Wijzigingsbesluit Besluit gegevensverstrekking GBLT

Artikel I  

Het Besluit gegevensverstrekking GBLT wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Aan artikel 3 wordt een onderdeel h. toegevoegd die komt te luiden:

    • h.

      Gegevens die van belang zijn voor het toezicht door het waterschap op milieubelastende activiteiten waarvoor:

      • een melding werd gedaan.

      • op verzoek maatwerkvoorschriften zijn gegeven.

      • op verzoek toestemming is verleend voor een gelijkwaardige maatregel.

      • een vergunning is verleend.

De gegevens worden uitsluitend door de ambtenaar belast met de heffing verstrekt aan de toezichthouder van het waterschap op verzoek of na instemming van de betrokkene.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van 12 juni 2023.

Het dagelijks bestuur van GBLT,

R.A.C. de Haan

Directeur

B.J. van Vreeswijk

Voorzitter

Toelichting

Artikel I

 

1. Inleiding

Een ieder is op grond van artikel 5:20 Algemene wet bestuursrecht (Awb) verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden. Uit het tweede lid volgt dat ambtenaren belast met de heffing hun medewerking kunnen weigeren vanwege de geheimhoudingsplicht in artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).

 

Omdat het dagelijks bestuur ingevolge artikel 67, lid 2, onderdeel b, van de Awr en IW1990 bevoegd is om bij regeling te bepalen dat de geheimhoudingsplicht niet geldt als bekendmaking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak, ligt het op de weg van het dagelijks bestuur om voor de ambtenaren belast met de heffing te bepalen in welke gevallen medewerking verleend kan worden aan een vordering op grond van artikel 5:20 Awb. Daar voorziet deze regeling in.

 

2. In welke situatie geldt de geheimhoudingsplicht niet?

De ambtenaar belast met de heffing verstrekt uitsluitend informatie die de toezichthouder ook via inzet van zijn eigen bevoegdheden kan verkrijgen. Het gaat dan om de volgende twee situaties:

 

De eerste situatie betreft situaties waarvoor alleen een meldplicht geldt. Het gaat hier om gegevens die de toezichthouder met een beroep op artikel 5:20 Awb redelijkerwijs van de betrokkene kan vorderen, maar waarvan de betrokkene zelf aangeeft dat de toezichthouder deze gegevens bij de ambtenaar belast met de heffing kan opvragen.

 

De tweede situatie betreft situaties waar op verzoek maatwerkvoorschriften zijn gegeven, op verzoek toestemming is verleend voor een gelijkwaardige maatregel of een vergunning is verleend. Voor de terminologie is vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Omgevingswet aangesloten bij de in die wet gehanteerde terminologie. Het gaat om gegevens die de betrokkene op grond van het besluit op zijn aanvraag (bijvoorbeeld de vergunning) reeds moet verstrekken aan de toezichthouder, maar waarvan de betrokkene aangeeft dat hij deze gegevens bij de ambtenaar belast met de heffing kan opvragen.

 

In andere situaties dan voornoemde beroept de ambtenaar belast met de heffing zich op zijn geheimhoudingsplicht uit artikel 67 van de Awr, tenzij een wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht.

 

3. Doeleinde en soort gegevens

Om de betrokkene niet onnodig te belasten met administratieve handelingen voorziet deze regeling in een mogelijkheid voor de toezichthouder om in de hiervoor genoemde situaties – op verzoek of na instemming van de betrokkene – de gevraagde gegevens en inlichtingen te verkrijgen via de ambtenaar belast met de heffing. Dit uiteraard slechts voor zover de ambtenaar belast met de heffing beschikt over deze informatie. Denk hier bijvoorbeeld aan meterstanden, analyseresultaten, analyserapporten, kalibratierapporten van flowmeter.

 

De ambtenaar belast met de heffing hoeft zich in die gevallen niet op zijn geheimhoudingsplicht te beroepen.

 

Van de eerste situatie

Voor het toezicht is het van belang dat een zo compleet mogelijk relevant beeld bestaat van de situatie waarop het toezicht zich richt. Dit kan worden bereikt door de gegevens die bij het waterschap beschikbaar zijn aan te vullen met relevante gegevens die bij de ambtenaar belast met de heffing beschikbaar zijn. Hierdoor kan op maat en adequaat toezicht worden uitgeoefend. De toezichthouder kan de relevante informatie weliswaar formeel vorderen van betrokkene, maar in de praktijk wordt door de betrokkene vaak verwezen naar de ambtenaar belast met de heffing omdat daar “alle informatie al beschikbaar is”.

 

Van de tweede situatie

De gevraagde gegevens en inlichtingen moet de betrokkene in voorkomende gevallen verstrekken aan verschillende bestuursorganen, te weten de ambtenaar belast met de heffing en het dagelijks bestuur van het waterschap. Het onderscheid tussen deze bestuursorganen is formeel van belang, maar kan in de praktijk ook als bureaucratisch worden ervaren doordat tweemaal dezelfde gegevens en inlichtingen verstrekt moeten worden aan twee verschillende bestuursorganen die werken voor hetzelfde waterschap. Het komt in de praktijk ook voor dat betrokkene, doordat hij al aan zijn informatieplicht voor de belastingheffing voldeed, in de veronderstelling verkeerde dat daarmee ook voldaan werd aan de informatieplicht jegens de toezichthouder. Dat is formeel niet het geval.

 

4. Waarborgen

De te verstrekken gegevens en inlichtingen zijn beperkt tot gegevens en inlichtingen die de toezichthouder bij het uitoefenen van zijn bevoegdheden redelijkerwijs kan vorderen van de betrokkene en de gegevens die de betrokkene reeds vanwege het besluit op zijn aanvraag (bijvoorbeeld de vergunning) moet verstrekken. De toezichthouder dient dit zelf te beoordelen.

 

De gegevens en inlichtingen worden niet eerder verstrekt dan na verkregen instemming van de betrokkene. Daarmee houdt de heffingplichtige controle over welke fiscale gegevens door de ambtenaar belast met de heffing verstrekt worden voor andere doeleinden. Ingeval de heffingplichtige zich onthoudt van instemming, zal de toezichthouder door gebruik te maken van zijn eigen bevoegdheden de gegevens en inlichtingen moeten vorderen. De ambtenaar belast met de heffing beroept zich in dat geval op zijn geheimhoudingsplicht.

 

De toezichthouder dient voor iedere keer dat hij gegevens en inlichtingen vordert en deze opvraagt bij de ambtenaar belast met de heffing te beschikken over de instemming van de betrokkene. Hierdoor houdt de heffingplichtige te allen tijde inzicht in welke gegevens en inlichtingen voor welke wettelijke taak op welk moment worden verstrekt door de ambtenaar belast met de heffing.

 

De instemming van betrokkene moet blijken uit een bericht van betrokkene dat duurzaam beschikbaar blijft. Denk hierbij aan een brief, maar een e-mail, sms of ander elektronisch bericht is ook mogelijk.

 

De toezichthouder dient zijn verzoek aan betrokkene om gegevens en inlichtingen – zoals te doen gebruikelijk – te motiveren. Vanzelfsprekend wordt het doeleinde duidelijk vermeld. Dit stelt de betrokkene tevens in staat om vrijelijk en geïnformeerd in te stemmen met het opvragen van de gegevens en inlichtingen door de toezichthouder bij de ambtenaar belast met de heffing. De ambtenaar belast met de heffing verstrekt nooit meer gegevens en inlichtingen dan waarmee de betrokkene instemt.

 

De ambtenaar belast met de heffing houdt in de webapplicatie WebisMeet een voor heffingplichtige toegankelijke registratie bij van het bericht, of de berichten, met instemming en welke informatie is verstrekt aan de toezichthouder.

 

5. Gegevensbescherming

De heffingplichtigen die het betreft zijn naar verwachting meestal niet-natuurlijke personen, waardoor de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) in die gevallen niet van toepassing is. In de gevallen dat de AVG wel van toepassing is, achten wij deze regeling daarmee in overeenstemming.

 

Uit de toelichting hiervoor blijkt dat de betrokkene - weliswaar op grond van verschillende wettelijke verplichtingen - gegevens en inlichtingen moet verstrekken aan verschillende bestuursorganen. Er is sprake van een informatieplicht. Deze regeling ziet uitsluitend op gegevens en inlichtingen die zowel voor de belastingheffing als voor het toezicht verstrekt moeten worden. Daarom achten wij het doel van de verdere verwerking verenigbaar met het oorspronkelijke doel van de verwerking.

 

De verdere verwerking van persoonsgegevens achten wij, ondanks de geheimhoudingsplicht uit de artikelen 67 Awr en IW1990, verenigbaar. Dit vanwege de in het tweede lid, onderdeel b, van de Awr geboden mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om te bepalen dat de geheimhoudingsplicht niet geldt als bekendmaking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak.

 

De verwerking vindt pas plaats nadat de betrokkene daarmee instemt. Dat waarborgt dat er pas een verdere verwerking plaats vindt nadat het verdere verwerkingsdoeleinde welbepaald en uitdrukkelijk is omschreven en kenbaar is gemaakt. De betrokkene houdt daarmee tevens de controle over welke gegevens en inlichtingen door de toezichthouder via de ambtenaar belast met de heffing worden verkregen.

 

6. Belang van de geheimhoudingsplicht

Een van de belangen die de geheimhoudingplicht dient is dat de heffingplichtige niet weerhouden wordt om gegevens en inlichtingen te verstrekken uit vrees dat zijn informatie bij derden terecht kan komen. Dit belang dient daarom altijd in ogenschouw te worden genomen.

 

De regeling beoogt vooral de heffingplichtige niet onnodig te belasten met verzoeken om gegevens en inlichtingen van de toezichthouder in het geval de ambtenaar belast met de heffing reeds over die gegevens beschikt. De heffingplichtige houdt te allen tijde controle over welke belastinggegevens verstrekt worden aan de toezichthouder. Het is daarom niet de verwachting dat deze regeling invloed heeft op de bereidheid van heffingplichtigen om in de toekomst gegevens en inlichtingen te verstrekken aan de ambtenaar belast met de heffing.

Naar boven