vervalt.

D In artikel 73.5.1 wordt ‘36’ telkens vervangen door ‘18’.

E In artikel 73.5a wordt ‘36’ vervangen door ‘18’.

 

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking en werkt terug tot 1 juli 2023.

 

Aldus vastgesteld door de Ontvanger van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Cocensus’.

 

De Ontvanger,

W. Bal

adjunct directeur

 

 

 

 

 

Toelichting

A betreft een redactionele wijziging van artikel 14.2.14. Er is geen beleidswijziging beoogd.

B betreft een technische wijziging van artikel 19.3.2. Bij de meest recente wijziging van artikel 19, negende lid van de Invorderingswet 1990 is de termijn die de ontvanger in acht moet nemen bij het doen van een vordering aangepast naar vier weken, waardoor de in dit artikel genoemde termijn niet meer juist was. De regel van de laatste alinea van dit artikel is inmiddels in artikel 19, negende lid van de Invorderingswet 1990 vastgelegd, zodat de laatste alinea haar belang heeft verloren en komt te vervallen. Er is geen beleidswijziging beoogd.

C betreft een redactionele wijziging van artikel 26. De Regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden bevat de regels over de wijze waarop in afwijking van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 het vermogen en de kosten van bestaan van belastingschuldigen kunnen worden vastgesteld. Dit gebeurt bij raadsbesluit. In artikel 26 is nu enkel facultatief een verwijzing naar het raadsbesluit opgenomen. Er is geen beleidswijziging beoogd.

D en E, wijzigen artikel 73.5.1 respectievelijk artikel 73.5a. Op 7 februari 2023 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel tot wijziging van de Faillissementswet aangenomen waardoor onder meer een wettelijk schuldsaneringstraject wordt verkort van 36 maanden naar 18 maanden.

In verband met die wijziging heeft de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen aangekondigd dat de aflossingsperiode van minnelijke schuldregelingen ook wordt verkort naar 18 maanden. Inmiddels is duidelijk geworden dat zowel de verkorting van de aflossingsperiode van minnelijke schuldregelingen als die van het wettelijk schuldsaneringstraject per 1 juli 2023 in werking treden. In verband met de bedoelde wijziging is de in de artikelen 73.5.1 en 73.5a genoemde maximale uitsteltermijn ook gewijzigd naar 18 maanden.

Naar boven